De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is de invoeringsfase voorbij. Aanbestedingsperikelen maken plaats voor landelijke initiatieven als de Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl. Deze initiatieven jagen vervolgens weer lokaal maatwerk aan. Ook de Wmo-beleidsplannen zijn aan een nieuwe ronde toe. De termijn van de eerste Wmo-beleidsplannen is verstreken. De nieuwe ronde Wmo-beleidsplannen bieden een uitgelezen kans voor gemeenten om opnieuw na te denken over de gedachte achter en concrete invulling van de Wmo.
In dit artikel geven wij aan waar die kansen liggen, op basis van een studie naar het huidige Wmo-beleid in vijf gemeenten. Wij constateren dat er veel lokale initiatieven zijn, maar dat een duidelijke visie op de Wmo ontbreekt. In gesprek met de gemeente en maatschappelijke organisaties hebben wij aan die gezamenlijke visie gewerkt.
Beweging
In gesprekken en workshops met gemeenten bleek dat de Wmo volop in beweging is. Er zijn veel initiatieven tot nieuwe werkwijzen en werkprocessen, waarbij op creatieve wijze invulling aan het compensatiebeginsel wordt gegeven. Veel gemeenten hebben bijvoorbeeld een collectieve uitleenplaats voor rolstoelvoorzieningen. Ook zijn er (online) plaatsen waar het aanbod van en de vraag naar vrijwilligers en mantelzorgers op elkaar worden afgestemd.
Duizend bloemen bloeien
Deze initiatieven lijken alleen niet gebaseerd te zijn op een gezamenlijke visie van de diverse betrokkenen. Ze ontstaan lukraak, incidenteel en fragmentarisch en blijven niet zelden beperkt tot slechts één wijk of gemeente. Duizend bloemen bloeien, maar er zijn weinig architecten die de mooie bloementuin vanuit een duidelijke visie ontwerpen. De Wmo kan alleen succesvol tot uitvoering worden gebracht wanneer gemeenten, burgers en maatschappelijke organisaties de handen ineen slaan en gezamenlijk het antwoord vinden op complexe vragen.
Werken aan visie
In open gesprekken werkten wij met gemeenten, burgers (of vertegenwoordigers ervan) en maatschappelijke organisaties aan een gezamenlijke visie op de Wmo. Centrale vraag van het gesprek was: ‘Wat zijn de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen voor de komende periode en wat is daarop het gezamenlijke antwoord van gemeente, burgers en maatschappelijke organisaties?’
Gemeenten en maatschappelijke organisaties waren het over de uitdagingen snel met elkaar eens:
• Vergrijzing in een tijd van bezuinigingen
• Welzijn ‘Nieuwe Stijl’
• Verwachtingenmanagement naar burgers over hun rechten en plichten
• Het inzichtelijk maken van de sociale kaart
• Het werven van voldoende vrijwilligers
• Het samenbrengen van vraag naar en aanbod van ondersteuning
• Het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers
Fundamentele discussie
De vraag naar adequaat, op de uitdagingen volgend, beleid leverde een meer fundamentele discussie op. In hoeverre willen en kunnen we uitgaan van de zelfredzaamheid van de burger? Hoe vrijgevig zijn wij als het gaat om individuele voorzieningen? Hoe willen we sturen op collectieve voorzieningen? En, wat is eenieders rol en verantwoordelijkheid in het geheel? Stuk voor stuk principiële zaken waarover de meningen verschillen.
Maatschappelijke uitdaging
Toch is het aangaan van het gesprek over de fundamentele Wmo-vragen de enige manier om nader tot elkaar te komen en samenwerking duurzaam vorm te geven. Het viel ons op dat het centraal stellen van de maatschappelijke uitdaging, samen met een informele setting van het gesprek, veel energie en samenwerking creëerde. Deelnemers ervoeren dat eindelijk eens het goede gesprek werd gevoerd en leerden elkaar beter kennen en begrijpen. Het gesprek legde in de gemeenten een basis voor nadere gesprekken over beleid en samenwerking.
Tijd voor dialoog
De gesprekken laten wat ons betreft het grote belang van dialoog zien. Alleen in een open dialoog over uitdagingen, visies en plannen tussen gemeente, burger en maatschappelijke organisaties is er de kans om in goede samenwerking een antwoord te vinden op de grote Wmo-uitdagingen voor de komende jaren. Daarbij bieden concrete praktijkvoorbeelden, de bloeiende bloemen, inspiratie voor andere gemeenten. Door dialoog op gang te brengen, kan men van elkaar leren. Wij hopen dat op het congres van Zorg + Welzijn op 25 mei 2011 dergelijke dialogen volop zullen plaatsvinden.
De auteurs Ellen Boschker, Peter Castenmiller, Bettine Pluut zijn verbonden aan onderzoeks- en adviesbureau Zenc.
Link: Zorg + Welzijn op 25 mei 2011
Bron: Foto: Peter Roek