Dat er een frisse wind gaat waaien in
Amsterdam-Zuidoost, oftewel De Bijlmer, blijkt niet alleen uit het aantrekken
van Haroon Saad. Want vlak na zijn aanstelling benoemde het stadsdeel de
Surinamer Hugo Fernandes Mendes als stadsdeelsecretaris. Zo haalde het binnen
korte tijd twee zwaargewichten binnen.
In verschillende Engelse steden, waarvan Birmingham als laatste, bracht
Haroon Saad zijn visie op lokaal bestuur in de praktijk. Deze werd onder meer
door tientallen lokale autoriteiten werd overgenomen. Verder adviseerde hij
onder meer de Britse premier Tony Blair. Saads collega, Fernandes Mendes, was
bijna tien jaar directeur minderheden bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Opvallend was dat de twee nieuwelingen allochtonen moesten zijn. Het stadsdeel
wil dat zijn ambtelijke organisatie een ‘optimale afspiegeling’ vormt van de
bevolking. Zuidoost telt 85.000 geregistreerde inwoners, van wie meer dan 60
procent afkomstig is uit etnische groepen. Haroon Saad reageert zakelijk: ‘Ik
kan me wel vinden in de keuze die is gemaakt om mensen te zoeken die de
problematiek van een buurt als De Bijlmer goed aanvoelen. Het stadsdeel is
ambitieus en is dus gebaat bij ambtenaren die zo snel mogelijk vernieuwingen in
kunnen zetten.’
Eén van de grote problemen is dan ook dat de deelname aan arbeid of
scholing bij etnische minderheden veel lager is dan bij andere Bijlmerbewoners.
‘Daarnaast lijken de problemen van alle grote steden in grote lijnen op elkaar.
En ik beschik over de vaardigheden om het hier tot een succes te maken. Voor dit
soort werk kan je heel goed over je eigen grens kijken.’
Gettovorming
Haroon Saad zegt volop te genieten van zijn eerste weken in Nederland.
Hij heeft een huis in De Bijlmer gekocht en volgt twee keer per week lessen in
de Nederlandse taal. Alhoe-wel hij lange gesprekken nog liever in het Engels
voert, kan hij zich aardig redden in het Nederlands. Saad, die als vierjarige
jongen vanuit Lahore in Pakistan naar Engeland verkaste, zegt zich graag voor
lokale problematieken in te zetten. Dan zit hij zo dicht mogelijk op de burgers,
waarvan sommige te maken hebben met sociale uitsluiting. Hij is gevraagd om te
solliciteren, nadat een delegatie van het Amsterdamse stadsdeel een workshop van
hem volgde en vervolgens een bezoek bracht aan Saads projecten in Birmingham.
Haroon Saad ziet in zijn nieuwe werkomgeving voldoende kansen, omdat
het bureau Sociaal-Economische Vernieuwingen (SEV) nu een fulltime sectorhoofd
heeft. ‘Het probleem was dat dit werk vroeger maar zo af en toe werd gedaan. Dan
is er ook geen echt begrip van de zaak. Bij het werk kan je echt geen andere
dingen doen. Voor een strategische benadering van de problemen die hier spelen
is fulltime aandacht nodig.’
Saad noemt de belangrijkste issues waarmee hij snel aan de slag wil.
‘Het werkloosheidspercentage in De Bijlmer is hoog. Daarnaast zitten ongeveer
drie keer zoveel leden uit etnische minderheidsgroepen dan uit autochtone
groepen zonder werk. Dat heeft doorgaans niets met kwalitatieve vaardigheden te
maken, maar met discriminatie. En omdat de uitsluiting van bepaalde groepen
toeneemt, is er het gevaar dat je gettovorming krijgt.’ Volgens het kersverse
sectorhoofd moet vooral op de etnische minderheid gefocust worden. Er moet, zo
stelt Saad, een cultuur worden gecreëerd waarin mensen zich niet buitengesloten
voelen.
Adviseurs
Dat het om taaie onderwerpen gaat, realiseert Haroon Saad zich. Maar
zijn ervaringen in het buitenland sterken hem in de gedachte dat er goede
verbeteringen te behalen zijn. ‘Maar dat heeft niet alleen met mijn komst te
maken, denk ik. De wilskracht om te veranderen is hier namelijk groot. Zo is er
de beweging van teveel bureaucratie naar vooral een bottom-up-benadering.
Eigenlijk is dat ook logisch. Want als er geen goed contact is tussen stadsdeel
en bewoners, dan hebben wij daar ook weinig te zoeken.’
Behalve veel concrete initiatieven, zal bij het welslagen van Saads
missie vooral veel afhangen van zijn eigen gedrevenheid. ‘Ik wil geen
bureaucraat zijn die doet wat hij moet doen en vervolgens naar huis gaat.’ In
zijn eerste weken heeft hij afspraken gemaakt met menig collega, terwijl hij ook
altijd benadrukte dat zijn deur altijd open staat. ‘Datzelfde geldt voor
bewoners, of beter, vertegenwoordigers van bewoners die ik wil gaan aanstellen.
Voor hen moet je tijd vrijmaken, je moet er de mogelijkheid voor creëren dat ze
hun verhaal kunnen doen.’ Ook wijst Saad op een projectenboek van stadsdeel
Zuidoost, dat vlak bij hem ligt. Er staan 122 projecten in, waarvoor 30
projectleiders verantwoordelijk zijn. ‘Op de projecten moeten we ons
herbezinnen. Eind september moet het aantal terug gebracht zijn tot 20, waarmee
we dit en komend jaar aan de slag gaan.’
Haroon Saad typeert zichzelf ook als iemand die zijn kaarten direct op
tafel legt en open discussies aangaat. Verandering in de organisatie brengen
staat bij hem synoniem aan minder bureaucratie, intensief communiceren met de
bewoners en vooral actie blijven ondernemen. Tevens denkt hij in partnerships op
landelijk (grotestedenbeleid), regionaal (arbeidsvoorziening) en lokaal niveau
(bedrijven).
‘De benadering is hier dat je adviseurschappen op moet zetten, er zijn er
wel 15 tot 20. Zij hebben doorgaans een grote afstand met de bewoners, maar
beslissen wel over hen. Verder zijn het bijna altijd dezelfde mensen en ze
vormen zeker geen goede afspiegeling van de bevolking. Daarom wil ik
vertegenwoordigers van gemeenschap die het stadsdeel adviseren over de welke
richting de politiek op moet. In Birmingham werden ze geworven via advertenties
in de krant: we kregen 500 reacties, terwijl we 72 vertegenwoordigers konden
aanstellen. Vervolgens is het belangrijk om deze bewoners van alles aan te
bieden: van trainingprogramma’s, kinderopvang, tot reis- en
telefoonkosten.’
Financiering
Hoewel Haroon Saad zich realiseert dat hij zijn eerder toegepaste
modellen in probleembuurten nooit helemaal kan kopiëren naar de Nederlandse
situatie, wil hij veel methodes uit zijn tijd in onder meer Birmingham
toepassen. Bijvoorbeeld zal De Bijlmer in één of andere vorm te maken krijgen
met het Action-Learning-project, dat door Saad succesvol in Engeland werd
beproefd . In de binnenstad van Birmingham werden 400 werklozen in drie jaar
tijd geschoold, getraind en ondersteund om ideeën te ontwikkelen. Zo leerden
sommigen een kinderopvang runnen en anderen werden ondersteund om fondsen te
leren werven voor projecten met kansarme jongeren. Met dank ook aan een forse
Europese subsidie, die het project mogelijk maakte.
‘Ik ben er altijd kien op,’ stelt Saad, ‘dat deze activiteiten leiden tot
echte banen. Het arbeidsbureau moet bijvoorbeeld mensen bij computerbedrijven
plaatsen die zich nieuw in De Bijlmer vestigen. In ieder geval moet je geen
algemene trainingsprogramma’s draaien. Zo herinner ik me nog een dergelijk
programma in Engeland, daar ging 70 procent van de deelnemers weer werkloos de
deur uit.’
De nieuwe topambtenaar in Amsterdam-Zuidoost wil werklozen uit de buurt
binden aan nieuwe bedrijven, want 70 procent van het personeel van nieuwe
bedrijven woont niet in De Bijlmer’. De financieringsstructuur heeft Saad ook in
zijn hoofd: ‘Het liefst wil ik voor deze projecten 50 procent Europees geld en
vervolgens tegen de private sector zeggen: als jullie als bedrijven 25 procent
betalen, zorgen wij voor de rest. Daarnaast willen we de bedrijven aanbieden dat
wij personeel voor ze zoeken. Zo hoeven ze zelf geen geld te besteden om
personeel te recruteren. Vervolgens willen we eventueel fondsen voor
bedrijfstrainingen regelen, opdat de private sector zo weinig mogelijk zelf
hoeft te betalen.’
Op landelijk niveau, tenslotte, heeft Saad zijn oog laten vallen op het
grotestedenbeleid (gsb)’Het gsb onderkent in ieder geval de noodzaak om te
kijken naar de positie van etnische minderheden. Het is echter nog te algemeen,
het moet veel specifieker. Omdat wij nieuwe ideeën ontwikkelen en testen, hoop
ik dat we het gsb-programma kunnen beinvloeden, ook op landelijk
niveau.’/Karsten Pos