Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Nog te weinig verbinding tussen ggz en sociaal domein’

De helft van de mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) herstelt wat betreft de symptomen. Dat blijkt uit onderzoek van Stynke Castelein, hoogleraar Herstelbevordering bij EPA. Maar na herstel komt nog een lastige periode: ggz-patiënten willen weer meedoen in de maatschappij. En dat blijkt heel moeilijk. ‘De grootste zorgbehoefte ligt op maatschappelijk gebied’, zegt Castelein. ‘Daar speelt de sociaal professional ook een belangrijke rol bij.’
Foto: AdobeStock

Castelein heeft onderzoek gedaan naar hoe mensen met een EPA herstellen over een periode van zo’n vijf jaar. Het blijkt dat de helft van de patiënten beter wordt qua psychische klachten. Dat is op zich al heel goed nieuws. Maar het slechte nieuws is dat negen van de tien van de herstelde patiënten aangeven dat ze moeite hebben mee te doen in de maatschappij. Het gaat om problemen bij het leggen en onderhouden van sociale contacten, problemen bij het functioneren en problemen met het huishouden en persoonlijke hygiëne.

Sociaal domein

Voor de duidelijkheid, de vaak aangehaalde groep “verwarde personen” is niet de doelgroep in het onderzoek van Castelein. ‘De onderzochte groep mensen met een EPA blijkt veel meer zorgbehoefte te hebben dan we denken’, zegt Castelein. ‘Die zorgbehoefte ligt vooral op maatschappelijk gebied, vragen over werk, eenzaamheid, over een zinvol leven.’ Om aan die zorg te voldoen, hebben de ggz  en het sociaal domein elkaar nodig, zegt Castelein. ‘Maar die verbinding is er nog te weinig.’


In 2016 startten ggz organisaties Altrecht en Lister met de vormgeving van vier proeftuinen in Utrecht, Zeist en Woerden. Doel was om de zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening te verbeteren en effectiever bij te dragen aan hun herstel. En die proeftuinen zijn zo succesvol, dat de werkwijze wordt doorgevoerd in de organisaties. Lees meer >>


Expertise in de wijk

De samenwerking tussen ggz en sociaal professionals moet optimaal zijn om de ggz-patiënten te helpen ook maatschappelijk verder te kunnen. Castelein: ‘De zorg is nog versnipperd. Ggz en sociaal domein moeten elkaars expertise in de wijk weten te vinden.’

Buurthuis

Een hindernis om maatschappelijk te functioneren, aldus Castelein, zijn ook de bezuinigingen in de specifieke ggz-zorg. De IPS-trajecten (Individuele Plaatsing en Steun) zijn er te weinig. In deze trajecten begeleiden medewerkers patiënten bij het oppakken van hun werk of bij het vinden van gepast werk. Ook de dagbesteding voor ggz-patiënten is veelal weg. ‘Het blijkt dat lang niet alle mensen met EPA zelf naar het buurthuis gaan om mee te doen in de samenleving. Sommigen voelen zich daar niet thuis.’

Herstelgericht werken

Toch gaan de ontwikkelingen in de ggz goed vooruit, vindt Castelein. De helft van de door haar onderzochte groep ggz-patiënten herstelt van de psychische klachten. ‘We hebben hoge zorgstandaarden en richtlijnen in Nederland, die professionals ook toepassen. Daardoor is de zorg van hoog niveau en verschilt niet per regio. Iedereen in de ggz weet dat herstel van ggz-patiënten breder is dan alleen herstel van de psychische klachten. Daarmee is herstel dus breder dan de pillen die de dokter geeft. Een patiënt heeft ook maatschappelijk herstel nodig en persoonlijk herstel, zingeving in zijn leven. Herstelgericht werken is hierbij belangrijk en betekent uitgaan van wat de persoon nodig heeft. Professionals in het sociaal domein, maar ook familie en naasten, kunnen daar een bijdrage in hebben.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.