Bos, werkzaam bij de Universiteit van Amsterdam, heeft als onderzoekslijn homo- en lesbisch ouderschap en begeleidde twee studenten in een onderzoek naar deze gezinsvorm. Zij voerden dat uit in samenwerking met het Kenniscentrum MOVISIE en het Nederlands Jeugdinstituut. ‘We waren geïnteresseerd in hoe deze professionals denken over lesbische en homo-ouders.’
Negatief
Bos had verwacht dat de opvoeddeskundigen misschien negatiever zouden zijn over de opvoedkundige vaardigheden van homoseksuele ouders. ‘Maar, zo bleek uit de resultaten, de deelnemers beoordeelden de lesbische en homo-ouders hetzelfde als hetero-ouders’, zegt de docent. Uit de persoonlijke interviews –kwalitatief onderzoek- bleek echter, dat de professionals zich tussen de regels door toch nog vasthielden aan stereotype genderrollen.
Rolmodel
Professionals onderscheiden typisch papa- en mamagedrag en vragen zich bij roze ouders af of het kind met twee vaders of twee moeders wel een goed rolmodel heeft als het gaat om bijvoorbeeld jongens- of meisjesvragen. ‘Dat strookt wel met de mening van 66 procent van de Nederlanders die denkt dat een kind een vader én een moeder nodig heeft’, aldus Bos.
Mannelijk
Maar dat is onterecht, zo blijkt uit groot Amerikaans onderzoek. Kinderen van homo-ouders vertonen geen ander gedrag en hebben geen psycho-sociale problemen anders dan kinderen van hetero-ouders, stelt Bos. ‘In dit onderzoek wordt een grote groep kinderen sinds hun geboorte al 25 jaar gevolgd. Zo is er bijvoorbeeld gekeken naar typisch mannelijke stereotyperende persoonlijkheidskenmerken van de jongens rond hun 17e jaar met lesbische ouders. Jongens die aangaven mannelijke rolmodellen te hebben in hun leven verschilde niet op deze persoonlijkheidskenmerken van jongens die geen mannelijke rolmodellen zeggen te hebben.’
Traditioneel
Professionals zouden meer geïnformeerd moeten worden over dergelijk onderzoek, vindt Bos. ‘Een vader- en een moederrol blijkt dus niet belangrijk te zijn. Je moet nagaan dat die kinderen van kleins af aan al in deze gezinssituatie zitten en zich helemaal niet afvragen of ze met een typische meisjesvraag of jongensvraag zitten. Bovendien zijn er ook nog altijd rolmodellen om hen heen zoals een oom of tante. Toch zit het traditionele beeld nog wel in de hoofden van de professionals.’
Vragen
Van deskundigen op het gebied van opvoeding mag verwacht worden dat zij roze gezinnen net zo open tegemoet treden als ieder ander gezin, zo stellen het kenniscentrum MOVISIE en het Nederlands Jeugdinstituut. Ben je je als professional bewust van je eigen attitude ten aanzien van homoseksualiteit en roze ouderschap? En hoe ga je hiermee om? Zo’n 70 procent van de lesbische ouders dat zij onevenredig veel vragen krijgen over bijvoorbeeld hoe de conceptie is verlopen en wie de biologische moeder is. ‘Dat kan best vervelend overkomen’, zegt Bos. ‘De samenleving is nog altijd heel erg gericht op een standaard gezin met vader en moeder. Terwijl andere vormen van ouderschap, bijvoorbeeld ook alleenstaande ouders of gezinnen met meer dan twee opvoeders, steeds vaker voorkomen.’
Op de foto: Schrijver Jarko de Witte van Leeuwen en zijn partner Jos bekijken met hun kinderen Arwen en Wolf het boek ‘Arwen en haar papa’s’. Het kinderboek verhaalt over de adoptie van het Afro-Amerikaanse meisje Arwen door twee vaders.
Bron: ANP-Photo