Dat idee oppert de Ouderenombudsman Jan Romme, nu deze centra zoekende zijn naar een nieuwe identiteit. “We gaan van een verzorgingsstaat naar een participatiestaat. Daarin past het idee dat mensen veel meer met elkaar en voor elkaar doen. Dat kan dus ook bij woon-zorginstellingen, die voor de directe omgeving alleen maar aantrekkelijker worden”, licht Romme toe.
Buurt
‘In sommige zorgcentra kun je à la carte eten. Heerlijk. Ik ken er zelfs één waar een bruine kroeg in is gevestigd. Daar komen mensen uit de buurt gewoon hun pilsje halen.’ Romme wil maar aangeven dat er tal van mogelijkheden zijn om zorgcentra ook daadwerkelijk die buurtfunctie te geven.
Toekomst
Het Nationaal Ouderenfonds, waarvan de Ouderenombudsman een dienst is, heeft onder 50 woonzorginstellingen onderzoek gedaan naar onder meer de toekomst van deze centra. Daaruit is duidelijk geworden dat ze veel uitdagingen zien, onder andere in het aantrekken van nieuw publiek uit de directe omgeving.
Zelfstandig
Volgens Romme zijn veel ouderen en vooral 75-plussers de weg kwijt. ‘Ze weten niet meer waar ze staan. Ze moeten steeds meer zelf regelen en dat in het digitale tijdperk. Ondertussen verandert er steeds meer door allerlei kabinetsmaatregelen. Er wordt geregeerd naar de waan van de dag, lijkt het wel. Het ene moment moeten ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, maar als er dan fors wordt bezuinigd op de dagbesteding voor ouderen en de thuiszorg, wordt dat wel heel moeilijk.’
Huilen
De Ouderenombudsman merkt in zijn contacten met de politieke partijen in de Tweede Kamer dat ook daar langzaam het besef ontstaat dat ouderen op allerlei manieren te zwaar worden getroffen. Tegelijkertijd weet hij dat het niet helpt om met ouderen mee te huilen; dat het beter is oplossingen aan te reiken. Daarom is hij op zoek naar meer ideeën die zaken voor ouderen kunnen verlichten: ‘De realiteit van vandaag is niet de realiteit van morgen. Dat moeten we ons realiseren.’
Antwoorden
‘Laten we ophouden met oneliners en populistische praat om te laten zien dat je het voor ouderen opneemt. We moeten gaan denken in oplossingen.’ Hij roept daarom mensen op om met kansrijke ideeën te komen die deels kabinetsmaatregelen kunnen opvangen, zoals het wegvallen van de dagbesteding. ‘Partijen in de zorgsector moeten met elkaar in gesprek om de antwoorden te vinden op allerlei bezuinigingsmaatregelen’, zegt Romme.
De welzijnstichting voor Doven (Swedoro) in Rotterdam heeft een prachtig geoutilleerd gebouw waar dove ouderen dagzorg ontvangen (1 x per week). De overige dagen zouden horende ouderen er in principe terecht kunnen.
Ik ben een oudere van 76 jaar. Terecht stelt Jan Romme dat ouderen niet meer weten waar zij aan toe zijn. Door alle veranderingen/verslechteringen in de pensioenen, de belastingen en de zorg is mijn bestaanszekerheid volledig weggevaagd en wie weet wat er nog komen gaat. Het probleem wordt veroorzaakt door de wijze waarop onze zorg is georganiseerd. Marktwerking en management hebben de kosten enorm opgestuwd. We moeten terug naar kleine instellingen waar de leiding de mensen kent, zowel de uitvoerend werkers als de gebruikers. Dan kunnen management, allerlei controle mechanismen, administratieve werkzaamheden e.d.tot een minimum beperkt worden. De introductie van verzekeraars in het systeem is een kapitale vergissing geweest. Aan deze zaken moet iets gedaan worden. De schade van dit mismanagement
moet niet op de ouderen verhaald worden.