De Centra voor Jeugd en Gezin hoeven niet te verwachten dat ouders en kinderen bij elk opvoedprobleem meteen bij hen op de stoep zullen staan. Familie en vrienden of artsen vormen meestal in eerste instantie de vraagbaak als er zich problemen aandienen.
Onderzoek
Dat blijkt uit een onderzoek dat het ministerie voor Jeugd en Gezin heeft laten uitvoeren onder 1100 ouders en jongeren. Toch vindt bijna driekwart van de ondervraagden het een goed idee dat er in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) komt.
Bed plassen
De deelnemers aan het onderzoek kregen voorgelegd bij wie ze te rade zouden gaan als een kind bijvoorbeeld slecht slaapt of waar een kind hulp zoekt als het nog in bed plast. Een Centrum voor Jeugd en Gezin is dan meestal niet de eerste keus, maar komt wel eerder in aanmerking dan een Bureau Jeugdzorg of een Opvoedwinkel. Alleen op de vraag waar ouders aankloppen als hun zoon te veel drinkt, is het CJG de op een na beste optie, na de arts.
Binnen lopen
Uit het onderzoek blijkt ook dat de meeste ouders en hun kinderen (85 procent) het Centrum voor Jeugd en Gezin zien als een instelling waar je gemakkelijk naar binnen moet kunnen lopen met een vraag over opvoeding of opgroeien. Nu hebben zestig gemeenten al een CJG. Eind 2009 moeten dat er 150 zijn. In 2011 is het de bedoeling dat in alle 443 gemeenten ouders en kinderen bij het centrum terechtkunnen. (ANP)