De overheid is daardoor onvoldoende in staat om haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid van jonge kinderen tussen 0 en 12 jaar binnen gezinnen waar te maken. Dit stelt de Onderzoeksraad na bestudering van 27 gevallen van kindermishandeling met fatale en bijna-fatale afloop.
Rechten van het kind
In eerste instantie zijn de ouders verantwoordelijk voor de gezondheid en de veiligheid van hun kinderen. Als de ouders die taak niet of onvoldoende vervullen, heeft de overheid, mede gebaseerd op het Verdrag voor de Rechten van het kind, die verantwoordelijkheid. De ervaring leert dat grote terughoudendheid bestaat om in te grijpen in de privésfeer van gezinnen.
Onder toezicht
Verder zijn andere beroepskrachten die hulp verlenen aan het gezin, zoals artsen, maatschappelijk werkers en ggz-medewerkers, niet verplicht om mee te werken aan het onderzoek van de jeugdzorg. Dat betekent volgens de Onderzoeksraad dat de professionals van de jeugdzorg nu onvoldoende in staat zijn om een goede risico-inventarisatie te maken van de veiligheidssituatie van het kind. ‘Ook als de kinderrechter een beschermingsmaatregel heeft opgelegd en het kind onder toezicht staat van jeugdzorg, is de informatievoorziening door en samenwerking met andere beroepskrachten niet gegarandeerd’, zo stelt de Onderzoeksraad.
Optreden
De Onderzoeksraad adviseert de overheid om de jeugdzorg in staat te stellen om op te treden bij een melding van een vermoeden van kindermishandeling. Jeugdzorg hoeft zich dan niet afhankelijk op te stellen van de medewerking van de ouders. Ook moeten professionals kunnen beschikken over relevante informatie van overige beroepskrachten.
Herhaling
Ook beveelt de Onderzoeksraad aan dat de professionaliteit in het kindveiligheidsstelsel wordt vergroot. Dat is te bereiken door professionele richtlijnen aan te scherpen, bij letsel vaker forensisch-medische kennis in te zetten en intern toezicht te bevorderen. Daarnaast moeten beroepskrachten duidelijkere kaders krijgen wanneer zij wel of niet moeten melden. Er is ook een aanpak nodig voor het voorkómen van herhaling bij dezelfde ouders. Tot slot pleit de raad voor het leren van voorvallen door systematisch onderzoek naar de oorzaken en achtergronden van (fatale) voorvallen. In Engeland gebeurt dat al. De Onderzoeksraad verwacht betere resultaten van het leren van fouten dan van het invoeren van tuchtrecht als middel tot professionalisering.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Volg Zorg + Welzijn op Twitter
Bron: Onderzoeksraad, foto: Roos Koole/ANP
Stoppen met tennissen naar mekaar terwijl een ieder weet dat de familirechters nota bene beslissen en gezag gaven en geven aan moeders ook bij scheidingen zelfs met ernstige borderlinestoornis(sen).
Begin daar maar. Aangezien de duizenden daarNA zonder vader gezette kinderen onterecht de klos zijn in gedrag, volkomen belazerd door zulke “moeders” veelal en familie ervan, en dan nog een ggz die verzwijgt daarover ervoor.
Dat is behalve meewerken aan kindermishandeling (geval S. geval R. etc etc) ook bij duizenden opzettellijk zorgen dat deze hun eigen afstamming onduidelijk wordt gemaakt c.q. wordt ‘afgenomen’ Een MISDRIJF 236 Strafrecht.
Nederland is achterlijk en kinderbeschadigend, zowel als politiek en rechtspraak als tennissende instanties.
(Gardner gaf prima adviezen en ook bpdcentral.com, wanneer instanties laten jullie niet langer toe dat de rechtspraal zo handelt met -belang van het kind- en kinderrechten?)
St.Juttemis zeker volgend jaar weer duizenden daardoor in de sh.t en zonder eigen vaders onterecht?
En maar douwen in die doofpot, ook dit rapport Raad Veiligheid verdomt het om te zeggen dat die familierechtspraak geen d.nder van deugde in duizenden van zulke kinderbeschadigende praktijken en pakt die medeplichtigen -verzwijgers erover weer eens niet aan! Laat staan zulke gestoorde dan moeders. Die met valse verklaringen en al in familierecht de handen boven het hoofd worden gehouden ten koste van kinderen.
Wel typisch dat hier wordt gesuggereerd dat Jeugdzorg niet goed kan opereren omdat andere hulpverleners hun informatie over het gezin niet zouden willen delen. Wij merken juist vaak dat Jeugdzorg doof lijkt voor alle signalen die we doorgeven en naar ons idee te snel concludeert dat er geen reden is voor een maatregel.