Eind april stemde de ministerraad in met het wetsvoorstel, dat regelt dat in beginsel alleen de beroepsbeoefenaar die een behandelrelatie met een patiënt heeft, toegang krijgt tot het medisch dossier van die patiënt. Als een beroepsbeoefenaar toegang zoekt tot het dossier maar (nog) niet aan de toegangsvoorwaarden voldoet, dient hij onder meer uitdrukkelijk te verklaren dat er sprake is van een behandelrelatie. Door deze maatregelen wordt de privacy van patiënten beter gewaarborgd.
Controle
Het wetsvoorstel regelt verder dat door middel van ‘logging’ wordt bijgehouden welke beroepsbeoefenaren toegang vragen tot een patiëntendossier. Naar aanleiding van het advies van het Cbp zal in een apart bestand worden bijgehouden welke beroepsbeoefenaren toegang tot een dossier hebben verzocht, terwijl zij niet aan de toegangsvoorwaarden voldeden. Hierdoor kan achteraf controle plaatsvinden op een juist gebruik van het systeem.
Onhaalbaar
Klink kondigde verder aan dat huisartsen, apothekers en ziekenhuizen per 1 september volgend jaar moeten zijn aangesloten op het elektronisch dossier, waarmee ze informatie over patiënten kunnen uitwisselen. Maar ‘de plannen om dat doel te bereiken zijn ondeugdelijk en de termijn waarbinnen ze moeten worden bereikt is onhaalbaar’, vinden onder meer de artsenorganisaties KNMG, LHV en de apothekersorganisatie KNMP.
Aansprakelijkheid
De organisaties stellen dat de proeven die nu draaien zeer beperkt van omvang zijn en grote technische problemen kennen. Klink zei eerder dat de proeven na eerdere kinderziektes nu wel goed verlopen. De artsen en apothekers schrijven verder dat er nog niets is geregeld over de aansprakelijkheid van zorgverleners als het dossier om technische of andere redenen onvolledig is, een volgens hen harde voorwaarde voor het elektronisch patiëntendossier. (ANP)