Een van de leuke dingen van op vakantie gaan, of te reizen, is te merken dat er verschillen zijn met thuis. Al zijn die minder evident sinds de globalisering en Europese Unie zich doen gelden.
Toch, de croissants in Frankrijk zijn beter, de pizza’s in Italië lekkerder, de mensen in het zuiden warmer. Engelsen laten zich vaak op het strand de huid van het lichaam branden en op de camping zijn Nederlandse kinderen het luidst.
Onlangs was ik in Kopenhagen en verbleef via Airbnb in een klein appartement in een gigantische, vooroorlogse huurkazerne. Het was er enorm gehorig, maar ‘s nachts doodstil, dus heerlijk geslapen. De honderden bewoners hebben namelijk afgesproken dat ze tussen 23 en 8 uur geen lawaai maken. En dat werkt.
Wat bijdraagt aan een goede afspraak als deze is dat het wooncomplex een soort gemeente binnen een gemeente vormt. Waar in Nederland vaak binnentuinen niet toegankelijk zijn, zelfs niet voor de bewoners, wordt de grote binnentuin in Kopenhagen juist gebruikt voor allerlei activiteiten. Er zijn een kinderspeelplaats, de plek voor gescheiden afval, wasdrooglijnen en picknicktafels.
Veel bewoners betreden hun woning via de toegangspoort tot de gezellige binnentuin. Dankzij die tuin is er leven en kent men elkaar. Ondanks het feit dat er eenzame ouderen wonen, jonge gezinnen, en migranten van over de hele wereld, weet men samen beslissingen te nemen, zoals over de periode van stilte. Die gemeenschappelijke binnentuin leidt tot een voor ons Nederlanders ongekend welzijn.
Het moet eraan bijdragen dat mensen in Denenmarken, zo blijkt ieder jaar uit enquêtes, tot de meest tevredenen van de wereld behoren. Dat verbaast me niets. Airbnb staat trouwens onder druk. In Amsterdam proberen de autoriteiten het al jaren terug te dringen. In Malaga waren er afgelopen zomer demonstraties tegen en in Barcelona is besloten dat het in 2028 helemaal wordt verboden. Als men in Kopenhagen er hinder van ondervindt, zullen de bewoners van de huurkazerne zeker beslissen dat het voorbij is.
Het verdienmodel van Airbnb heeft ervoor gezorgd dat de huizen- en huurprijzen in de toeristensteden zo zijn gestegen dat er voor grote groepen originele bewoners geen plek meer is in hun woonplaats.
Het hebben van een woning, koop of huur, is, zoals jullie weten, een eerste levensbehoefte.
Ooit maakte ik als beginnend journalist een reportage over de woningnood in Londen. Wat me daarvan is bijgebleven, is dat er destijds een wachtlijst voor een huurwoning in Amsterdam was van vier jaar. Dat vond ik heel lang. In Londen bleek er helemaal geen wachtlijst te zijn. Er kwam vrijwel nooit een woning vrij, woningzoekenden mochten het helemaal zelf uitzoeken. Dat Londense model van toen is inmiddels gemeengoed geworden in veel Europese steden, inclusief die in Nederland.
Ik begrijp wel dat ik op den duur in de vakantie weer het hotel in of de camping op moet, misschien minder moet reizen – is ook beter voor het milieu. Ik gun het de mensen in de toeristensteden namelijk ook om de verschillen te zien met thuis, maar dat kan alleen als ze zelf een thuis hebben.
HERMAN KEPPY
Is eindredacteur van Zorg+Welzijn
Ondersteun jij als sociaal werker bij woonproblemen?
Het Deense wooncomplex waar Herman over schrijft lijkt een prachtig lichtpuntje in een tijd waarin woningnood zo’n groot thema is, ook voor sociaal werkers in Nederland. De redactie van Zorg+Welzijn werkt aan een dossier over de woningcrisis. Ben jij een sociaal werker die steeds vaker met het thema wonen te maken heeft en mogen we je daar vragen over stellen? Mail dan de redactie op zorgenwelzijn@bsl.nl.