In Almere werd onlangs de jeugdhulp tot het einde van het jaar stopgezet’, zegt De Visser tegen Zorgvisie. ‘Het geld was op. De komende tijd zullen dit soort situaties vaker voorkomen. Zorg wordt steeds schaarser. Er zullen daarom scherpe keuzes gemaakt moeten worden bij het toekennen en inzetten van hulpverlening.’
Inzicht
Dat gemeenten soms geen goede afwegingen maken over de inzet van hulpverlening, komt volgens De Visser omdat heel veel gemeenten onvoldoende inzicht hebben in wat de kosten en opbrengsten zijn van de hulpverlening. ‘Dat komt enerzijds doordat de (ict-)systemen van gemeenten hiertoe nog niet zijn ingericht. Anderzijds komt het doordat hulpverleners in wijkteams nog niet altijd correct registreren wat ze doen.’
Kinderen in de gemeente Almere die geen acute problemen hebben, worden dit jaar ook niet meer behandeld. Dat blijkt uit een brief die de gemeente stuurde naar ongeveer zeventig gecontracteerde behandelaars en jeugdzorginstellingen. Lees meer >>
Schuldhulpverlening
Om toch enig inzicht te krijgen in de baten van het wijkteam, zijn in Schiedam 188 casussen voor zowel jeugdzorg als Wmo bekeken door de leden van het wijkteam. Per casus is aan de deelnemers gevraagd een inschatting te geven van de impact van de hulpverlening. Hierbij is gekeken of de hulpverlening wat oplevert in termen van geld of anderszins (immateriële en materiële impact). Er is gekeken naar diegene die baat heeft van de hulpverlening. Dat kan de gemeente zijn, de cliënt of een derde partij. In het geval van schuldhulpverlening zijn derde partijen bijvoorbeeld banken of woningbouwcoöperaties. Ten slotte is naar de zwaarte van de impact gekeken. De hulpverlening kan geen impact hebben, lichte impact, middel impact of zware impact. Vooraf is met het team besproken wat onder licht, middel en zwaar moet worden verstaan en zijn er voorbeelden gegeven.
Maatschappelijke opbrengst
‘Dankzij deze methode is in geld uit te drukken wat de inzet van wijkteams de gemeenten oplevert. Dat blijkt slechts 43 procent te zijn van de totale opbrengsten. Als gekeken wordt naar de kosten per uur van een wijkteam, kan een medewerker gemiddeld ongeveer vijftig uur aan een casus besteden om voor de gemeente break-even te zijn. Dat wil zeggen dat voor de gemeente de kosten dan gelijk zijn aan de opbrengsten. Als gekeken wordt naar alle maatschappelijke opbrengsten (dus ook die van cliënt en derden), dan kan 115 uur aan een casus besteed worden.’
Betere keuzes
De Visser geeft aan dat de immateriële effecten zeker niet veronachtzaamd moeten worden. ‘Toch is het nodig dat veel meer inzicht ontstaat bij gemeenten over de financiële opbrengsten van de ingezette hulp. Dit is nodig om beter keuzes te kunnen maken, om meer mensen te kunnen helpen en om situaties als in Almere te kunnen voorkomen.’
Ik vind dat de elementen die aangeven of de nieuwe aanpak met wijkteams heeft gewerkt, en met name hoe de zorg is verbeterd, want daar ging het toch om bij zorg dichtbij, ook duidelijk beschreven zouden moeten worden. Om zichtbaar te maken voor de volksvertegenwoordigers (en daarmee voor de belangenorganisaties en burgers) wat alle hervormingen en bezuinigingen hebben opgeleverd kwa zorg en gezondheid.