De richtlijn is gemaakt door TNO op basis van wetenschappelijk onderzoek. Volgens TNO zijn het juist de professionals in de jeugdgezondheidszorg die pestgedrag kunnen signaleren. Pesten komt veel voor op school en kinderen vertellen niet snel aan hun ouders of leerkracht dat zij gepest worden. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen hebben de unieke positie dat zij vrijwel alle kinderen in Nederland in een vertrouwelijk setting spreken, aldus het TNO.
Bang
De richtlijn zorgt er voor dat in heel Nederland de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen op een gestructureerde manier naar pesten vragen. Op dit moment wordt binnen de JGZ niet systematisch gevraagd naar pestproblematiek. De JGZ-professional vragen bijvoorbeeld naar hoe het kind zich voelt op school, of het wel eens bang of somber is, of het wel eens niet mag meedoen met de groep of dat zij zelf de laatste tijd wel eens iemand hebben uitgelachen. Voor kinderen vanaf 8 jaar is er bovendien aandacht voor digitaal pesten.
Hulp
Als er signalen zijn dat het pesten geen incident is, maar dat het kind hulp nodig heeft, dan gaat er volgens de richtlijn een 5-stappenplan in werking. Er wordt gekeken naar wat de behoefte is van het kind (stap 1), er wordt contact gelegd met de ouders (stap 2), er wordt gesproken met de leerkracht of iemand anders op school (stap 3), de JGZ verwijst door naar een programma of de huisarts voor psychologische hulp (stap 4), na drie maanden controleert de JGZ hoe het gaat met het kind en of de hulp heeft gewerkt (stap 5).
Hoe gaat u om met de ingrijpende veranderingen van de nieuwe Jeugdwet. Het congres Integrale Jeugdzorg op 30 juni brengt u in één dag in de juiste richting van plan tot uitvoering. Met praktische tips over de transformatie van de jeugdzorg voor professionals, Jeugdhulporganisaties en gemeenten. Lees hier meer over het programma en inschrijven>>