Anja Machielse is bijzonder hoogleraar Empowerment van Kwetsbare Ouderen. Twintig jaar geleden deed ze voor het eerst onderzoek naar de relatie tussen het welzijn van mensen en hun sociale contacten. ‘Toen bleek al dat een goed functionerend sociaal netwerk het welbevinden positief beïnvloedt.’ Met andere woorden: wie geen goed sociaal netwerk had, voelde zich slechter. ‘Maar als je daar destijds over sprak, zeiden overheden: “Dat is heel vervelend, maar het is niet aan ons dit op te lossen. Het is een privéprobleem als mensen geen goed netwerk hebben”.’
Op de politieke agenda
Twintig jaar verder zijn de standpunten veranderd. Machielse: ‘Ten eerste omdat nu voor iedereen helder is dat het niet puur een privéprobleem is. Ook maatschappelijke factoren als de veranderende samenleving en veranderende gezins- en familierelaties spelen een rol. Je moet tegenwoordig meer moeite doen om relaties aan te gaan met mensen die bij je passen.’ Ten tweede is het volgens de bijzonder hoogleraar duidelijk geworden dat langdurige eenzaamheid een negatieve invloed op gezondheid heeft en daardoor medische kosten tot gevolg kan hebben. ‘De maatschappelijke discussie over eenzaamheid was er al, maar nu staat het onderwerp ook op de politieke agenda.’
Dieptepunt van de individualisering
En dat is positief. Het taboe op eenzaam zijn wordt minder en zowel overheden als professionals, vrijwilligers en burgers zien dat er voor iedereen een rol is weggelegd in de aanpak van eenzaamheid. ‘Het dieptepunt van de individualisering is wel achter de rug. Dat is ook zichtbaar. Bijvoorbeeld in wijken waar initiatieven worden genomen om samen te komen.’
Wij en zij
Maar er zit ook een negatieve kant aan de aandacht voor eenzaamheid vindt Machielse. ‘Het is een slechte ontwikkeling dat mensen die zich eenzaam voelen als zielig of incompetent worden gezien. En dat er nog steeds over wij en zij wordt gesproken. Ik zou heel graag willen dat mensen zich realiseren dat iedereen wel eens eenzaam kan zijn.’
Pil tegen eenzaamheid
Machielse ziet ook dat allerlei organisaties, bedrijfjes en zzp’ers op het thema inspringen. ‘Terwijl er lang niet altijd kennis van zaken is, en er commerciële belangen spelen, wordt er van alles ontwikkeld rond de aanpak van eenzaamheid. Het zou mij niet verbazen als er binnenkort een pil wordt gepresenteerd om eenzaamheid op te lossen. Dat vind ik beangstigend. Eenzaamheid is geen ziekte die je met medicijnen kunt oplossen.’
Werkzame elementen
Hoe goed bedoeld ook, worden er nu veel initiatieven gestart die helemaal niet helpen in de aanpak van eenzaamheid. ‘Dat is ook lastig’, weet Machielse. ‘Want er is nog weinig bekend over de werkzame elementen uit interventies tegen eenzaamheid. Wat kun je bij welke mensen bereiken, wat werkt precies en waarom werkt dat? Op die vragen worden nu antwoorden gezocht.’
Eenzaamheid uitbannen
Maar ondanks dat moeten we ons realiseren dat het een illusie is dat je eenzaamheid kunt uitbannen. ‘Ten eerste moeten we accepteren dat eenzaamheid bij het leven hoort en dat iedereen ermee te maken zal krijgen. Dat is een feit. Daarnaast is het ook nog zo dat eenzaamheid lang niet altijd een probleem is dat we kunnen oplossen.’
Tijdelijke eenzaamheid
In de meeste gevallen is eenzaamheid tijdelijk en weten mensen hun weg weer te vinden. Soms met hulp van anderen. ‘Bijvoorbeeld wanneer iemand bepaalde competenties mist om een netwerk op te bouwen of te onderhouden of het lastig vindt een ander te vertrouwen en daardoor niemand dichtbij laat komen. In die gevallen kun je eenzaamheid oplossen door mensen vaardigheden aan te leren of therapie te laten volgen.’
Onomkeerbare eenzaamheid
Maar er is ook een groep bij wie de eenzaamheid onomkeerbaar is. ‘Dit geldt met name voor ouderen. Wanneer een oudere zijn of haar partner verliest, is het niet vanzelfsprekend dat hij of zij een nieuw contact krijgt dat net zo betekenisvol is. In de relatie met degene die ze verloren zijn, hebben ze jaren geïnvesteerd. Ze hebben samen lief en leed gedeeld, herinneringen opgebouwd en ervaringen gedeeld. Dat bouw je niet zomaar op met iemand die je net leert kennen.’ Dit kan ook gelden voor mensen die stoppen met werken. Zij kunnen het gevoel krijgen er niet meer bij te horen, niet meer bij te dragen. ‘De problemen van deze mensen los je niet op. Het gaat er bij hen om dat e leren omgaan met hun nieuwe situatie.’
Wegnemen van eenzaamheid is niet het doel
Hoe je deze groep toch kunt ondersteunen, is door simpelweg aan te sluiten bij hun situatie en behoeften. Waar de één behoefte heeft aan een druk sociaal leven en onder de mensen wil zijn, wil de ander juist graag één diepgaand contact hebben. ‘En waar de één hulp nodig heeft om te accepteren dat hij kwetsbaarder is geworden, heeft de ander hulp nodig bij praktische zaken. Het allerbelangrijkste is dat je je als professional realiseert dat je eenzaamheid in sommige gevallen kunt wegnemen of verminderen, maar dat het opheffen van eenzaamheid niet altijd het doel hoeft te zijn.’