Door Olga van Hattum
– ‘Opstap Opnieuw’ is bedoeld voor kleuters van vier tot zes
jaar oud. De ouders voeren de activiteiten tien minuten per dag spelenderwijs
uit met hun kinderen.
Betere startpositie
Dit gezinsgerichte programma moet kinderen uit achterstandssituaties een
betere startpositie in het onderwijs geven. De ouders krijgen ondersteuning van
buurtmoeders. Het gaat om een zogeheten eigentaalprogramma: Turkse kinderen doen
het in het Turks, en er is ook een Arabische variant.
EffectCathy van Tuijl van de Universiteit Utrecht deed
al enkele jaren geleden tweemaal onderzoek naar ‘Opstap Opnieuw’. Zij toonde aan
dat het programma zowel op korte als op lange termijn effect heeft op de
vaardigheden van basisschoolleerlingen. Ook krijgen ouders door ‘Opstap Opnieuw’
een grotere betrokkenheid bij de school.
Volgens Van Tuijl heeft Van Steensel kinderen met te verschillende
achtergronden met elkaar vergeleken. ‘De ouders van Opstap-kinderen zijn zeer
laag opgeleid. Daardoor zijn de resultaten van deze kinderen niet goed
vergelijkbaar met die van kinderen met ouders die hoger opgeleid zijn.’ De
uitkomsten van het nieuwe onderzoek zijn daarom minder positief, zegt Van Tuijl.
‘Volgens mijn onderzoek werkt Opstap wel. En er is ook onderzoek gedaan naar
Opstap in Amsterdam Bos en Lommer. De resultaten van die onderzoeken versterken
elkaar.’
VergelijkingVan Steensels onderzoek maakt een
vergelijking tussen de effecten van het gebruik van het gezinsgerichte programma
‘Opstap Opnieuw’ en van het bezoek van een peuterspeelzaal. Hij onderzocht bij
een groep van 120 kinderen in Tilburg en Waalwijk de middellangetermijneffecten,
van het eind van groep twee tot het eind van groep vier.
‘Ik vond voor het beginnend lezen en schrijven en woordenschat geen
verschillen tussen de kinderen die wel en de kinderen die geen Opstap
gebruikten. Maar bij de kinderen die naar de peuterspeelzaal gingen vond ik die
wel.’ Dat heeft twee oorzaken, zegt Van Steensel. Ten eerste is Opstap een
zogeheten eigentaalprogramma, en ten tweede is de uitvoering niet constant.
Eigen taalDoordat de Opstap-kinderen de activiteiten
in de eigen taal (bijvoorbeeld het Turks of Arabisch) uitvoeren, heeft dat niet
direct invloed op hun Nederlandse taalvaardigheid. En daar komt ook het verschil
met de eerdere onderzoeken vandaan.
Van Steensel: ‘Ik heb alleen gekeken naar de effecten op Nederlandstalige
geletterdheid. Van Tuyl onderzocht ook de effecten op de rekenvaardigheid en de
vorderingen in de eigen taal, bijvoorbeeld het Turks. In de eigen taal en met
rekenen heeft Opstap inderdaad effect, zij het gering. In die zin komen onze
conclusies dus overeen.’
LastigVan Steensel erkent overigens dat het een lastig
onderzoek was. ‘De langetermijneffecten zijn moeilijk meetbaar, want op de
basisschool krijgen kinderen óók programma’s aangeboden effect hebben op hun
geletterdheid. Bovendien heeft Opstap een moeilijke doelgroep, want het gaat om
zeer laagopgeleide ouders. Maar omdat de ouders meedoen op basis van
vrijwilligheid zitten hoog- en laagopgeleiden door elkaar. We hebben daarvoor
wel gecorrigeerd in de analyse.’
UitvoeringOm het effect van Opstap te verhogen, zou de
uitvoering in de gezinnen beter gecontroleerd en ondersteund moeten worden,
vindt Van Steensel. ‘Het zou het best zijn als de buurtmoeders uit de eigen
etnische groep komen en de ouders uitleg in de eigen taal kunnen geven. In de
praktijk werkt het helaas niet zo. Dat maakt ondersteuning lastig.’
Hij vindt Opstap wel een goed programma, maar ‘het manco is dat het niet is
voorgestructureerd. Er wordt niet heel precies gezegd wat de ouders moeten doen.
De verwachtingen ten aanzien van de ouders en de buurtmoeders zijn vrij hoog.
Het is de vraag of zij de capaciteiten hebben om aan die verwachtingen te
voldoen.’
OnderzoekVan Steensel pleit voor aanvullend onderzoek.
‘Wat gebeurt er bij de overdracht van buurtmoeders naar de ouders? Deze
buurtmoeders zijn sleutelfiguren in de eigen etnische gemeenschap. Maar het zijn
geen professionals. Ze krijgen wel een training en ondersteuning van een
programmacoördinator, maar de kwaliteit van die ondersteuning varieert.’
Ook is niet onderzocht of de ouders Opstap correct uitvoeren. Of dit
onderzoek er komt, is echter nog de vraag. De beleidsaandacht is juist
verschoven van gezinsgerichte programma’s als Opstap naar de centrumgerichte
aanpak. Ook voor de peuterspeelzalen heeft Van Steensel een aanbeveling. ‘Het
zou goed zijn om meer te investeren in de professionalisering van de peuter- en
kleuterleidsters, vooral waar het gaat om een aanpak voor kinderen die niet of
nauwelijks Nederlands spreken.’
Links: Roel van Steensel,
href=”http://webapp.uvt.nl/fsw/spitsjohn.nb_lib.frmToonPersbericht?v_id=6615″
target=_blank name=”rOEL VAN sTEENSEL”>’Peuterspeelzaal kan ‘ontluikende
geletterdheid’ van jonge kinderen stimuleren’, Ineke van der Veen en
Annemiek Veen,
target=_blank name=”Opstap in Bos en Lommer”>’Opstap in Bos en Lommer’,
SCO-Kohnstamm Instituut en Cathy van Tuijl,
href=”http://www.uu.nl/content/opstap%20opnieuw.doc” target=_blank
name=”Opstap opnieuw”>Effecten van Opstap Opnieuw. Effecten van een
gezinsgericht stimuleringsprogramma bij Turkse en Marokkaanse
gezinnen