Gerard Lohuis is sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij BuurtzorgT en docent aan de Hanzehogeschool Groningen. Pas nog werd hij uitgescholden door een oudere vrouw op leeftijd. Ze zat helemaal niet op een bezoek van Lohuis te wachten en stuurde hem in niet mis te verstane bewoordingen weg. Ze had geen hulp nodig. Haar bleke gezicht, het feit dat ze nog een pyjama droeg om vier uur ’s middags en de zichtbare rommel in haar huis vertelden een ander verhaal. Haar familie maakte zich niet voor niets zorgen.
De volgende dag meldde de sociaal psychiatrisch verpleegkundige van BuurtzorgT zich opnieuw. ‘Ben je daar nu weer?’, riep ze hem toe van uit het raam. ‘Met haar kortetermijngeheugen bleek niets mis. Ik heb volgehouden en uiteindelijk stond ze toch open voor een gesprek, later ook voor hulp.’
Angst
Juist dat geduld is essentieel in zijn werk. Juist bij ouderen die, zoals deze mevrouw, elke hulpverlener wegsturen. ‘Verplaats je in hun verhaal. Hun grootste angst is vaak dat ze hun autonomie kwijtraken. Sta nu eens stil wat ouder worden echt betekent. Je raakt mensen om je heen kwijt, je hebt met verlies te maken, je netwerk wordt kleiner. Lichamelijk lever je in, je raakt minder flexibel.’
Investeren in vertrouwen
Lohuis glimlacht, het is geen vrolijk verhaal. ‘Maar over oud worden nadenken maakt wel dat je die cliënt die er alles aan doet om jou buiten de deur te houden, beter kan begrijpen. Als ik voor de deur sta, zijn ze bang dat ze toch opgenomen moeten worden of dat ik van alles – tegen hun zin – ga regelen. Investeer daarom in het contact, in het vertrouwen. Ik vergelijk het met het dansen van de tango, de ene keer leid ik, de andere keer de cliënt.’
Perspectief
Te vaak kijken professionals te veel vanuit de diagnostiek, zegt Lohuis. ‘En natuurlijk houd je daar rekening mee, maar vergeet het perspectief van de oudere niet. Iemand kan dementie hebben, maar de man in kwestie kan zeggen: ik ben gelukkiger dan ooit zonder al die remmingen. Daar moet je oog voor hebben.’
Geen snelle oplossingen
Hij ziet dat professionals vaak druk ervaren vanuit de familie om zaken snel op te lossen. ‘Maar in de hulp aan zorgmijdende ouderen zijn er geen snelle oplossingen. Ik ben voorstander van meerpartijdigheid. Je zult als hulpverlener moet balanceren tussen familie en de cliënt. Vergeet niet, dat iedereen het beste voor heeft met de persoon in kwestie.’
Lange adem
Ook vanuit de organisatie wordt de druk soms opgevoerd. ‘Dat heeft alles te maken met het kader waar binnen we werken, hoe we worden aangestuurd en gefinancierd. Maar hulp aan zorgmijders vraagt vaak een lange adem.’
Complex
Lohuis wordt vaak ingeschakeld bij ‘complexe casuïstiek’. ‘Wat is complex, denk ik dan? Professionals moeten zich niet te snel uit het veld laten slaan, want vergeet niet dat cliënten dat ook voelen en trekken ze zich juist terug. Het is een kwestie van willen, moeten en kunnen. Dat moet je samen zien te brengen.’
Vakjes
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige ziet wel dat er steeds meer ruimte voor dit verhaal ontstaat. Ook op de opleidingen. ‘Dat past ook bij ‘de nieuwe GGZ’ van onder meer hoogleraar psychiatrie Jim van Os. Voorheen werd toch vooral gehandeld vanuit de diagnostiek, maar wanneer we dan te maken hadden met een iemand met autisme, verslaving en depressie, dan werd dat meteen heel complex verhaal. Hier in Groningen kijken we veel naar de persoon, wat heeft hij of zij nodig? Zonder ons te veel aan te trekken van al die vakjes en labels.’