Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) onderzocht met Vilans, EMGO+ VUmc en Kiwa Prismant voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg hoe het ervoor staat met de standaarden voor informatieoverdracht. Zij zagen dat, in de weinige standaarden voor informatieoverdracht die er zijn, relevante zorgverleners niet eens worden genoemd.
Specialisten ouderengeneeskunde
De onderzoekers doelen onder andere op specialisten ouderengeneeskunde in het ziekenhus. Zij spelen een cruciale rol in de zorg voor ouderen in verpleegtehuizen, maar komen bijna niet in de overdracht voor. Ook is het vaak niet mogelijk dat een patiëntendossier door meerdere partijen kan worden ingezien.
Lokale voorbeelden
Op lokaal gebied bestaan er wel enkele voorbeelden van een goede informatieoverdracht, zoals in Eindhoven, Amsterdam en Den Haag. Carolien de Blok, onderzoeker van NIVEL: ‘Zeker gezien de groeiende groep ouderen is het belangrijk dat het veld ook zelf initiatief neemt om de informatieoverdracht te verbeteren. Hierin kunnen instellingen van bestaande initiatieven leren waardoor uiteindelijk alle ouderen in Nederland daarvan profiteren.’
Inspectie voor de Gezondheidszorg
In de Staat van de Gezondheidszorg 2011 pleitte de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ook al voor meer aandacht voor informatieoverdracht. Als voorbeeld werd een oudere genoemd die thuiszorg krijgt, naar de dagopvang gaat, medicijnen krijgt voorgeschreven door de huisarts die de thuiszorg vervolgens moet verstrekken terwijl de internist andere medicijnen voorschrijft voor de behandeling van bijvoorbeeld operatiewonden. Het is is zo’n situatie belangrijk dat de informatie tussen de verschillende zorgverleners correct, compleet en tijdig wordt overgedragen vindt de IGZ.