Dit staat in het wetsvoorstel van staatssecretaris Aboutaleb (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), minister Vogelaar (Wonen Wijken en Integratie) en staatssecretaris van Bijsterveldt (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) dat dinsdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Werkdeel
Het participatiebudget bundelt het zogenoemde ‘werkdeel’ van de Wet werk en bijstand (geld om bijstandsgerechtigden en herintreders aan werk te helpen), de inburgeringsbudgetten (waarmee gemeenten onder meer taallessen inkopen voor inburgeraars) en het geld voor volwasseneneducatie. Bij elkaar gaat het om ongeveer 2 miljard euro.
Einde
Nu gelden voor de verschillende budgetten afzonderlijke regels. Het participatiebudget maakt aan die verschillende regels een einde. Gemeenten worden hiermee vrijer om te bepalen wie welke voorziening of opleiding nodig heeft om aan het werk te komen of op een andere manier deel te nemen aan de maatschappij.
Cursussen
Het geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor (combinaties van) scholing, loonkostensubsidie, sociale activering, stimuleringspremies, schuldhulpverlening, bijscholing van vrijwilligers, stages, cursussen voor laaggeletterden of inburgeringscursussen.
Het participatiebudget levert gemeenten bovendien minder administratieve rompslomp op. De regels zijn eenvoudiger, ze hoeven nog maar één administratie bij te houden en één keer aan het Rijk verantwoording af te leggen hoe het geld is uitgegeven. De beoogde invoeringsdatum is1 januari 2009.