Helaas is er op dit moment nauwelijks tijd in de Nederlandse gevangenissen om hiermee aan de slag te gaan. ‘Je staat met twee, drie man op een groep. Alle jongens willen bellen, moeten hun was kunnen doen, er moet gekookt worden, je bent met allemaal regeldingen bezig. Niet met behandelen. Een gemiste kans.’
Preventie
Met zijn project Wazzap probeert Akhath hier verandering in te brengen. In de inrichtingen, door in zijn vrije tijd met jongeren in gesprek te gaan, maar ook door bijvoorbeeld voorlichting te geven op scholen. ‘Want het begint bij preventie. Kijk naar rapper Boef. Jongeren luisteren naar zijn “coole” leven vol geweld, horen hem vloeken, zien z’n dure kleding. Hij heeft in de jeugdgevangenis gezeten, hè. Zijn debuutalbum Slaaptekort is het meest gestreamde album op één dag. Ik denk dan: zit niet te slapen! Hier begint het!’
Radicalisering
Waar Akhath zich de meeste zorgen over maakt? Dat de re-integratie van de jongeren die van een justitiële inrichting teruggaan naar de maatschappij te weinig aandacht krijgt. ‘Waarom duurt het zes weken voordat een ex-gedetineerde een uitkering krijgt? Waarvan moet hij tot die tijd leven? Waarom worden er miljoenen geïnvesteerd in ISO-certificeringen, maar is er geen tijd voor echte gesprekken over de maatschappij, over normen en waarden. Tijdens een Wazzap-bijeenkomst liet ik eens een foto zien van Anne Frank en vroeg wie dat was. Eén jongere dacht het te weten. “Dat is toch die vrouw van die boot?” zei hij. “Die boot die zonk?” Deze jongens zijn twintig jaar en niemand heeft ooit met hen de Nederlandse geschiedenis besproken. Dan mis je veel. Dus iedereen kan zich wel druk maken over radicalisering, maar deze jongens zijn een veel groter probleem. Zij keren straks terug in de maatschappij. Ga aan díe integratie maar eens iets doen.’
Straatcultuur
Wat kunnen jongerenwerkers betekenen om het moreel besef van jongeren te vergroten? Kennis hebben van de straatcultuur. Akhath: ‘Anders brandt je af. Weten wat bepaalde termen, zoals “tatta” en “skotoe” betekenen, is niet voldoende. Het gaat om hoe je ze aanspreekt. Wil je aanzien? Wees dan een motherfucker. Dus geen pedagogisch gelul, maar keihard: “Luister vriend, je bent te ver gegaan. Opdonderen naar je cel.” Dat mag eigenlijk niet, he? Je moet pedagogisch blijven. Jongens noemen dat poppenkast. Ze leren in de gevangenis acteren om dingen voor elkaar te krijgen.’