Met ruim een miljoen werkenden, is de zorg één van de grootste sectoren van ons land. Ruim een derde van de mensen in de zorg werkt in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) en een kwart werkt in een ziekenhuis. Het overige deel werkt in de gehandicaptenzorg, ggz of (para)medische praktijken. Bijna drie op de vier heeft een beroep dat direct te maken heeft met het verlenen van zorg: zorghulpen, helpenden, woonbegeleiders, verzorgenden, verpleegkundigen, medisch assistenten, artsen.
Krimpjaren
Tot 2012 was de zorg een belangrijke banenmotor. Het overheidsbeleid van de afgelopen jaren heeft echter grote invloed gehad op de sector. Om de alsmaar stijgende zorgkosten te beheersen, voerde de overheid verschillende maatregelen in. Hierdoor daalde het aantal werknemers in de periode 2012-2016 met vijf procent. Vooral de verzorgingshuizen werden hard geraakt door de maatregelen. De zorg verschuift van intramuraal naar extramuraal: zorg wordt zoveel mogelijk thuis aangeboden en niet in een instelling. Het aantal banen in de verpleging en verzorging daalde flink tussen 2012 en 2016. Maar ook de thuiszorg kreeg het zwaar. Onder meer door korting op de huishoudelijke hulp en de transitie van een aantal zorgtaken naar gemeenten vielen hier veel ontslagen.
Vanaf 15 mei tot 15 juni kunnen werkgevers in de zorg en welzijnssectoren zich inschrijven met een goed plan om nieuwe mensen in te laten stromen in de sector. Het zogenoemde SectorplanPlus gaat een tweede tijdvak in. Werkgevers kunnen subsidie krijgen om eigen personeel te scholen, maar ook voor de instroom en opleiding van nieuw personeel. Lees meer >>
Scherp op ouderenzorg
Op dit moment lijkt het grootste effect van de kostenbesparingen in de zorg voorbij. Door de vergrijzing groeit de vraag naar zorg verder. Er komt meer geld beschikbaar voor de ouderenzorg, onder andere door het manifest ‘Scherp op ouderenzorg’. Het effect hiervan is te zien in de cijfers. Voor het eerst in jaren steeg de werkgelegenheid in 2017. UWV verwacht dat deze banengroei in 2018 doorgaat. Naar verwachting stijgt het aantal banen van werknemers in de zorg dit jaar tot ongeveer 1,1 miljoen.
Wervingsproblemen
Met de groeiende werkgelegenheid zijn de wervingsproblemen in de zorg terug van weggeweest. Medio 2017 had de helft van de werkgevers in de zorg te maken met moeilijk vervulbare vacatures. Vooral ziekenhuizen, ggz-instellingen en werkgevers in de VVT hebben moeite met het vinden van gekwalificeerd personeel. Enkele jaren geleden waren alleen de functies op hogere niveaus moeilijk in te vullen, met name voor wijkverpleegkundigen en specifieke medisch specialisten. Inmiddels zijn ook verzorgenden individuele gezondheidszorg (ig) en mbo-verpleegkundigen erg moeilijk te vinden. Het overgrote deel van de verzorgenden en verpleegkundigen geeft aan in het dagelijks werk last te hebben van een tekort aan collega’s. Het gevolg is dat personeel extra diensten moet draaien, oplopende werkdruk ervaart en vaker kampt met gezondheidsklachten. Uiteindelijk staat volgens hen ook de kwaliteit en continuïteit van de zorg onder druk.
Intensieve zorg thuis
Naast de transitie van intramurale naar extramurale zorg verschuift de zorg van tweedelijns naar eerstelijns. Er wordt een groter beroep gedaan op mantelzorgers. Mensen blijven langer thuis wonen en hebben daar vaak intensieve zorg nodig. Het werk wordt hierdoor complexer. Ook in verpleeghuizen neemt de zorgzwaarte toe. Daarmee stijgt ook het gevraagde opleidingsniveau: van mbo-niveau 2 naar 3, van 3 naar 4, en van mbo naar hbo. Ook op de lagere mbo-niveaus verandert de verhouding tussen vraag en aanbod. Zo groeide het aantal vacatures voor helpenden (mbo-niveau 2) in 2017 fors ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook voor zorghulpen (mbo-niveau 1) trok de vacaturemarkt iets aan. Waar beide beroepen enkele jaren geleden nog gekenmerkt werden door overschotten, hebben ondertussen steeds meer ontslagen zorgmedewerkers de weg terug naar werk gevonden. De WW-instroom van zorghulpen en helpenden nam tussen 2015 en 2017 sterk af. Vraag en aanbod lijken steeds meer in evenwicht te komen. Per vacature zijn er steeds minder werkzoekenden die met elkaar concurreren. Daarmee nemen de kansen op een baan, ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt, toe.
Toekomst
De zorgsector staat voor een behoorlijke uitdaging. Enerzijds is het zaak voldoende mensen te vinden voor moeilijk vervulbare functies. Daarnaast is het de uitdaging de juíste mensen te vinden, met het opleidingsniveau en de competenties die aansluiten bij de huidige vraag. De verwachting is dat de wervingsproblemen alleen nog maar toe zullen nemen. Want naast banengroei moet rekening worden gehouden met een forse vervanging van personeel. Nu al is 23 procent van de werknemers in de zorg ouder dan 55 jaar. In de VVT is dit zelfs 27 procent. Dit betekent dat er de komende tien jaar veel oudere zorgmedewerkers stoppen met werken. Hierdoor ontstaan er nog meer vacatures die moeten worden vervuld.
Lees het hele artikel in Sociaal Bestek van april/mei>>