Wat kan de professional leren van de Vogeltjes- en Visserijbuurt, twee achterstandsbuurten in Tilburg? ‘Ze doen hun stinkende best en sociaal werkers hebben een groot engagement met de wijk. En toch kunnen ze het hart van de problematiek in de buurt niet raken.’ Dat zegt Pieter Tops, hoogleraar Bestuurskunde aan de universiteit van Tilburg. In zijn boek “De ongetemde wijk”, een geschiedenis van twee volksbuurten met hun eigen mythes en normen.
Achterstandswijk
De meest succesvolle ingreep in deze wijken, aldus Tops, was eigenlijk de actie van de woningbouwvereniging om iedereen die een hennepkwekerij in huis had, zijn huis uit te zetten. ‘Dit gaven de bewoners in de wijk zelf aan als succes’, zegt Tops. ‘Bewoners zijn verknocht aan hun huis, ze willen zich wel inzetten voor het behoud ervan. Het lastige is dat professionals in zo’n achterstandswijk met een eigen leven, maar moeilijk de sociale problemen kunnen aanpakken. Ze zitten in de mangel tussen de eisen van de overheid en de complexiteit van de buurt.’
Sociale vraagstuk
Tops geeft een concreet voorbeeld hoe het werkt in zo’n typerende volksbuurt, waar achterstand en criminaliteit een manier van leven zijn. ‘Een vrouw gaf aan dat ze graag haar familie-roots wilde houden, maar ook een eigen leven wilde opbouwen buiten de mores van de wijk. Precies dát is de kern van het sociale vraagstuk’, vindt Tops, ‘namelijk de wil om stappen in het leven te zetten. Professionals moeten daarop inhaken door de bewoners daarin te begeleiden.’
Pieter Tops is één van de sprekers op het Zorg+Welzijn congres Het wijkteam onder de loep op 22 mei. Tijdens dit congres ligt ‘het wijkteam’ letterlijk onder de loep. Wat zijn de trends? Wat gaat goed? En wat kan beter? Andere sprekers zijn onder meer socioloog Evelien Tonkens en hoogleraar hoogleraar Philippe Delespaul. Meer info of inschrijven >>
Aanbesteding
Gebeurt dat dan niet? ‘Ze proberen het wel’, zegt Tops, ‘maar dan gebeurt er toch weer iets dat het langzaam opgebouwde vertrouwen tussen bewoners en sociaal werker dwarsboomt.’ In het geval van de jonge vrouw die een opleiding wilde doen om verder te komen, kwam de aanbestedingsprocedure van de gemeente ertussen. De welzijnsorganisatie, die de vrouw begeleidde, verloor de aanbesteding, een nieuwe organisatie begon aan het sociaal werk. Na 2 maanden was het contact met de vrouw weg.
Modern paternalisme
Natuurlijk mag je ook wat van buurtbewoners verwachten om hun wijk en zichzelf uit de achterstand te halen, zegt Pieter Tops. ‘Sociaal werk in dit soort wijken betekent vooral niet de mensen in de watten leggen, maar strenge grenzen stellen. Ik noem dat wel: “streng liefhebben”, eigenlijk zoals de maatschappelijk werkster in de jaren vijftig in deze wijk aan de slag gingen.’ Het gaat niet om meer zelfredzaamheid, zegt Tops. Deze bewoners kunnen zich misschien wel te goed zelf redden via min of meer illegale activiteiten. ‘Het gaat erom dat mensen begeleid worden in hun manier in de wijk te overleven. Ik noem het: “modern paternalisme”.’
Sociaal werker
Het gaat de laatste tien jaar beter met de wijk. Dat komt vooral ook omdat bewoners ‘hun terughoudendheid tegenover het onderwijs hebben laten varen’, zegt Tops. ‘Vroeger hoefde je niet hoger te reiken dan de mulo als je bij de buurt wilde horen. Nu wordt het geaccepteerd dat jongeren ook naar havo of vwo gaan. Interessant is dan om deze tendens als sociaal werker te versterken. Onderwijs blijkt een belangrijke hefboom te zijn om het leven in de wijk naar een ander niveau te tillen. Er wordt goed werk gedaan door sociaal professionals, ze willen samenwerken en er is overleg tussen verschillende domeinen. Maar ik zie niet dat het integraal werken ook in concrete actie in de wijk wordt omgezet.’
U kunt het boek ‘Een ongetemde buurt’ bestellen bij uitgeverij Balans>>
Dat geconstateerd wordt dat ’terughoudendheid naar onderwijs’ niet langer van belang is om bij de wijk te horen is een start. Culturele ombuiging vraagt echter ook om behoud van de nieuwe generatie. Vroeger kon men niet ‘ontsnappen’ aan de wijk en de cultuur, nu is het gevaar eerder dat herkenbaarheid en saamhorigheid verloren gaat omdat veel te snel mensen doorstromen naar ‘betere’ buurten en omgeving. Het zou goed zijn als samen met de wijkbewoners een woonproject gestart kan worden. Waarbij het doel behoud van karakter, cultuur en saamhorigheid met een eigen geschiedenis zou moeten zijn. Het is al te vaak voorgekomen dat mooie wijken ineens bewoond worden door ‘vreemde YUPS’ en andere nieuwelingen die geen contact hebben met de oorspronkelijke cultuur van de wijk.
De regering moet ervoor zorgen dat er geen inkomens(lees achterstands) wijken ontstaan. Dus gemengde wijken met zowel dure als goedkope woningen. De strenge toelatingseisen voor huurwoningen verzachten. Mensen met een uitkering samen laten wonen zonder op de uitkering te korten, dan hebben ze geen huursubsidie nodig. Gedogen dat mensen boven de 50 permanent op een recreatiepark mogen verblijven, zodat ze er geen appartement op na hoeven te houden voor de post.