In Kippenvel interviewt journalist Maarten Dallinga zorg- en hulpverleners over een kippenvelmoment in hun carrière. Luisteren biedt de beste ervaring. Toch liever lezen? We hebben het interview voor je samengevat:
Anne Elsinghorst (45): ‘Dit verhaal geeft heel goed weer hoe belangrijk thuiszorg en wijkverpleging is voor mensen. Het begint met een telefoontje over een vrouw van ongeveer negentig jaar die een stoma zal krijgen – best bijzonder voor iemand van rond die leeftijd. Ik ga langs en aan alles kan ik zien dat ze oud is: haar rug is een beetje gekromd, ze is mager, heeft knokige vingers. Maar met haar geest is niets mis en ze wil zoveel mogelijk zelf blijven doen. Ze wil dus ook zelf haar stoma leren verzorgen, maar veel begeleiding van ons heeft ze niet nodig en dus gaat ze na een paar weken weer uit zorg.
Maar een paar maanden later word ik gebeld door haar dochter. Zij maakt zich zorgen: haar moeder raakt wat wiebelig op de been. Ik ga wederom langs en we spreken af dat we twee keer in de week zullen helpen met douchen. Op een gegeven moment komen we iedere dag, ook om haar te helpen met het opstarten van haar dag. Ze gaat ons steeds meer waarderen en ik bouw echt een band met haar op – heel mooi.
We praten over van alles, ook over grote dingen. Ze vertelt dat ze het leven een last begint te vinden en het wordt me steeds duidelijker dat ze levensmoe is. Ze is altijd vermoeid, haar lichaam is gewoon op. Er zijn nog maar weinig geluksmomentjes. Ik vind dat ik er iets mee moet, dat dit bij mijn werk hoort. Omdat mevrouw zelf niet bij machte is om haar huisarts te vragen om een langer gesprek, neem ik contact op. De huisarts had er eerder al wel met haar over gesproken, maar nam het toen niet zo serieus. Ik geef haar daarom een stem.
Na zo’n vier gesprekken zegt de huisarts dat het zo niet langer kan. De Levenseindekliniek wordt ingeschakeld (huidige naam: Expertisecentrum Euthanasie – red.) en haar verzoek ingewilligd. Dan zegt ze: ja, volgende week woensdag om 14.00 uur, dan gaat het gebeuren. Héél gek om mee te maken. Ik denk de dag erna: dit is haar laatste vrijdag, en dan: dit is haar laatste zaterdag.
Op de dag van haar overlijden drink ik met haar een laatste koffie. Onze gesprekken gingen altijd heel makkelijk, behalve op die laatste dag. Ik hurk naast haar en zeg dat ik het heel fijn vond om voor haar te zorgen. Ze bedankt me voor alles wat ik voor haar gedaan heb. Dat is een enorm kippenvelmoment.’
Wat een mooi kippenvelmomentje! Wat heb je het mooi verwoord Anne!