‘Een meisje zit als enige met een hoofddoekje om in de
klas. Jongens beginnen te schelden over homo’s. Zegt zij: “Dat mag niet, dat
zijn ook mensen”. “Maar jij bent toch moslim en dan ben je toch tegen homo’s?”
reageren de jongens. Zegt ze: “Ik heb een vriendin die lesbisch is. Ik wil niet
weten wat ze doet, maar ze blijft mijn beste vriendin.” Dat is zo’n vreselijk
leuk verhaal, dat staat zo dwars op wat iedereen denkt.’
Enthousiast vertelt Anja Meulenbelt over haar ontmoetingen met zomaar een
groep moslimmeisjes in Vlissingen. Met de anekdote maakt ze duidelijk dat de
stereotiepen over moslimvrouwen vaak nergens op slaan. ‘Die meiden weten heel
erg goed waar ze voor staan. Een van die vrouwen heeft een hoofddoek om, maar is
wel gescheiden. Ze voedt in haar eentje haar kinderen op en werkt bij Blijf van
mijn lijf. Het is te arrogant om te denken dat wij kunnen beslissen waarom
iemand een hoofddoekje om heeft.’
Voor de SP gaat Meulenbelt zich in de Eerste Kamer bezighouden met kwesties
als het Midden-Oosten, emancipatie- en minderhedenbeleid en hulpverlening.
Beroemd geworden met de bestseller ‘De schaamte voorbij’ (1976),
publiceerde ze de afgelopen decennia meer dan dertig boeken. Ze schreef veel
over vrouwen en seksualiteit, veranderend ouderschap en welzijnswerk. Tot 1994
was Meulenbelt docent aan de voortgezette opleiding voor welzijnswerk aan de
Hogeschool van Amsterdam. Daarna hield ze zich bezig met hulpverlening aan
slachtoffers van geweld binnen gezinnen in voormalig Joegoslavië. Ze raakte
intensief betrokken bij de hulp aan oorlogsslachtoffers in de Gazastrook en ook
daarover publiceert ze regelmatig (‘Het beroofde land’ en ‘De tweede
intifada’).
Meulenbelt (58) kiest voor de SP omdat de partij heldere doelstellingen
combineert met activisme. ‘Ik ben een oude socialist. Het gaat om waardigheid,
gelijkwaardigheid, solidariteit tussen mensen. De partij maakt de zaken hard en
voert uit wat ze zegt. De afdelingen zijn ongelooflijk actief. Ik ben mee
geweest naar een wijk waar de sociale woningbouw dreigt te worden afgebroken.
Dat vind ik enig, achter Jan Marijnissen aan de wijk in. Mensen zitten erop te
wachten dat er iemand komt die naar ze luistert.’
Wat gaat u concreet op de agenda zetten?
‘De SP moet een beter uitgewerkt beleid hebben over de
Palestijns-Israëlische kwestie´, zegt ze meteen. ´Ik wil dat er meer actie op
gevoerd wordt om Nederlanders bewust te maken wat er eigenlijk aan de hand is.
Verder wind ik me op over het integratiebeleid. Ik vind het ontzettend spijtig
dat er zo’n relachtige toestand ontstaat rondom Ayaan Hirsi Ali. Er zijn veel
meer mensen bezig met minderheden, die beter weten waar ze het over hebben.
Ayaan zet zich uitsluitend af tegen religie, alsof dat de enige factor is. Als
je iets weet over hoe geweld ontstaat binnen gezinnen, weet je dat dat nooit
alleen uit godsdienst voortkomt. Er zijn altijd meerdere factoren. Wat heeft een
man die slaat voor opvoeding gehad? Wat voor ervaringen had hij zelf? Welke
opvattingen heeft hij over de rol van vrouwen?
‘Geweld heeft te maken met hoeveel stress er binnen een gezin is, hoe
geïsoleerd het gezin is. Waarschijnlijk worden bij ons nu minder vrouwen
mishandeld dan vroeger, omdat ze weg kunnen. Als het alleen aan de religie zou
liggen, zouden niet-religieuze mannen niet meppen. Flauwekul natuurlijk. Er zijn
genoeg moslimvrouwen die bij Blijf-van-mijn-lijf werken, die het beter weten dan
Ayaan. Zij heeft er getolkt, maar ze heeft er niet veel van geleerd. Alleen dat
het aan de islam ligt. Op afstand kun je al zien dat dat niet klopt.’
U schrijft ergens dat het woord ‘onderdrukking’ niet meer
bruikbaar is.
Maar veel ouders regelen toch nog een partner voor allochtone vrouwen?
Meulenbelt reageert heftig. ‘Het woord onderdrukking snapt niemand meer. We
doen nu net alsof het met niet-allochtonen en niet-islamieten allemaal in orde
is en dat het met alle islamieten mis is. Daar moet je mee ophouden, daar maak
je een soort tweedeling door. Ik vrees dat Hirsi Ali doodgeknuffeld wordt door
mensen die zich nog nooit hebben beziggehouden met de positie van vrouwen. Het
is zo heerlijk om je tegen de islam af te zetten, dat geeft zo’n fantastisch
superioriteitsgevoel. Hoe lang moesten we in Nederland niet vechten om
vrouwenrechten überhaupt serieus genomen te krijgen? Het duurde 25 jaar voordat
de overheid het serieus nam en voordat er een getrainde hulpverlening werd
opgezet. Moet je dan roepen dat onze cultuur zo superieur is?’
Maar u riep toen toch ook dat Nederlandse mannen
onderdrukken?
‘Ik hecht niet aan een woord, als maar duidelijk is wat er gebeurt. Een
wij-zij tegenstelling helpt niemand, dat isoleert allochtonen verder. En hoe
geïsoleerder, hoe meer kans op geweld binnenshuis. Ik heb veel geleerd van de
vrouwenbeweging. Als we alle vrouwen zouden vertellen hoe erg het is, hoe ze
werden onderdrukt, dan zouden ze hun stofzuigers wegdoen. Dan komen ze bij ons
en wordt alles beter. Zo werkte het natuurlijk niet. Ook heb ik veel gehad aan
Surinaamse en Antilliaanse studentes. Die zeiden: “Jij kan voor ons niet bepalen
wat de eerste stap voorwaarts is”. Antilliaanse vrouwen hebben een traditie van
alleen hun kind opvoeden en vaders zijn vaak vriendjes die langstrekken. Een
vrouw zei: “Ik ben blij dat ik de vader van mijn kind zo ver krijg dat hij zijn
verantwoordelijkheid neemt. Nu zeggen jullie dat ik achterlijk ben omdat ik voor
een man kies”. Ze had gelijk. Ik kan voor moslimvrouwen ook niet bepalen wat hun
eerste stap is.’
Meulenbelt vertelt over het boek ‘Als niemand luistert’ van journalist Hans
Krikke. ‘Hij sprak met meiden op scholen en vertrouwenspersonen en laat zien dat
er wel degelijk heel veel problemen zijn bij meiden tussen twee culturen. Die
meiden zijn vaak stil, hebben eetstoornissen, last van depressiviteit. De
jongens gaan de straat op en maken bonje. Meiden zijn stiller. Maar als niemand
luistert, gaat het lichaam spreken, constateert Krikke. Heel veel van die meiden
krijgen lichamelijke gebreken die vaak niet gezien worden, of te laat. Ayaan
Hirsi Ali heeft wel een punt natuurlijk.’
Meulenbelt weet nog niet hoe ze dit probleem met de SP wil aanpakken. De
discussie verengen tot hoofddoekjes vindt ze verkeerd. ‘Mensen hebben dubbele
loyaliteiten. Als vrouwen het gevoel krijgen dat ze alles moeten opgeven om
geëmancipeerd te worden, dan hoeven ze niet. Je ouders voor de kop stoten, je
man wegdoen en je religie kwijtraken, dat is voor vrouwen gewoon te veel.
Palestijnse vrouwen emanciperen ook in hoog tempo en vaak met hoofddoek op. Die
discussie vond ik vreselijk. Dat Cisca Dresselhuis, hoofdredacteur van Opzij,
zegt: “Er komt hier geen verslaggeefster in met een hoofddoek op. Maar misschien
kantoorpersoneel wel”. Nog erger, naast het racisme kwam er nog bij dat ze niet
praat met de mensen waar ze het over heeft.’
Maar in het programma van de SP staat niets over
vrouwen.
‘Als het aan mij ligt, verandert dat. Iedereen denkt dat emancipatiebeleid
over vrouwen gaat, maar het gaat ook over mannen. De verdeling van zorg is nog
steeds een probleem, en dat los je niet op de VVD-manier op: zo veel mogelijk
vrouwen aan de top en meer kinderopvang erbij. Een beperkte opvatting, want er
is veel meer dan een glazen plafond. Feminisme had voor mij altijd twee doelen:
opkomen voor je eigen belangen en solidariteit. Opkomen voor je belangen bestaat
nog, maar de solidariteit is verdwenen.
‘Ik zelf heb geweigerd om carrière te maken, na twintig jaar op de
Hogeschool van Amsterdam was ik aan de beurt adjunct-directeur te worden. Had ik
geen zin in, ik geef liever les. Veel vrouwen willen een balans tussen hun
relaties en hun werk. Een man met een drukke baan kan dat combineren met een
gezin. Vaak is er iemand thuis die ervoor zorgt, desnoods met een half baantje
ernaast. Dit anderhalve carrièremodel is beter dan we vroeger hadden. Maar
vrouwen verdienen nog altijd minder en dat merken ze als ze uit de relatie
stappen. Dan komen ze eerder in de bijstand. Dat is niet opgelost en ik weet ook
niet hoe dat moet. Als politica heb ik ook niet zoveel te zeggen als mannen nog
steeds liever werken en vrouwen een balans hebben gevonden tussen werk en
zorg.’/Martin Zuithof