Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Politicologe Ayaan Hirsi Ali over de noodzaak tot emancipatie van moslims: ‘Dwang op collectief niveau is nog taboe’

'Het leed van moslimvrouwen is grotendeels onzichtbaar', stelt politicologe Ayaan Hirsi Ali. Toch is het volgens haar hoog tijd voor een radicale emancipatie. Er is een kruistocht tegen eenzijdige religieuze informatie nodig. 'Hulpverleners moeten eerder hun mond opendoen.'

‘Gelovige vrouwen moeten hun blik naar beneden

richten, hun aantrekkelijkheid verbergen, ze moeten een gewaad over zich heen

doen. Zonder hoofddoek mag alleen haar directe familie haar zien.’ Politicologe

Ayaan Hirsi Ali citeert Yusuf al Qaradawi die met zijn strikte interpretatie van

de Koran wereldwijd gezien wordt als een van de meest invloedrijke

Islamtheologen. Vrouwen mogen niet in ruimtes komen met vreemde mannen, zoals de

bioscoop, openbaar vervoer en gemengd onderwijs. Deze Koran-interpretatie

bepaalt wereldwijd het leven van talloze moslims en wordt ook op Nederlandse

moslimscholen overgedragen.

Hirsi Ali (32) werkt bij de Wiardi Beckmanstichting (het

wetenschappelijk instituut van de PvdA) als beleidsmedewerker immigratie,

integratie en islam. Ze is negen jaar in Nederland, studeerde politicologie en

werkte zes jaar als Somalische tolk voor welzijnsinstellingen, rechtbanken en de

Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Zelf werd ze ooit uitgehuwlijkt,

waarna ze naar Nederland vluchtte. Het leed van veel moslimvrouwen is

onzichtbaar, betoogt Hirsi Ali. In de oude stadswijken hebben ze vaak nauwelijks

contact met de buitenwereld en als ze voor de hulpverlening wel zichtbaar

worden, is het te laat. Uit cijfers van het Nederlands Instituut voor Zorg en

Welzijn blijkt zo’n eenderde deel van de vrouwen in Blijf-van-mijn-lijfhuizen en

vrouwenopvang allochtoon te zijn. Van de vrouwen die hun zwangerschap laten

afbreken, is maar liefst zestig procent allochtoon, vaak jonge meisjes.

Het leed van de meeste moslimvrouwen is onzichtbaar, zegt u. Hoe ver

gaat dat?

‘Wat binnen de vier muren gebeurt, is onzichtbaar. Als er een conflict is

tussen man en vrouw kan de vrouw niet weg, vanwege de grote plaats die de islam

aan eer toekent. Ze is haar leven niet meer zeker. Wat vrouwen in

Blijf-van-mijn-lijfhuizen hebben meegemaakt, blijft grotendeels verborgen.

Hulpverleners hebben geheimhoudingsplicht. Als tolk heb ik het leed gezien:

vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, kinderen die verwaarloosd zijn. Ik

vind dat hulpverleners hierover veel meer hun mond open moeten doen.’

Bemoeilijkt de grote verscheidenheid onder deze vrouwen niet de

hulpverlening? Neem de verschillen in scholing, arbeidsdeelname en

inkomensafhankelijkheid.

‘We hebben het minderhedenbeleid en de Armoedemonitor, maar daar komen geen

aparte cijfers in voor over vrouwen. De overgrote meerderheid van de

moslimvrouwen neemt geen deel aan de arbeidsmarkt. Qua klassieke feministische

waarden als “baas in eigen buik” zijn ze achtergesteld. Er zijn

maagdenvlies-herstel-operaties. Abortusklinieken bedienen veel moslimvrouwen die

geen voorlichting krijgen. Na de abortus draait de jonge vrouw in haar eentje op

voor de psychische gevolgen daarvan. Ze moet kiezen tussen een zwangerschap en

de schande die ze aan haar familie brengt of een abortus in het geheim.’

Wat kunnen instellingen doen aan een vrouw die nooit buiten komt en

daarvan ziek wordt?

‘Niet alle problemen zijn oplosbaar. Zolang religie nog zo’n rol speelt,

zijn vrouw en man nog lang niet gelijk. Je moet kernproblemen definiëren en een

langetermijndoelstelling maken. Je wilt dat straks alle zeventienjarige meisjes,

die nu drie zijn, zich ervan bewust zijn dat ze inkomensonafhankelijk moeten

worden, seksueel onafhankelijk, dat ze zelf mogen kiezen met wie ze trouwen,

hoeveel kinderen ze willen. Dat ze weten wat het inhoudt om in Nederland

kinderen op te voeden, dat ze niet van die lichtzinnige beslissingen nemen. Daar

zijn onderwijsprgramma’s voor nodig. Ook moeten er voorlichtingscentra in

buurten komen. Dat zal vast wel botsen, maar ik vind dat mannen en vrouwen

gedwongen moeten worden om zich te emanciperen. Neem de eerwraak. Advocaten

proberen nu rechters ervan te overtuigen dat mannen die misdaden begaan bij

eerwraak in aanmerking komen voor verzachtende omstandigheden. Volkomen

belachelijk. Meneer de advocaat, gaat u eens langs de moskeeën en koffiehuizen

en overtuig de mannen ervan dat alle nadruk op eer vreselijk nadelig is voor

henzelf, voor hun kinderen en voor hun vrouwen.

‘Over deze kwesties moet het maatschappelijk debat gaan. Jeugdcentra zouden

kunnen registreren hoeveel jongeren conflicten hebben met hun ouders. Ze raken

verwesterd en willen dezelfde dingen als hun Nederlandse vrienden. Dat stuit op

een enorm verzet thuis, want dat is weer in strijd met de eer van de familie en

het afwijzen van individuele vrijheden. Hoeveel van die conflicten gaan over

islamitische normen en waarden? Dan kunnen we er met zijn allen over debatteren.

Dat was heel lang taboe. Daarnaast moeten we het onderwijssysteem aanpassen. We

moeten het niet meer hebben over Marokkanen, Turken, enzovoorts, maar over

Nederlandse minderheden. Ze doen mee en dit zijn de spelregels. Dan kun je ze

beter aanspreken. Maar ik ben niet naïef. Ik weet dat dat niet zal lukken, omdat

we vrijheid van godsdienst en onderwijs hebben. Ik vind het heel dapper van

minister Van Boxtel dat hij dat ter discussie stelde. Hij zag het bij een school

in Almere. Binnen de kortste keren is dat een complete zuil geworden. Mensen

spreken alleen nog maar Turks op school, op straat, thuis.’

Het verband tussen religie en rationaliteit is volgens u zoekgeraakt in

de islam. Hoe kun je hier de verlichting van de islam beginnen?

‘Moslims krijgen nu eenzijdige religieuze informatie, vanaf de geboorte tot

de dood. Dat kun je aanpakken door tegenwicht te bieden door in alle scholen zo

vroeg mogelijk filosofielessen op te nemen. Dat geeft mensen toch het idee dat

ze ook zelf leren nadenken. Als je alleen de geboden en verboden van de islam

tot je krijgt, is het nadenken totaal afgesloten.’

Hoe moeten rechters reageren op El Moumni, een van de imams die

homoseksualiteit een ziekte vinden en homo’s de doodstraf toewensen?

‘De wetgevers van vroeger hadden nooit kunnen weten dat er in het jaar 2002

zoveel moslims zouden wonen. Door het straffen van El Moumni kom je niet ver,

omdat je dan de grondwet aantast. Kwesties als de affaire-El Moumni horen niet

op het bordje van de rechter. Je moet wel een maatschappelijk debat voeren over

de plaats van de islam. Wat willen we met de orthodoxe variant van de islam in

Nederland? Of je staat het toe of je legt het aan banden. Dan zeg je: mannen en

vrouwen zijn in Nederland gelijk. Voor moslims is dat een regelrechte

calamiteit. Dat accepteren ze niet. Het aanmoedigen van een islamverlichting kan

via filosofielessen op scholen. Tegelijk moet je rekening houden met een

orthodoxe groep.

‘Het verhaal van pubers eindigt bij de kinderrechter. Die spreekt een

ondertoezichtstelling af. De kinderen worden uit huis geplaatst en de ouders

zitten met het idee dat ze worden onderdrukt en in hun eer worden aangetast. Ze

ervaren het alsof er geen vrijheid van godsdienst is. Die voelen zich aangetast

in hun invulling van de islam, terwijl ze zich beroepen op de vrijheid van

godsdienst. Er is dwang op het individuele niveau, maar op collectieve niveau

willen we er niet over praten.’

Hoe denkt u dan over subsidiëring van de 753 moslimorganisaties, die,

zoals u eerder stelde, grotendeels zwijgen over vrouwenleed en eenzijdig de

islam verspreiden?

‘Maak de subsidie afhankelijk van hetgeen dat ze bereikt hebben op het

gebied van integratie en emancipatie van mannen en vrouwen. Als een organisatie

als Moslima alleen informatie verstrekt over de islam, dan hoef je zo’n

vrouwenvereniging toch niet te subsidiëren? Hou hier toch mee op. ‘

Schrijver Mohammed Benzakour wijst erop dat moslims bij allerlei

affaires steeds verder in hun schulp kruipen.

‘De klassieke houding van moslims is: totale ontkenning. Alles wat er

misgaat, is de fout van iemand anders. Dat kan nooit aan ons liggen. Dat

Mohammed Rabbae van de kieslijst is gehaald, kan nooit aan Mohammed liggen. Dat

ligt aan GroenLinks. Die houding breekt ons op. Als je ontkent dat je een

probleem hebt, kun je het niet definiëren en ook niet oplossen. Je plaatst

jezelf in een slachtofferrol, je raakt verbitterd. Dan ga je collectief, in

wanhoop geweld plegen. Omdat wij in een hoek gedreven zijn, gaan we

zelfmoordacties plegen en dan zeg je: “dat komt door de ander”. Het is zo

typerend voor het gezeur van veel moslims.’/Martin Zuithof

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.