Zowel Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht als
Groningen en Heerlen experimenteerden met de heroïneverstrekking van de Centrale
Commissie Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH). Alleen de harddruggebruikers,
die al meededen aan het methadonprogramma en slecht functioneerden, konden
deelnemen. Ze moesten al lang verslaafd zijn, vrijwel dagelijks heroïne
gebruiken en eerder behandeld zijn met een hoge dosis methadon. Vijftig mensen
werden in drie groepen ondergebracht. Er was een controlegroep die twaalf
maanden alleen methadon kreeg. Daarna kreeg ze zes maanden methadon in
combinatie met heroïne. De andere groepen kregen zes of twaalf maanden heroïne
naast de methadon. De gezondheid van deze groep verbeterde snel en was op het
eind vrijwel gelijk aan die van de rest van de bevolking, zo stelt het
onderzoek. Ook nam de criminaliteit drastisch af: waren de verslaafden in het
begin nog zeventien dagen per maand crimineel actief, op het eind waren dat er
nog twee.
Routine
Psychiater Chris van der Meer is directeur zorg van Parnassia
Verslavingszorg en eindverantwoordelijk voor het experiment met de
heroïneverstrekking in het Medisch Sociaal Centrum in Den Haag. In Den Haag liep
de proef tussen juni 2000 en eind 2001. Ongeveer de helft van de mensen die
meededen, knapten lichamelijk en psychisch flink op, vertelt hij. ‘Als iemand
tot rust komt, gaat hij ook beter eten, krijgt meer regelmaat. Mensen gaan er
beter uitzien, worden minder onrustig en zijn beter tot een normaal gesprek in
staat. Ook sociaal functioneren ze vaak beter. Ze doen minder illegale dingen en
hebben meer contact met niet-gebruikers.’
Vooral de combinatie heroïne en methadon werkt goed, omdat methadon 24 uur
per dag afkickverschijnselen tegengaat. Resocialisatie slaagt dan eerder, zegt
Van der Meer. ‘Als je goed op methadon staat, kun je rustig je middagportie
heroïne overslaan. Dat is een voordeel. Zo kan je overdag ook nog iets anders
doen, bijvoorbeeld deelnemen aan een sociaal project. Als je drie keer per dag
heroïne neemt, dan ben je aan zo’n behandelruimte gebonden. Dat wordt dan ook
weer een handicap.’
De goede kwaliteit van de medicinale heroïne die bij het experiment werd
gebruikt, had voor de gezondheid niet zo’n invloed. ‘Het heeft meer te maken met
de hoeveelheid zorg en aandacht die deze mensen kregen. Ze hoefden hun heroïne
niet meer op de zwarte markt te kopen. Ze waren niet meer gedwongen tot
‘verwervingscriminaliteit’.’
Toch viel in Den Haag twintig procent van de deelnemers af. ‘Sommigen
vonden het onderzoek bij nader inzien te veeleisend. Je moet vragenlijsten
invullen, je bent een soort proefkonijn, er is veel toezicht als je gebruikt. Je
wordt medisch, sociaal en psychodiagnostisch door de molen gehaald. Regelmatig
werden ze weer opnieuw bevraagd.’ Bovendien kiest niet iedereen ervoor in een
klinische omgeving heroïne te gebruiken. De verslaafde krijgt de drugs door een
loket aangereikt in een bakje. Van der Meer: ‘Dat is nou niet de meest heroïsche
manier. Het ritueel van het samen gebruiken is er beetje van af. Ook de routine
van het geld scoren is weg. Mensen krijgen nu een spiegel voorgehouden: wat was
ik eigenlijk aan het doen? Wat moet ik nu met die leegte?’
Heroïneverstrekking is belangrijk gezien de gezondheidswinst die het
oplevert. Maar daar mag het niet bij blijven, vindt Van der Meer. ‘Je moet het
blijven doen. Want na het stoppen bleek er bij een groep terugval en
verslechtering van de gezondheid. Zolang je het blijft doen ontstaat er bij
mensen rust, maar ook twijfel over wat ze nu verder moeten. Daar zullen we in
het volgende project meer aandacht aan besteden.’ Verstrekking is alleen een
opstap naar beter. ‘Met verstrekken help je mensen, die in de goot liggen, een
stap verder. Het is niet de beste manier om ze clean en aan het werk te krijgen.
Het CDA vindt dat je dat op zijn minst moet proberen. Terecht.’
Topvorm
Moeten de experimenten met heroïneverstrekking doorgaan? Van der Meer vindt
wel dat er een goede kostenafweging moet worden gemaakt. ‘Deze aanpak kost
gemiddeld tien keer zoveel als het methadonprogramma. Ik zie de bui al hangen
als we alleen dit overhouden en er op de rest wordt gesnoeid. Je moet nagaan hoe
de kosteneffectiviteit zich verhoudt tot andere zorgvormen. Als dit onderzoek
ten koste gaat van andere dingen, ben ik minder enthousiast Misschien heb je ook
succes als je het methadonprogramma verbetert.’
Dat heroïneverstrekking aanzet tot meer heroïnegebruik gelooft Van der Meer
niet. ‘Dat zie je bij methadon ook niet. Als je niet verslaafd bent krijg je
deze heroïne ook niet verstrekt. Je geeft iemand zijn middel in de hoop dat hij
op andere onderdelen beter functioneert. Je doet niets aan zijn verslaving, die
bestendig je gewoon. Dat kan als je het beeld hebt dat verslaving een chronische
ziekte is. Als je er vanuit gaat dat een deel van de mensen ooit zou kunnen
stoppen en je daar als hulpverlening een actieve rol in hebt, dan twijfel je.
Het zou kunnen zijn dat je mensen langer aan de heroïne houdt. Anderzijds:
hoeveel recht heb je om deze specifieke groep de behandeling te onthouden omdat
je vindt dat ze ooit eens abstinent moeten worden? Verslaving als zodanig is
natuurlijk ook een dodelijke ziekte.’
Medicinale verstrekking heeft vooral veel steun in gemeenten en
instellingen, constateert Van der Meer. Minister Borst wilde de
heroïneverstrekking uitbreiden, maar de Tweede Kamer stemde deze zomer alleen in
met doorgaan met de huidige units, niet met uitbreiding. Het CDA kiest voor
afkicken en andere zorg, desnoods onder dwang.
Volgend jaar start een nieuw onderzoek van de CCBH rond de
heroïneverstrekking. Dat richt zich op de normale behandelsituatie om inzicht te
krijgen in de bijdrage van het aanvullend psychosociaal behandelaanbod. Van der
Meer: ‘Verstrekking wordt onderdeel van een breder hulpverleningspakket met
naast medische hulp ook maatschappelijk werk en arbeidstoeleiding. Tijdens het
eerste onderzoek mochten mensen niet meer zorg krijgen dan normaal. Een beperkt
aantal mensen kreeg psychosociale hulp of dagbesteding. Dat krijgt straks meer
nadruk.’
Wat vindt hij van het pleidooi van de Amsterdamse politiecommissaris
Van Riessen voor de gedwongen opname van verslaafden in zorgboerderijen? Van der
Meer krijgt er een katterig gevoel van. ‘De oude afkickboerderijen, de
therapeutische gemeenschappen, zijn op financiële gronden gesnoeid. Maar ze
werkten wel. Bij zorgboerderijen is absoluut niet bewezen wat ze doen, voor wie
ze geschikt zijn en welke winst het oplevert. Sommige politiecommissarissen
vinden het af en toe makkelijk om het probleem op het bordje van een ander te
leggen./Martin Zuithof