Door Jan Steyaert, lector Fontys Hogescholen – Het geld zou ‘pepernotengeld’ zijn dat al drie keer eerder uitgegeven is, de plannen zouden opgewarmde prak zijn, bij het kiezen van interventies wordt nauwelijks gekeken naar goede of slechte ervaringen uit het verleden. De stroperige staat van weleer lijkt terug te zijn, in combinatie met een naïef geloof in nieuwe maakbaarheid.

Temidden die sombere toonzetting is het nuttig toch twee winstpunten te benoemen. Allereerst is er natuurlijk het grote besef dat er dringend wat moet gebeuren, omdat sociale problemen zich steeds meer ruimtelijk concentreren en elkaar versterken.
   
Vervolgens is de winst van het afgelopen jaar toch het prachtige boek van
Gabriël van den Brink en zijn collega’s. Zes probleemwijken krijgen een ingrijpende beschrijving, een ‘biografie’. Daarbij is er aandacht voor de stedenbouwkundige kenmerken van de wijk, dat als een decor fungeert voor de andere aspecten van de probleemwijk. Vervolgens komen die in beeld door foto’s. Het laatste deel van de wijkbiografie zijn dan de verhalen uit de wijk, van bewoners, professionals en andere wijkgebruikers.
   
Dit boek is ontstaan vanuit het lectoraat van de politieacademie, en dus wordt er voornamelijk gekeken door de bril van politiemensen, en vooral naar aspecten van veiligheid en leefbaarheid. Daardoor is het boek zeker ook relevant voor professionals uit de sociale sector. Verwacht echter geen informatie over bijvoorbeeld onderwijsachterstanden of gezondheidsproblemen. In de plaats daarvan krijg je uit elk van de wijken verhalen over leefbaarheid in de wijk, over daders, wat de politie er allemaal van vindt, welke andere instanties actief zijn (zoals corporaties en buurtconciërges) en hoe de overheid aanwezig is. Het zijn telkens losse, korte interviews, maar het levert over die verschillende thema’s en verschillende wijken heen toch een indringend beeld op van wat er speelt in deze probleemwijken.
  
In de slothoofdstukken van het boek nemen de auteurs wat meer afstand van de zes casussen en formuleren ze conclusies en aanbevelingen. Dat komt keihard neer op een overtuigend pleidooi niet te veel te verwachten van verbetering van fysieke infrastructuur (stenen stapelen) of economische infrastructuur (banen!), maar te werken aan een culturele agenda die de bewoners terug bij de beschaving trekt. De tweedeling in Nederland is er geen van wonen en werk, maar van wel of niet aansluiting vinden bij moderniteit. De vraag wordt zo niet langer of er geld komt voor de krachtwijken, maar of het geld en de inspanningen naar de juiste oplossingen gaan.
    
Auteur: Gabriël van den Brink
Uitgever: Bert Bakker, 2008
ISBN: 978 351 3256 6
Prijs: € 50,-