Het gaat eigenlijk heel goed met de ondersteuning door sociale wijkteams, zegt Femmianne Bredewold, één van de onderzoekers in het project ‘de beloften van nabijheid‘. Een onderzoek naar de effecten van ‘de zorg dichtbij’ door de decentralisatie. ‘Maar we komen ook ontgoochelende feiten tegen in ons onderzoek. Zoals dat professionals best worstelen met het afronden van de hulp omdat ze zoveel problemen tegenkomen. En dat het sociaal netwerk niet echt vaker bijspringt dan eerst.’
Nabijheid
Onderzoeker Femmianne Bredewold spreekt op het Zorg+Welzijn congres “Het wijkteam onder de loep” op 23 mei in de ReeHorst in Ede. Bredewold ea onderzoekt de nabijheid in de zorg en ondersteuning. Die nabijheid heeft drie niveaus, zegt ze. De gemeente staat dichterbij de burger dan de centrale overheid. De professional staat dichterbij zijn/haar cliënt, en het sociaal netwerk wordt meer betrokken bij de zorg en ondersteuning. Dat laatste blijkt dus in de praktijk anders uit te werken, ‘maar vergeet niet dat het sociaal netwerk al vanouds meer doet dan we denken’, zegt Bredewold.
Betrokkenheid
‘Wij zien in het onderzoek onder sociale wijkteams in 6 verschillende steden dat juist het laagdrempelig werken in het wijkteam betekent dat er eerder meer werk dan minder werk binnenkomt’, zegt Bredewold. ‘Mensen komen met een vraag binnen en dan blijkt er een complex aan problemen achter te steken. De professional is casemanager en betrokken bij zijn cliënt, maar blijkt het moeilijk te vinden om de casus af te ronden, juist omdat hij zo veel weet van de cliënt. Er zou meer helderheid moeten komen tot hoe ver de betrokkenheid van professionals moet gaan.’
Meer weten over de stand van de wijkteams? Schrijf je in voor het congres: ‘Het wijkteam onder de loep’. Het congres is op dinsdag 23 mei in de ReeHorst in Ede. Femmianne Bredewold komt met opmerkelijke uitkomsten van het onderzoek in wijkteams in zes gemeenten. Jos de Blok – Buurtzorg – over zijn kritische kijk op het sociale wijkteam. Verder zullen enkele gemeenten de effectiviteit van een nieuwe aanpak in wijkteams uit de doeken doen. Lees meer>>
Scholing
De betrokkenheid kan ook andere effecten hebben. Zo is er in sommige steden sprake van een vorm van de-professionalisering, zegt Bredewold. ‘Het idee is dat als je maar betrokken bent, dan kun je het werk goed doen. Die hele specifieke scholing als sociaal werker is helemaal niet nodig. Maar dat is zeker niet waar. Je krijgt met zulke grote problemen te maken, zoals psychiatrische beperkingen, hechtingsproblematiek, noem maar op.’
Integraal werken
Er is in het sociaal domein echt winst geboekt als het gaat om de samenwerking tussen verschillende disciplines, zegt Bredewold. Het veelgeprezen integraal werken heeft zeker een grote stap gemaakt. Juist vanwege de betrokkenheid van de professional, volgens Bredewold. ‘Eén sociaal werker zet alle problemen van de cliënt in kaart en blijft voortdurend betrokken bij zijn of haar ontwikkeling. Professionals weten goed de weg te vinden naar specialistische collega’s. Intervisie is daarbij een belangrijk instrument. Ik zag in het verleden dat veel professionals verzopen in complexe individuele casussen. Nu worden onderling goede afspraken gemaakt over hoe je problemen kunt aanpakken, maar ook wordt jouw werkwijze in een team besproken.’
Opbouwwerk
En toch, er is ook onvrede, zo blijkt uit het onderzoek. Ze komen niet aan alle ondersteuning toe. Dat gaat volgens Bredewold vooral over de rol van het wijkteam om hun cliënten in zogenaamde preventieve hulptrajecten te begeleiden, zoals eten in een eetcafé, activiteiten in buurthuis om bijvoorbeeld eenzaamheid te voorkomen, sociaal isolement te doorbreken. Is dat een taak van de opbouwwerker of van het wijkteam? ‘Bredewold: ‘In Zwolle was de opbouwwerker onderdeel van het wijkteam. Dat werkte heel goed. Vooral omdat deze professional anders tegen mensen en hun situatie aankijkt. En een andere insteek kiest.’
En daarom moeten – net als vroeger- de meest ervaren krachten de intakes doen.