In Nederland leven ruim 2 miljoen huishoudens met kinderen tot 18 jaar, met daarin een kleine 3,5 miljoen kinderen. Ruim een kwart van de ouders maakt zich zorgen om hun kind en/of de opvoeding. Per jaar doet 19 procent van de jeugdigen of hun ouders een beroep op voorzieningen vallen de kinderpsychiater, het Centrum voor Jeugd en Gezin – waar ouders terechtkunnen met vragen over opgroeien en opvoeden- en gesloten afdelingen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen, zo blijkt uit het rapport ‘Terecht in de jeugdzorg’.
Ernstige problemen
Van de gezinnen die ernstige lichamelijke, psychische of verslavingsproblemen hebben, maakt meer dan de helft geen gebruik van de zogenoemde tweedelijnsjeugdzorg. Ongeveer 3 procent van de gezinnen met relatief weinig problemen doet juist wel een beroep op de voorzieningen. Dat komt neer op bijna 40 procent van de gebruikers.
Ontkenning
De verklaring voor het verschil van het jeugdzorggebruik hangt onder meer af van het nut dat ouders zien in de hulpverlening. Sommige ouders hebben mogelijk een beperkt inzicht in de problemen of ontkennen ze: ze denken dat de problemen niet zo groot of van tijdelijke aard zijn. Ook speelt de jeugdsector zelf een rol, volgens het onderzoek. Sommige ouders die veel problemen ervaren en daarvoor hulp zochten, kregen bijvoorbeeld geen indicatie voor tweedelijnszorg.
Kenmerken
Vooral kenmerken van het kind bepalen of er problemen ervaren worden in het gezin, stellen de onderzoekers. Jongens, oudere kinderen en kinderen met een laag geboortegewicht hebben meer problemen. Ook verstandelijke beperkingen, het volgen van onderwijs op een laag niveau en langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen hangen samen met een sterk verhoogde kans op problemen.
Tienermoeder
In gezinnen waarin verslaving voorkomt en ouders lichamelijke en psychische problemen hebben, komen veel vaker kind- en opvoedproblemen voor. Dat geldt ook voor eenoudergezinnen en gezinnen met een tienermoeder. Wanneer er ingrijpende gebeurtenissen plaatsgevonden hebben in het gezin is de kans op problemen eveneens groter.
Garantie
Positieve kenmerken zijn geen garantie tegen problemen, beweren de onderzoekers. Een hoog onderwijsniveau van het kind en een goede gezondheid van de ouders verkleinen de kans op kind- en opvoedproblemen slechts in beperkte mate.
Opvallend dat de angst van ouders voor een OTS of een uithuisplaatsing niet worden genoemd als belemmering om een beroep te doen op zorg. Ik hoor veel in het veld dat dat bij multiproblem gezinnen speelt.