‘De authentieke no-nonsense aanpak van de boer werkt vaak heel goed bij deze jongeren’, zegt Jan Hassink. Hij voerde het onderzoek uit in samenwerking met jeugdzorgonderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen, in opdracht van de Taskforce Multifunctionele Landbouw.

Volgens de ondervraagde jongeren bij jeugdzorginstelling Topaze in Noord-Brabant, de boeren en de betrokken jeugdhulpverleners speelt de betrokkenheid en persoonlijke aandacht in een natuurlijke werkomgeving een grote rol in het succes. ‘Omdat je samen aan het werk bent, ontstaat er geen cliënt-hulpverlenerrelatie. De verantwoordelijkheden die de jongeren krijgen helpen hen uit hun negatieve spiraal’, zegt Hassink.

Ouders
De ondervraagde jongeren rapporteren zelf dat ze minder gedragsproblemen hebben na het verblijf op de boerderij en het nabehandelingstraject. In deze behandeling, die een half jaar duurt, worden de ouders ook begeleid. De onderzoekers valt op dat de kwaliteit van het contact met de ouders aanzienlijk beter wordt.

Drugs
Voor het traject had 78 procent van de ondervraagden regelmatig contact met de politie, dat daalde naar 5 procent, aldus de begeleiders. Het drugsgebruik daalde van 88 naar 20 procent en de gedragsproblemen van 97 naar 50 procent. Na de nabehandeling neemt het drugs- en alchoholgebruik in meer of mindere mate weer toe, de gedragsproblemen niet.

Aanvulling
De uitkomsten van het onderzoek wijzen volgens Hassink op de noodzaak van verdere groei en professionalisering van jeugdzorgboerderijen. ‘De zorgboerderij is een welkome aanvulling op de reguliere voorzieningen in de jeugdzorg.’

Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn  Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.

Volg Zorg+Welzijn op Twitter >>

Bron: Foto: Ton Kasterman/MMS