‘Ik ben een groot fan van de vrijheid van meningsuiting, maar ophitsen en het oproepen tot geweld heeft daar niks mee te maken. Dat is het plannen van een terroristische aanslag’, zegt Omar Ramadan. Hij is directeur van RadarAdvies. Deze organisatie houdt zich bezig met thema’s als polarisering en radicalisering en heeft duizenden eerstelijns professionals getraind in het herkennen van radicalisering en hoe je ermee om kunt gaan.
Wie zijn die jongens die naar Syrië gaan om te vechten? Wanneer besluiten ze om alles in Nederland op te geven en hun leven op het spel te zetten? Kunnen zorgprofessionals dit fenomeen signaleren en voorkomen? Lees meer in het novembernummer van Zorg + Welzijn magazine >>
Geweld
‘Juist doordat verschillende ideeën botsen, ontstaan nieuwe inzichten. Ik zou daarom niet te snel hard optreden tegen mensen met andere maatschappelijke ideeën’, zo reageert de directeur op de discussie over de pro-IS en rechts extremistische demonstraties in de afgelopen maanden. ‘Maar wanneer mensen afglijden en overgaan tot oproepen tot geweld, dan moet je de samenleving beschermen en repressief optreden. Ik ben in dat geval niet tegen hard optreden.’
Preventie
De Nederlandse regering legt in de strijd tegen radicalisering veel nadruk op repressie, zoals het afpakken van paspoorten en het intrekken van de Nederlandse nationaliteit. Terwijl Nederland ook veel doet aan preventie. Wijkagenten, docenten en jongerenwerkers worden getraind om radicalisering tijdig te signaleren, maar dat wordt volgens Ramadan nog weinig onder de aandacht gebracht.
Werkgroep
Voor de Europese Commissie heeft de organisatie van Ramadan bijvoorbeeld een netwerk opgezet voor eerstelijns professionals. ‘Daarin zitten 1300 mensen uit verschillende landen. Wijkagenten, jongerenwerkers, mensen uit de ggz. Het is een gigantische operatie, waarbij er elke week wel ergens in Europa een werkgroep bij elkaar komt.’
Radicalisering
Het doel is om eerstelijns professionals te trainen en om van elkaar te leren. ‘Radicalisering is een problematiek die grenzen overstijgt, maar die je niet in alle landen op precies dezelfde manier kunt aanpakken. In Duitsland zijn ze bijvoorbeeld heel ver met de-radicaliseringsgroepen. In Engeland zien ze de familie van Syriëgangers als partners in de aanpak. Je moet niet pas bij hen aankomen wanneer hun kinderen al geradicaliseerd zijn, maar al veel eerder contact met hen zoeken.’
Kindermishandeling
Als hulpverlener word je getraind om kindermishandeling te kunnen signaleren, ook al heb je er niet iedere dag mee te maken. Dat geldt ook voor radicalisering, vindt Ramadan. ‘Radicalisering is er niet altijd en overal, maar toch is het goed dat je ervan af weet. Je weet nooit wat de dag van morgen brengt.’
Radicalisering wordt niet per se minder bij jongeren door hun zelfvertrouwen te versterken. En polarisatie neemt niet automatisch af wanneer peergroup jongeren worden ingezet bij conflicten. In het rapport ‘Polarisatie en radicalisering’ leggen onderzoekers de vinger op de zere plekken van interventies tegen radicale jongeren. Lees hier meer >>