De CG-Raad baseert zich op 119 klachten, die bij het
meldpunt Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) zijn binnengekomen, en op
kerncijfers van het ministerie van Volksgezondheid. Uit die cijfers blijkt dat
gemeenten tussen 2000 en 2002 geld hebben bespaard op de WVG. Landelijk blijkt
ongeveer drie procent van het totale budget over te blijven. Gemeenten mogen
geld dat zij overhouden voor andere doelen, zoals de bijzondere bijstand
inzetten, aldus een woordvoerder van staatssecretaris Ross (VWS). ‘Als zij geld
overhouden wil dat niet per definitie zeggen dat dit komt omdat mensen verstoken
blijven van de middelen waar ze recht op hebben.’
Meer dan zeventig procent van de ondervraagden geeft aan dat er
onvoldoende rekening wordt gehouden met de persoonlijke situatie bij het
aanvragen van een vervoersvoorziening. Tweederde van alle respondenten ervaart
dat ook bij de aanvraag voor woonvoorzieningen. Dit in tegenstelling tot de
afspraak in het WVG-protocol waarin ‘uitgaan van een persoonlijke situatie’ een
kernpunt is. Een kleine zeventig procent krijgt onvoldoende informatie over de
wachttijd en afhandeling van een aanvraag. Dit is ook strijdig met het protocol
waarin staat dat de gemeente klantgericht moet werken en duidelijke informatie
moet bieden. Daarnaast zegt tweederde van de mensen met een beperking dat zij
niet met respect worden behandeld. Bovendien heeft ongeveer negentig procent één
of meer klachten ingediend bij de gemeenten. Slecht zes procent heeft een
persoonsgebonden budget voor de voorzieningen.
Margreet Jonge Poerink van de CG-Raad noemt de ruime regels
een belangrijke oorzaak van de problemen. ‘Gemeenten houden zich aan de regels,
ze bieden de minimale zorg. Maar daarmee ben je er nog niet. Ik zal een
voorbeeld geven. Een moeder van een jong kind komt door een ziekte in een
rolstoel terecht. Ze krijgt de rolstoel en er komen een paar aanpassingen aan
haar woning. Een traplift wordt echter geweigerd, want ze kan wel in de
woonkamer slapen. Bovendien hoeft ze niet naar boven om te douchen, want ze kan
wel bij een nabijgelegen zorgcentrum terecht. In WVG-termen past dit binnen de
wet, maar je kunt die vrouw toch niet beneden laten slapen terwijl haar kind
boven ligt? Dit is niet kijken naar de persoonlijks situatie.’ Jonge Poerink
vertelt dat er veel situaties als deze zijn. Dat was ook de aanleiding om in
2002 het WVG-protocol op te stellen. Met dit protocol zou er een eind komen aan
de rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid voor mensen met een handicap of
chronische ziekte. Dit is niet gebeurd.
Dat gemeenten zich niet houden aan de afspraken die zijn gemaakt in het
WVG-protocol, is de verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf, zegt Arjen
Konijnenbelt van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). ‘De VNG kan hier
niks aan doen. Zolang de gemeenten zich aan het wettelijke zorgminimum houden,
kun je ze niets verwijten. Ze houden zich aan de regels.’ Daarom moet Ross dit
protocol landelijk verplicht maken, vindt de Raad. De staatssecretaris wil eerst
een eigen studie naar de praktijkervaringen met het WVG-protocol afwachten. Dat
is naar verwachting in maart klaar.