Door Carolien Stam – Doorvragen, radicale ideeën ter discussie stellen. Op die manier kan de social worker radicale jongeren helpen een kritische houding in een vrije samenleving te ontwikkelen. Voorwaarde is dat de sociale professional begrijpt hoe de ideeën in elkaar steken. Op religieus en politiek gebied, maar ook vanuit de psychologische dimensie van radicalisering.
Boodschap
Dat is de boodschap van gastspreker Tariq Ramadan, filosoof en islamitisch theoloog, op het congres Radicaal Jong van Zorg+Welzijn en Movisie. Het congres werd donderdag 24 april gehouden in Rotterdam. De kern van zijn boodschap kwam ook terug bij de andere gastsprekers op het congres. Zij het minder expliciet en vergaand gesteld.
Religieus
Ramadan hield de congresgangers voor dat men radicale moslims moet begrijpen. Om dat te kunnen is het belangrijk zich te verdiepen in de religieuze achtergronden van de ideeën. Maar ook in de politieke achtergrond en in – wat hij noemt – de psychologische dimensie van de radicale denkbeelden.
Projecteren
‘Radicale ideeën begrijpen betekent niet dat je die ideeën ook rechtvaardigt’, opende de islamoloog het congres. ‘Door te begrijpen kun je vragen stellen aan radicale islamieten vanuit respect voor de denkbeelden.’ Volgens Ramadan maken de meeste mensen de fout hun eigen – westerse – denkbeelden te projecteren op radicalisten. ‘Je kunt pas een relatie krijgen gebaseerd op vragen en antwoorden als je mensen respecteert om hun achtergrond, cultuur en ideologie.’
Drank, uitgaan, geweld
Ook de andere gastsprekers op het congres pleiten voor de benadering van begrijpen teneinde de radicale jongeren te kunnen bereiken en de discussie met ze aan te gaan. Anton van Wijk, die ‘rechtse’ Lonsdale-jongeren onderzocht, maakte duidelijk dat slechts een heel klein deel van deze groep rechts-radicale denkbeelden aanhangt. ‘De gezamenlijke achtergrond van alle jongeren is vooral veel drank, uitgaan en gebruik van geweld. De denkbeelden en achtergronden van deze groep jongeren zijn heel verschillend.’
Kennis en intuïtie
Marco Zannoni, die onderzoek heeft gedaan naar de rol van eerstelijnswerkers bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering, riep de professionals op hun kennis én intuïtie te gebruiken. ‘De professionals kennen de jongeren en zien alarmerende veranderingen in hun gedrag en denkbeelden. Het probleem is dat professionals hun vertrouwensrelatie en hun veiligheid niet in het geding willen brengen door meldingen te doen bij bijvoorbeeld de politie.’
Zorgplicht
Maar de sociale professional kan radicaliserende jongeren ook benaderen vanuit zijn zorgplicht. Zannoni: ‘Te vaak hoor ik professionals zeggen dat een aanpak niet past in gemaakte afspraken met instanties. Terwijl ze eigenlijk niet durven te zeggen dat ze er zelf niet uitkomen om het probleem aan te pakken.’ Zannoni pleit voor een netwerk van professionals, die kennis uitwisselen over hoe ze met een concreet radicaliseringsprobleem kunnen omgaan.
Verstedelijking
Een opmerkelijke conclusie presenteerde Mellouki Cadat, projectleider culturele spanningen en radicalisering bij Movisie. Hij legde de optelsom van radicale incidenten op de Nederlandse kaart en concludeerde dat niet in de grote steden, maar juist ‘op de grens van stad en platteland de meeste incidenten zich voordoen.’ Cadat interpreteert op het congres radicalisering als een cultureel verzet tegen de voortschrijdende verstedelijking: ‘Een tegencultuur tegen de kannibale stad.’