Ouderen met een depressie hebben een slechtere prognose dan jongere volwassenen met dezelfde stoornis. Na twee jaar lijden veel ouderen nog aan de ziekte terwijl dit aantal bij jongere volwassenen lager ligt. Roxanne Schaakxs: ‘Uit ons onderzoek blijkt dat er een groeiende behoefte is aan op leeftijd afgestemde behandeling van depressieve stoornissen. Oudere mensen met een depressieve stoornis worden nu vaak op dezelfde manier behandeld als jongere patiënten. Wij denken echter dat ouderen multidisciplinaire en zeer gestructureerde behandelingen nodig kunnen hebben, omdat hun klachten in deze levensfase veel persistenter zijn dan in andere fasen.’
Hou ouder, hoe langer depressief
Hoe ouder de deelnemers aan het onderzoek waren, hoe langer ze met depressieve klachten bleven zitten. De grootste verschillen werden gevonden tussen de oudste (70 jaar en ouder) en jongste (18 tot en met 29 jaar) leeftijdsgroep. Schaakxs : ‘In vergelijking met de jongste groep uit het onderzoek, hadden mensen van 70 jaar of ouder vaker na twee jaar nog steeds een depressieve stoornis, vaker een chronisch beloop, een langere tijd tot herstel en een kleinere afname van depressieve symptomen.’
‘Mijn honden hebben mij door het leven gesleept, anders was ik er allang niet meer geweest. Ik fok Australian shepherds, al 15 jaar. Jarenlang heb ik depressief en eenzaam achter de computer gezeten, op Facebook gepraat met zogenaamde vrienden.’ Lees dit PREMIUM artikel hier >>
Eenzaam
Uit het onderzoek blijkt ook dat dit ongunstigere beloop bij oudere mensen met depressieve klachten niet verklaard kan worden door een scala aan klinische, sociale en gezondheidsfactoren. Schaakxs : ‘Oudere leeftijd kan een voorspellende factor zijn voor het beloop van depressieve stoornissen vanwege de verhoogde kans op andere nadelige factoren, zoals comorbide ziekten, lichamelijke en functionele beperkingen en cognitieve achteruitgang. De ouderen in het onderzoek blijken ook eenzamer te zijn, hebben minder sociale ondersteuning, maar juist meer pijn en chronische ziekten en gebruiken vaker antidepressiva. Toch verklaarden deze factoren de gevonden verschillen niet. Oudere leeftijd lijkt dus echt een belangrijke factor te zijn.’
Somatische symptomen
Ligt er naar aanleiding van dit onderzoek ook een taak voor sociaal werkers? Want als zij eerder signaleren, hoeven symptomen wellicht niet tot een (langdurige) depressie te leiden. Schaakxs: ‘Het is in elk geval goed als sociaal werkers zich realiseren dat symptomen van depressie bij mensen met een oudere leeftijd vaak van somatische aard zijn. Daardoor worden ze, sneller dan bij jongeren, mogelijk over het hoofd gezien. Let dus niet alleen op klassieke signalen als somberheid of andere stemmingssymptomen, maar ook op somatische symptomen als slaapproblemen die prominent aanwezig zijn.’