Alphen aan den Rijn en de gemeente Kaag en Braassem kunnen hun aanbestedingsbesluit voor jeugdhulp van juni 2016 in de prullenbak gooien. De aanbesteding moet overnieuw en daarbij moeten de gemeenten zelf het risico dragen als er meer geld nodig is voor jeugdzorg dan geraamd. Dat heeft de rechtbank in Den Haag besloten.
Inkoop jeugdzorg
Het kort geding was aangespannen door zeven instellingen die jeugdzorg in de gemeenten uitvoeren. De zorgverleners stapten naar de rechter omdat zij vonden dat ze niet genoeg informatie van de gemeente kregen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop van de jeugdzorg en doen dat via aanbestedingen.
Staatssecretaris Van Rijn is niet bereid om uit te zoeken hoeveel gemeenten en jeugdhulpregio’s werken met wurg- en zwijgcontracten binnen de jeugdzorg. Dat heeft hij laten weten aan de Tweede Kamer. Lees meer>>
Omvang
De rechter stelde de zorgorganisaties in het gelijk: ‘Het is aannemelijk dat de inschrijvers door geen of onvoldoende informatie niet konden inschatten wat de omvang van de opdracht zou zijn en welke verplichtingen de opdracht voor hen mee zou brengen’, aldus de rechter.
Wachtlijst
’Daarbij komt dat de opdrachtnemer geen wachtlijsten mag laten ontstaan en alle financiële risico’s moet dragen’, aldus de rechter. Zorgverleners zijn verplicht om hulp te bieden en mogen geen wachtlijsten laten ontstaan. De kosten daarvoor mogen niet eenzijdig bij de zorgverleners liggen, vindt de rechter.
Eenzijdig
GGZ Nederland roept alle gemeenten op hun verantwoordelijkheid te nemen voor de financiering van jeugdzorg. Voorzitter Jacobine Geel: ‘Ik ben blij dat de rechter duidelijkheid heeft verschaft. Financiële risico’s mogen niet eenzijdig door gemeenten bij instellingen worden neergelegd. Het is in het belang van kinderen en hun ouders dat de zorg voor jeugdigen goed geregeld en toegankelijk is. Alle partijen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen.’
Hier kun je de uitspraak van de rechtbank in Den Haag van 5 oktober vinden>>