In Oosterhout moesten mensen per 1 januari 2015 hun ‘poetshulp’ in principe zelf regelen, maar kunnen als het nodig is financiële hulp krijgen. Volgens de rechtbank Zeeland -West-Brabant mag dat. In de zaak tegen de gemeente Lochem oordeelde de rechtbank Gelderland dat de hulp bij het huishouden valt onder de maatschappelijke ondersteuning, die de gemeenten vanwege de Wmo als voorziening moet aanbieden.

Wmo
Rechters hebben verschillende onderbouwingen als het gaat om het wel of niet toekennen van huishoudelijke hulp bij cliënten. Dat wordt duidelijk in een artikel van Binnenlands Bestuur. De rechtbank Zeeland – West-Brabant oordeelt dat, als een cliënt zelf kan regelen dat zijn of haar huis wordt schoongemaakt, de gemeente dat niet hoeft te doen vanwege haar wettelijke taak in de Wmo 2015. De rechtbank Gelderland oordeelt anders, namelijk dat ‘uit de wet blijkt dat de voorziening huishoudelijke hulp moet worden geboden als iemand dat zelf niet meer kan’.

De verschillen tussen gemeenten in vergoedingen en toewijzen van Wmo-voorzieningen vergroten de onvrede bij zorgvragers. ‘Zij ervaren het als onrechtvaardig dat zij wel geholpen zouden worden als zij in een andere gemeente hadden gewoond’. Lees meer>>

Rechter
Sinds de invoering van de nieuwe Wmo op 1 januari 2015 is het aantal zaken van cliënten tegen de gemeentelijke beslissingen flink gestegen, blijkt uit cijfers van de Raad voor de Rechtspraak gepubliceerd door Nu.nl. Gemeenten stonden in 2014 zo’n 1100 keer voor de rechter vanwege Wmo-voorzieningen. In de eerste negen maanden van 2015 ging dat cijfer omhoog tot 1688 rechtbank-zittingen.

Huishoudelijke hulp
Het merendeel van de zaken die door cliënten worden aangespannen tegen de gemeenten, wordt volgens een onderzoek van Binnenlands Bestuur niet gehonoreerd. De meeste rechterlijke procedures over de Wmo gaan over het stoppen of verminderen van de huishoudelijke hulp bij cliënten die dat eerst wel kregen. In 37 procent van de zaken wordt de eis van de cliënt – gedeeltelijk – gehonoreerd en krijgt de cliënt meestal meer uren hulp. Bij 41 Procent van de rechterlijke procedures over Wmo-voorzieningen krijgt de gemeente gelijk in het terugschroeven van de hulp.