Natuurlijk doet een sportproject in de wijk wel iets, geeft Vasco Lub meteen toe. ‘Wanneer probleemjongeren sporten, kunnen ze zich niet bezig houden met overlast of crimineel gedrag. Maar voor echte gedragsverandering is geen wetenschappelijk bewijs. Terwijl die projecten wel uitgaan van het socialer maken van deze jongeren. Het is gebaseerd op feel good aannames.’
Burgerinspraak
Lub analyseerde meer dan 300 (inter)nationale studies en toetste verschillende leefbaarheidsprojecten. Daarbij richtte hij zich op vijf thema’s: het stimuleren van bewonerscontacten, burgerinspraak en buurttoezicht, de inzet van straatcoaches, gedragscodeprojecten en sportprojecten in de wijk. Zijn onderzoek en conclusies heeft hij opgetekend in het boek ‘Schoon, heel en werkzaam?’.
Ongeloofwaardig
De conclusies van het onderzoek zijn volgens Lub ‘ontnuchterend’. ‘Slechts een klein deel van de projecten is gebaseerd op aannames die wetenschappelijk houdbaar zijn. Van het merendeel van de onderzochte beleidsinterventies is het twijfelachtig tot ronduit ongeloofwaardig dat zij hun gestelde doelen bereiken.’ Draagt sport überhaupt bij aan gedragsverandering? Wat is het potentieel van burgerkracht? Zijn wijkbewoners wel logische ‘ogen en oren’ van de straat? En wat is de impact van straatcoaches? Veel van deze vragen zijn volgens Lub negatief te beantwoorden of wetenschappelijk niet bewezen.
Straatcoach
Zo blijkt dat de inzet van straatcoaches de veiligheid in de wijk niet aantoonbaar verbetert. ‘Hun impact op overlast en criminaliteit is op zijn best twijfelachtig’, zegt de socioloog. ‘Ik heb via beschikbare evaluaties de aangiftecijfers en overlastmeldingen van wijken met straatcoaches vergeleken met vergelijkbare overlastgebieden en er komt niet duidelijk naar voren dat het werkt. Dat is opvallend, zeker omdat de inzet van straatcoaches een vrij intensief en duur middel is.’
Burgerkracht
Ook burgerkracht, tegenwoordig een hot item, moet volgens Lub worden gerelativeerd. Bewonersplatforms die buurtproblemen moeten aanpakken, geven soms het gevoel van veiligheid, maar echte verbeteringen worden zelden geregistreerd, weet de onderzoeker. Enkel de surveillance door burgerwachten hebben een gunstige invloed op de leefbaarheid van de wijk, zo bewijst buitenlands onderzoek. ‘Maar waarom precies, weet ik niet. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan’, zegt Lub.
Evalueren
De socioloog vraagt zich af: waarom zou je interventies zomaar baseren op intuïtieve aannames? ‘De kans is dan groot dat het project weinig effect heeft. Ga eerst eens naar de bibliotheek in plaats van achteraf projecten te evalueren’, adviseert hij. Wanneer je vooraf wetenschappelijk kunt onderbouwen dat je project daadwerkelijk iets kan veranderen, geef je je project veel meer ‘body’, meent Lub. ‘De kans is dan groter dat de gemeente dat argument voldoende vindt om het te financieren. En je hoeft later minder uitgebreid te evalueren over of het nu wel of niet gewerkt heeft.’
Symboliek
Ondanks dat weinig projecten echt effectief blijken, hebben zij soms wel een belangrijke symbolische functie. ‘De inzet van straatcoaches kan bijvoorbeeld een signaal afgeven dat er iets aan een probleem gedaan wordt. En het opzetten van een burgercomité geeft de indruk dat de stem van de burger meetelt.’ Maar volgens Lub overschaduwt die symboliek vaak het nuttige, maar minder zichtbare werk van de sociale professional. ‘Er wordt ontzettend bezuinigd op het jongerenwerk ,terwijl er voor veel geld sporthallen afgehuurd worden voor sportprojecten waarvan de effecten discutabel zijn.’
Het boek ‘Schoon, heel en werkzaam? Een wetenschappelijke beoordeling van sociale interventies op het terrein van buurtleefbaarheid’ wordt op donderdag 25 april gepresenteerd in Rotterdam. Toegang is gratis, kijk hier voor het programma en aanmelden >>