Door Alexandra Sweers – De Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn heeft een achterban van zo’n 700.000 Nederlanders, legt Nitrauw uit. ‘Populair gezegd is dat het electoraat van de ChristenUnie en de SGP.’ Een deel van de achterban bestaat uit de bevindelijk gereformeerden; de christenen die leven volgens strenge regels en de boze buitenwereld zoveel mogelijk buiten de deur houden.
Gesloten
Juist bij deze mensen wordt OTS steeds meer toegepast, zegt Nitrauw. ‘De rechterflank van de gereformeerde gemeenschap heeft een heel gesloten gezinsstructuur. Uit onderzoek blijkt dat daar het risico op ontploffingen groot is. Zij zoeken minder snel hulp wanneer er iets mis is. De drempel is vrij hoog.’ Wanneer er dan wel hulp in het gezin komt, is het probleem al in een vergevorderd stadium. Vandaar dat de rechter dan besluit om een voogd aan te stellen om het kind in de gaten te houden.
Waakzaamheid
De steeds grotere openheid zorgt ervoor dat jeugdzorg meer zicht heeft op gezinsproblemen en de aantallen oplopen. ‘Sinds de moord op Savanna is in heel Nederland de waakzaamheid toegenomen. Als er iets misgaat, wordt dat minder geaccepteerd. Dat zie je ook in de kerkelijke gemeenschap. Er zijn steeds meer vertrouwenspersonen in de kerk. Ook leerkrachten worden opgeleid om kindermishandeling te signaleren.’
Kloof
Een van de belangrijke problemen bij de gesloten gezinnen is de kloof tussen ouders en kinderen die ontstaat door de moderne samenleving. Nitrauw: ‘We leven in een heel open wereld, terwijl deze mensen vaak geen televisie en internet hebben. Hun kinderen krijgen wel te maken met deze media. Ouders kunnen niet alles buiten houden. Dat levert spanningen op, want de kinderen hebben de behoefte om wereldburger te zijn.’ Afgezien van deze pedagogische onmacht hebben gezinnen bijvoorbeeld te maken met psychische problemen of gedragsstoornissen.
Gedwongen
Het gaat niet de verkeerde kant op, concludeert de directeur. Zonder het probleem te bagatelliseren, vindt hij het juist goed dat er meer kinderen worden geholpen. ‘Het is alleen jammer dat dit nog vaak gedwongen moet.’ Wanneer er meer openheid ontstaat, kan jeugdzorg eerder hulp bieden op vrijwillige basis, stelt Nitrauw. ‘Met voorlichting en lezingen proberen we gezinsproblemen bespreekbaar te maken. Hulp vragen is geen teken van zwakte, het is juist ijzersterk.’
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: Foto: ANP/Juan Vrijdag
Noot voor de redactie: Deze foto sluit totaal niet aan bij de doelgroep waarover gesproken wordt.
Ik kan me in grote lijnen prima vinden in de conclusie van Nitrauw, alleen leg ik de nadruk meer op het juist opener worden van ouders van gezinnen richting de de open (leef-) wereld van de kinderen maar ook richting de hulpverlening. Zeker bij jonge ouders is dit mijn waarneming, opvoedcursussen zijn erg populair geworden onder deze groep. Er zijn in de refomatorische gezinnen, zeker in de rechter flank, niet veel televisiekijkers maar internetloze gezinnen zijn er echt niet zo veel meer. Wel is er een afstand in kennis en gebruik tussen ouders en kinderen hetgeen kan leiden tot spanningen. Ook bij dit laatste punt is er een aanmerkelijk verschil tussen jonge en oudere ouders.
Ik ben het 100% eens met Nitrauw in zijn opvatting dat het niet de verkeerde kant opgaat met de refo gezinnen. Verder ben ik van mening dat zelfs de niet krampachtige geslotenheid van de refo gezinnen zeker ook positieve kanten heeft als dit betekend dat kinderen zich veilig en geborgen voelen in het gezin en dat is al die opengezinnen niet altijd het geval!