Jungmann was één van de sprekers op het Zorg+Welzijn congres Armoede en schulden doorgrond op woensdag 11 oktober. Tijdens haar lezing ging ze uitgebreid in op de plannen rondom schuldhulpverlening in het regeerakkoord.
Afspraken tussen rijk en gemeente
De paragraaf over schuldhulpverlening, begint met het doel dat er programmatische afspraken moeten komen tussen rijk en gemeenten. Jungmann: ‘Dat riep bij mij wel enige verbazing op. Een regeerakkoord is wat jij voor elkaar wilt krijgen en het eerste wat er staat is dat het rijk graag wil dat gemeenten een aantal dingen gaan doen. Dat is dus geen eigen ambitie, maar vooral de vraag ‘kunnen jullie aan de slag’. En wat willen ze? Dat jullie doen wat eigenlijk al staat in alle beleidsplannen, namelijk het voorkomen van uithuiszettingen bij gezinnen met kinderen, namelijk het verbeteren van de toegang, namelijk het zorgen voor meer samenwerking. Het is bijzonder dat de ambitie van morgen vooral is dat anderen die al bezig zijn, doorgaan met wat ze doen.’
Stapeling van boetes
Wat Jungmann wel een interessant punt vindt, is dat het nieuwe kabinet een einde wil maken aan de stapeling van boetes. En dat ze ook willen kijken naar maximering, onder andere op de bestuursrechtelijke premie. Jungmann: ‘Wat er niet in staat is “we stoppen met de bestuursrechtelijke premie en we gaan zorgen dat die bestuursrechtelijke premie een aflossing wordt”. Dus we handhaven de premies, alleen we gaan ze wel maximeren.’
Betalingsregeling
Verder vertelt de lector haar toehoorders dat het kabinet wil kijken of het minumumbedrag van de Wet buitengerechtelijke incassokosten (WIK) naar beneden kan, dat ze excessieve kredietverlening tegen willen gaan en dat schuldeisers voortaan verplicht worden om de mogelijkheden van betalingsregelingen te onderzoeken voordat een schuldeiser naar de rechter kan om een vonnis aan te vragen. ‘Die laatste is een hele prettige. Er lag voor de schuldeiser al lang een rol, die moet nu ook echt gepakt gaan worden.’
Schuldenrechter
Jungmann: ‘Wat er ook gaat komen, en dat is ook interessant, is een experiment met een schuldenrechter. Dat betekent dat er één rechter komt die alle zaken van één burger die te maken hebben met schulden onder zijn hamer heeft en dus ook de regie voert op al die zaken.’
Adviesrecht gemeenten bij beschermingsbewind
Het kabinet heeft ook vastgesteld dat gemeenten adviesrecht gaan krijgen bij de aanvragen voor beschermingsbewind. Het is de bedoeling dat wanneer een bruger een beroep doet op beschermingsbewind, de rechter de gemeente uitnodigt om haar visie te geven op de vraag of beschermingsbewind inderdaad de voorziening is die in dat geval nodig is. Jungmann: ‘Ik zie een aantal van u wat moeilijk kijken en dat gevoel had ik zelf ook toen ik dit gisteren las. Maar als we proberen dit op een positieve manier te ontvangen dan zou dit misschien wel die eerste stap kunnen zijn naar die dialoog tussen de wereld van beschermingsbewind en de wereld van gemeenten. Want als je kijkt hoeveel geld gemeenten kwijt zijn aan bijzondere bijstand dan begint die last op een aantal plekken een omvang aan te nemen die we niet met recht van gemeenten kunnen verwachten. Tegelijkertijd doen beschermingsbewindvoerders heel goed werk voor die te grote groep die op dit moment het niet voor elkaar krijgt om in de schuldhulpverlening de ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben, die soms door de doorwerking van chronische stress tijdelijk niet in staat zijn om die zelfredzame positie in te nemen die we op veel plekken toch wel van mensen verwachten. Dus wie weet dat deze regeling die eerste stap is naar de verbinding waarbij we de dialoog tussen gemeente en beschermingsbewind kunnen gaan faciliteren. Maar het is wel een bijzondere regeling want het risico dat we lopen is dat er een soort welles-nietes komt over de vraag of iemand wel of geen beschermingsbewind nodig heeft, dat het even de vraag is wat het alternatieve aanbod wordt én dat het de vraag blijft of gemeenten die adviseren geen beschermingsbewind in te zetten, dat doen vanuit de inhoudelijke overweging dat het niet nodig is, of vanuit de angst voor de kosten.’
Incassoregister
Waar Jungmann wel over te spreken is, is dat er een incassoregister komt voor incassobureaus. ‘Dat betekent dat alle incassobureaus straks geregistreerd worden. Als ze zich niet aan de regels houden kunnen ze vervolgens uit dit register worden gegooid. Dat is een groot goed.’
Geen extra structurele financiering
Tot slot is in het regeerakkoord te lezen dat er in 2018 30 miljoen, in 2019 25 miljoen en in 2020 nog eens 20 miljoen extra wordt uitgetrokken voor schuldhulpverlening. Dat klinkt mooi, maar Jungmann benadrukt dat er op structurele basis dus géén extra geld wordt vrijgemaakt. ‘Van de vier jaar waarvoor het kabinet hoort te zitten, wordt er voor drie jaar extra geld vrijgemaakt. Het zijn drie mooie bedragen, maar per 1 januari 2012 heeft het kabinet Balkenende structureel 25 miljoen euro bezuinigd op het gemeentefonds ten laste van schuldhulpverlening. Dus het geld dat nu extra wordt vrijgemaakt, is eigenlijk geen extra geld. Dit is het teruggeven van geld dat is wegbezuinigd in 2012. En dan ook nog op een tijdelijke basis. Terwijl de omvang van de schuldenproblematiek op dit moment zeker niet kleiner is dan in 2012.’
Niet het grote verschil
Samenvattend sluit Jungmann af: ‘Het is heel mooi dat we een kabinet hebben met een paragraaf over schuldenproblematiek in het regeerakkoord. Hij had ook kunnen ontbreken. Dus dat is winst. Er staan verder een aantal stappen in, zoals het incassoregister en de betalingsregeling, die mooi zijn. Maar uiteindelijk denk ik dat dit akkoord niet het grote verschil gaat maken voor het doel dat het kabinet wil bereiken, namelijk het écht aanpakken van schuldenproblematiek.’
Bekijk hieronder de lezing van Nadja Jungman