Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Regenboogsteden verbeteren emancipatie van lhbti+ personen

Op 14 oktober spreekt minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op het vijfde Congres Regenboogsteden. Sociaal werkers, beleidsmedewerkers en vrijwilligers kunnen zich laten bijpraten over het aanbod voor lhbti+ personen. Dat is hard nodig, want diverse groepen ervaren zelfs dubbele discriminatie.
Een veelvoorkomende foute aanname is dat mensen denken dat het afdoende is om te zeggen dat queer zijn oké is en dat er dus geen probleem is, zegt Charlot Pierik van Movisie. Zij is adviseur inclusie en diversiteit. © BalkansCat / Getty Images / iStock

Regenboogsteden zijn gemeenten die zich actief inzetten voor de emancipatie, veiligheid en sociale acceptatie van lhbti+ personen. En dat is hard nodig, stelt Charlot Pierik van Movisie. Als adviseur inclusie en diversiteit weet ze dat het over het algemeen best goed gaat met lhbti+ personen, maar dit geldt lang niet voor iedereen.

Kruispunt

‘Er is een grote groep waar het niet goed mee gaat’, vertelt Pierik. ‘Bijvoorbeeld mensen die in hun leven op een kruispunt staan: qua leeftijd, of transpersonen midden in de lichamelijke transformatieperiode. Denk ook aan mensen die een dubbele uitdaging hebben vanwege hun migratieachtergrond of een beperking.’ Deze groepen hebben met dubbele discriminatie te maken en ervaren veelal ook extra stress.

In maart 2021 werd Genderpraatjes opgericht. Een anonieme hulplijn voor jongeren die vragen hebben of advies zoeken over genderidentiteit. Een dik jaar later en ruim 2600 chats verder blijkt dat zo’n veilige plek hard nodig is. ‘Deze jongeren hebben erkenning van hun omgeving, ouders en hulpverleners nodig.’ Lees in dit artikel ook de handleiding om de juiste taal te spreken met transgenders.

Subgroepen

Daarom is er tijdens het congres in workshops specifieke aandacht voor deze verschillende subgroepen. Pierik: ‘We hebben bijvoorbeeld de Rainbow City Talks, over inclusie van lhbti+ personen met een beperking. Zij komen veel drempels tegen, letterlijk en figuurlijk. Hoe kun je daar rekening mee houden in je beleid en in de praktijk?’ In deze workshop komen de ervaringen van lhbti+ personen met een beperking en die van professionals aan de orde, onder leiding van moderator Jeannete Chedda.

Sinds 2008

Het programma Regenboogsteden startte in 2008, met 18 zogeheten koplopersteden. Na de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht in 2001, was de heersende gedachte dat de emancipatie van lhbti+ wel klaar was. ‘Maar er leek meer schijntolerantie te zijn dan voorheen’, vertelt Pierik.

Gemeenten mede verantwoordelijk

Om die reden is het programma Regenboogsteden in het leven geroepen. Het ministerie van OCW en Movisie wilden gemeenten mede verantwoordelijk maken voor het emancipatie- en acceptatieproces. Het kennisinstituut hielp mee aan de ontwikkeling van het programma en voert het ook uit.

Aanhaken

Movisie adviseert en ondersteunt gemeenten bij het maken en uitvoeren van regenboogbeleid, ontwikkelt kennis én organiseert kennisuitwisseling. Dit alles gebeurt in samenwerking met lokale (lhbti+) organisaties, sociaal professionals en vele vrijwilligers. Inmiddels zijn 56 gemeenten aangesloten bij het landelijke programma. In totaal zijn er nu 113 regenboogsteden, waarvan een deel ondersteuning krijgt via het subprogramma RegenboogProvincie.

Verder dan alleen de vlag

Regenboogsteden maken beleid op de domeinen waar ze zelf invloed op hebben, zoals zorg en welzijn, onderwijs en sport. Ook de emancipatie, veiligheid en sociale acceptatie van lhbti+ personen binnen de eigen gemeentelijke organisatie krijgt volop aandacht. Pierik: ‘Het gaat dus veel verder dan af en toe een regenboogvlag ophangen. Het gaat erom dat lhbti+ personen zich veilig voelen, en dat ze zichtbaar mogen zijn, zich gesteund voelen.’

Sociale normen

Veel grote partijen uit de wereld van onderwijs, belangenorganisaties zoals het COC en (ouderen-)zorg sloten zich aan en de inspanningen van de afgelopen veertien jaar werpen duidelijke vruchten af. Als een van de successen noemt Pierik dat er veel is verbeterd in de sociale normen over dat het oké is om lhbti+ te zijn. ‘Desondanks is “homo” op scholen nog steeds het meest gebruikte scheldwoord’, zegt ze er ook meteen bij.

Normale vraag

Een ander resultaat is dat ook de normstelling in het sociaal werk is aangepast in de loop der jaren. De vraag of er lhbti+ jongeren naar het plaatselijke jongerencentrum komen is tegenwoordig veel normaler om te stellen. Bijvoorbeeld door de gemeente, als die opdrachtgever is of subsidieert. ‘Is het antwoord “ja”, dan hoort daar de vervolgvraag bij hoe het centrum in kwestie met hen omgaat. Is het antwoord “nee”, dan is de vervolgvraag hoe het centrum het kan organiseren dat ze wél komen.’

Bord met radertjes

Pierik maakt de vergelijking met een bord met allemaal verschillende tandwielen. ‘Daarop draaien de radertjes van de landelijke overheid, de provincies, de gemeenten, organisaties zoals Movisie en de landelijke, lokale en regionale professionals en vrijwilligers. En in de ideale wereld grijpt dat allemaal precies op elkaar in.’

Hoopgevende voorbeelden

In de praktijk is dat echt nog niet overal aan de hand, maar er vallen wel steeds meer radertjes in elkaar, en dat levert hoopgevende voorbeelden op. Pierik noemt de middelgrote gemeente waar geen COC actief was. ‘Op een gegeven moment kwam er één meisje bij een jongerenwerker en ze vroeg of er een activiteit was voor lhbti+ jongeren. Dat was niet aan de hand op dat moment.’

Wekelijks moment

‘Maar het mooie was’, vervolgt ze, ‘dat de jongerenwerker naar de gemeente stapte en zij konden verwijzen naar het regionale samenwerkingsverband waar wél iets gebeurde. Via dat radertje kwam er ondersteuning vanuit het programma Regenboogsteden. Niet veel later was er in het jongerencentrum een wekelijks moment waar lhbti+ jongeren expliciet welkom zijn.’

Basishouding

Een groot deel van de sociaal werkers is actief in een gemeente die geen Regenboogstad is. Wat Pierik betreft maakt dat niet uit voor de basishouding die elke professional zou moeten aannemen. ‘Of je nu wijkteamlid bent, jongerenwerker of maatschappelijk werker, het is belangrijk dat je basale kennis op orde is,’ zegt Pierik. ‘Verdiep je er om te beginnen in waar elke letter voor staat.’ Voor verdere verdieping kun je gebruik maken van de kennisproducten en publicaties die gratis zijn te verkrijgen bij Movisie.

Niet ongegeneerd

Bejegening is een van de belangrijke thema’s voor professionals die werken met lhbti+ personen. ‘Zorg dat je weet welke gevoeligheden er spelen. Stel niet ongegeneerd allerlei vragen, zoals “Wie is het mannetje en wie het vrouwtje?” of “Ben je dan al geopereerd?” Maar een vraag als “Hoe wil je aangesproken worden?” is wél een goede vraag. Als je twijfelt over een vraag, verleg de aandacht dan naar jezelf. Geef aan hoe je zelf genoemd wilt worden, daarmee zet je de deur open voor de ander.’

Problemen niet ontkennen

Een veelvoorkomende foute aanname is dat mensen denken dat het afdoende is om te zeggen dat queer zijn oké is en dat er dus geen probleem is. ‘Problemen mogen er zijn en mogen benoemd worden. Het is logisch als iemand ergens mee worstelt. Dat moet je niet ontkennen. Ook als iets geen probleem is, mag het benoemd worden. Anders blijft het onzichtbaar.’

Congres Regenboogsteden – 14 okt 2022. De fysieke plaatsen zijn inmiddels allemaal bezet. Online deelnemen aan het plenaire gedeelte is nog wel mogelijk (start 14 oktober 13:30 uur).

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.