Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

René Diekstra: ‘Optimisme is een morele plicht’

Sinds 2002 loopt in Rotterdam het programma ‘Mensen maken de stad’, waaraan inmiddels 1550 straten meedoen. Volgens sociaal adviseur René Diekstra is het op alle fronten succesvol: bewoners hebben meer vertrouwen in elkaar en instanties, en professionals werken meer methodisch. '"Mensen maken de stad" is een optimistisch programma en dat optimisme werkt aanstekelijk.’

Door Martin Zuithof – ‘Mensen maken de stad’ (MMdS) is een combinatie van bekende sociale methoden die al eerder in Rotterdam werden ontwikkeld. De eerste is het zogeheten Opzoomeren, het samen met medebewoners opknappen en schoonhouden van de eigen straat. De tweede is de combinatie van Opzoomeren en stadsetiquette, het afspreken van leef- en omgangsregels. Als derde variant omvat het programma het zogeheten sociaal contract, waarbij de activiteiten van zowel burgers als instellingen worden vastgelegd.

Uitgangspunt van de methode is de zogeheten ‘straatladder’, die het niveau van ontwikkeling van het straatleven weergeeft. De treden lopen uiteen van ‘agressie’ en ‘vermijding’, tot ‘actief contact maken’ en ‘meedoen aan straatactiviteiten’ tot aan ‘samen zorgen voor de straat’ en ‘zelfbeheer’. De ambities zijn enorm: het aantal straten dat deelneemt aan het Opzoomeren moet van 2002 tot 2006 groeien van 900 naar 1600. Het aantal straten met stadsetiquette moeten er liefst 250 worden en 150 straten moeten een sociaal contract afsluiten.
René Diekstra is sinds 2002 verbonden aan het programma en drukte zijn stempel erop als methodiekontwikkelaar, als keurder van projecten en als trainer van professionals.

In 2003 was er nog nauwelijks ervaring met stadsetiquette, straatafspraken. Hoe kan dat nu al in zoveel straten lopen? ‘Het is zeer ambitieus, mee eens. Maar eind december hadden we al 1550 straten die deelnamen aan het Opzoomeren, dus onze target halen we wel. Eind december namen 195 straten deel aan de stadsetiquette. Aan sociale contractstraten hadden we 64 deelnemers. Het begint er dus op te lijken dat we eind 2006 bij die ambitieuze doelstellingen in de buurt komen.’

Wat heeft MMdS tot nu toe opgeleverd?‘We hebben in december tachtig straten gekeurd, samen met bewoners en instellingen. Met de vraag: wat is er volgens jullie nu door het programma in de straat veranderd? Voor de meeste straten geldt dat ze twee, soms zelfs drie treden in de straatladder omhoog zijn gegaan. In die straten zijn dan straatactiviteiten ontstaan of ze hebben zelfs leefregels afgesproken. Tegelijk hebben veel straten nog de ambitie om meer te bereiken.’
‘Andere factoren zijn het vertrouwen tussen bewoners onderling en het vertrouwen in organisaties. Is dat toegenomen? Is de omgang tussen bewoners verbeterd en is de overlast afgenomen? Bij al die vragen geven veruit de meeste straten aan dat ze op vrijwel alle punten vorderingen maken. Op al die fronten is vooruitgang geboekt. De gangmakers in straten geven aan dat ze het zinvol vinden wat ze doen en dat ze de ondersteuning als goed ervaren.’

Er was de afgelopen jaren veel kritiek op de kwaliteit van opbouwwerkers. Krijgen zij de nieuwe methode in de vingers?‘Bij onze evaluatie met de instellingen komt naar voren dat MMdS van invloed is op de taakstelling en werkwijze van het opbouwwerk. Iemand zei: ‘Wat ik geleerd heb van het programma is dat we weer de straat op moeten en weer echt met mensen moeten gaan praten.’ Ze zijn weer sociale wevers aan het worden, dus weg van de bureaucratische rol of de belangenbehartigersrol. Men vindt het ook van belang dat het een methodiek is met heldere targets, waar opbouwwerkers zichzelf aan kunnen toetsen. Opbouwwerkers hebben blijkbaar in veel gevallen niet al te gericht methodisch gewerkt. Nu moet dat wel, heel simpel.’

U bent heel kritisch: opbouwwerk heeft niet methodisch gewerkt.‘Nu moet het in elk geval methodisch sterker. Het begint bij de diagnosefase, waardoor opbouwwerkers veel meer te weten komen over de straat. Het uitvoerende deel is ook helderder vastgelegd. Het is outreachend, je spreekt bewoners directer aan, formuleert doelstellingen en stimuleert ze om die eigen doelstellingen uit te voeren. Opbouwwerkers worden nu door ons getraind om die methodiek toe te passen. We hopen met de brancheorganisaties in de slag te kunnen gaan om te kijken of we die methode ook in de opleidingen kunnen opnemen. Inmiddels hebben we 54 opbouwwerkers getraind.’

Straatburgersschap gedijt als de overheid langdurig investeert in samenlevingsopbouw. Hoe ziet dat eruit de komende jaren?‘Goed. Alle lijsttrekkers hebben op de Dag van de Rotterdamse Straten vorige maand gezworen dat ze in de komende collegeperiode doorgaan met ‘Mensen maken de stad’ en zelfs willen intensiveren.’

Die continuïteit in het beleid sinds de jaren negentig is wonderlijk als je kijkt welke politieke gevechten er tussen links en rechts steeds plaatsvinden. ‘Ja, dat is opmerkelijk. Je hebt partijen zoals Leefbaar die zich keihard opstellen en zeggen: dat sociaal beleid is niks. In praktijk ondersteunen ze de sociale beleidsinterventies, maar ze zetten het niet duidelijk in de etalage.’

Heeft u voorbeelden van verbetering?‘Tijdens de Dag van de Rotterdamse Straten op 26 februari viel mij op hoe gehecht mensen zijn aan hun directe woonomgeving. En hoe trots ze vaak zijn op datgene wat ze bereikt hebben met elkaar. Dat kan variëren van duidelijke afspraken over de omgang met elkaar tot straatintroducties voor nieuwe bewoners. Het is opmerkelijk dat dit soort initiatieven, die door MMdS in gang zijn gezet, door de bewoners zelf worden onderhouden.

U ziet ook straten die opbloeien?‘Ja, in de Tarwewijk is bijvoorbeeld een straat die als een drukke sluiproute wordt gebruikt. Tussen de ene kant van de straat en de andere was er daardoor weinig contact. Ze ergerden zich eraan, maar ze ondernamen er nooit iets tegen. Door MMdS merken ze dat ze er wel degelijk iets aan kunnen doen. Ze gingen naar instellingen toe en ondernamen zelf actie door borden op te hangen. De gemeenschappelijke doelen leiden tot onderlinge afspraken.’

Ziet u ook verbetering in de relaties tussen etnische groepen?‘Bij de straatkeuringen die we hebben gehouden is er over en weer sprake van een meer fatsoenlijke, vertrouwensvollere manier van met elkaar omgaan. Dan zie je dus duidelijk een vooruitgang in de integratie. Onze indruk is niet dat culturele contrasten tussen groepen groter worden, zoals Gabriël van den Brink stelt. Als je mensen kunt mobiliseren kun je door processen als MMdS de relaties tussen etnische groepen verbeteren.’ ‘Mensen maken de stad’ is een optimistisch programma en dat optimisme werkt vaak aanstekelijk, ook tussen groepen. Optimisme is dus een morele plicht.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.