Door Han van der Wiel – Instanties en bestuurders die met gepaste trots over ‘hun’ dak- en thuislozen praten, waar maak je dat nog mee? In Leiden, waar een oude imposante textielfabriek in de binnenstad is omgebouwd tot een locatie die de opvang van dak- en thuislozen combineert met talloze bedrijfsruimtes. Het project werd in 2006 beloond met de Zilveren Woonladder, een prijsvraag voor het beste plan voor woonvormen voor mensen met complexe problemen die niet op de reguliere woningmarkt terecht kunnen. Met name de manier waarop draagvlak bij bewoners werd gekweekt, charmeerde de jury.
In 2006 waren er alleen een pand en een plan, sinds ruim een halfjaar is het pand in vol bedrijf. Komen de hoge verwachtingen uit? Die verwachtingen zijn niet mis. Door met twee zorginstellingen een grote groep dak- en thuislozen in één pand onder te brengen, is er meer zicht op de doelgroep en kan een begin worden gemaakt met ketenzorg. Daarnaast biedt de combinatie met talloze bedrijven kansen om de gemarginaliseerde doelgroep stukje bij beetje te laten integreren in de reguliere woning- en arbeidsmarkt. Peter ’t Hoen houdt kantoor in een ruimte op de begane grond die uitkijkt op een grote en lichte zaal. Daar zijn mensen druk bezig met uiteenlopende bezigheden als pingpongen, schilderen, fitnessen, internetten, houtbewerking en koken. ’t Hoen is coördinator van De Zaak, het dagactiviteitencentrum voor dak- en thuisloze (ex)verslaafden.
Het centrum is gehuisvest in de voormalige fabriek, die de naam Nieuwe Energie heeft gekregen. De Zaak is onderdeel van Brijder, een van de grootste Nederlandse instellingen voor verslavingszorg.Dagelijks doet hier een groep van ongeveer veertig dak- en thuislozen mee aan een van de vele dagactiviteiten. Dat is niet vrijblijvend, maar een voorwaarde om tussen de middag een warme maaltijd te ‘verdienen’. De Zaak heeft een eigen keuken, waar onder leiding van een door Brijder betaalde kok door de deelnemers (‘cliënten’) wordt gekookt voor De Zaak. De keuken staat overigens in contact met het gewone bedrijfsrestaurant dat door het ROC wordt gerund voor alle bedrijven en instellingen in het gebouw. ’t Hoen: ‘Deze mensen hebben een dagstructuur nodig en wij bieden structuur, regelmaat en sociale activering. Dat draagt bij aan hun gevoel van eigenwaarde.’
U kunt het hele artikel lezen in Zorg + Welzijn Magazinenummer 11, november 2008