Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Resultaten tellen en vertellen

Gemeenten zijn sinds 2015 verplicht om de effecten van hun Wmo-beleid te meten. Maar hoe doe je dat? Het aantal gesprekken dat een welzijnswerker voert met een cliënt of het aantal deelnemers aan een activiteit zeggen bijvoorbeeld niet per se of het gevoel van eenzaamheid onder inwoners afneemt. Charlotte Hanzon, adviseur Participatie bij Movisie: ‘Sta eerst stil bij wat de opbrengsten zouden moeten zijn. Vervolgens kun je kijken of je activiteiten daar inderdaad aan bijdragen.’
1-resultaat-Fotolia.jpg
'Het zou goed zijn als gemeenten veel meer het gesprek zoeken met samenwerkingspartners en burgers. Met die input kunnen outcome-indicatoren worden vastgesteld.' - Foto: Fotolia

Speciaal voor beleidsmedewerkers van gemeenten ontwikkelde Movisie de handreiking ‘Op weg naar outcomegericht werken’. Hanzon: ‘Door alle veranderingen in het sociaal domein, merk je dat gemeenten en maatschappelijke organisaties zich bezinnen. Ze vragen zich steeds meer af “Waar doen we het voor? Doen we het juiste? En wat is de impact van ons beleid?”. De handreiking kan hen helpen om duidelijker in beeld te krijgen wat werkt en wat inspanningen opleveren. Heb je dat goed in beeld, dan krijg je ook meer zicht op de kwaliteit van je beleid en de daaruit voortkomende activiteiten voor de mensen om wie het daadwerkelijk gaat.’

Met elkaar

Outcome is de verandering en de effecten die beleid of activiteiten teweegbrengen in de samenleving of op individueel niveau. Om de gewenste verandering of de maatschappelijke ambitie van gemeenten, ondersteunende organisaties en inwoners te meten, moet je dus bepalen wat de gewenste verandering eigenlijk is. En dat doe je sámen. Hanzon: ‘Het zou goed zijn als gemeenten veel meer het gesprek zoeken met samenwerkingspartners en burgers. In die gesprekken kunnen burgers aangeven wat voor hen belangrijk is en gemeenten en maatschappelijke organisaties kunnen met deze input hun beeld van de gewenste verandering aanscherpen en zogenoemde “outcome-indicatoren” vaststellen.’

‘De druk om resultaatgericht te werken neemt toe, zeker in het sociaal domein’, zegt Saskia Keuzenkamp, hoogleraar Participatie en Effectiviteit. ‘Wil je de kwaliteit van de hulp verbeteren, dan zal je wat je doet onder de loep moeten nemen.’ Lees meer >>

Doelenboom

Wie outcome-indicatoren wil vaststellen, kan de handreiking van Movisie als leidraad gebruiken. Stapsgewijs is hierin uitgelegd hoe je te werk kunt gaan. Hanzon: ‘In de werkwijze die wij ontwikkeld hebben, gaan gemeenten samen met inwoners, cliënten en aanbieders van zorg en ondersteuning in drie sessies op zoek naar het antwoord op verschillende vragen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan “Wat willen we met elkaar bereiken als het gaat over het versterken van de zelfregie van inwoners”. Aan de hand van de antwoorden op deze vragen wordt vervolgens een doelenboom opgesteld. Deze doelenboom bestaat uit een hoofddoel, subdoelen en indicatoren waaraan gemeten kan worden of het hoofddoel is bereikt.’

Grote stap

Movisie testte deze werkwijze in tien gemeenten. Eén van deze gemeenten was Haarlem. Hier zijn drie trajecten geweest waarin werd gewerkt aan de thema’s ‘Het versterken van eigen kracht en het vergroten van een netwerk’, ‘Het vergroten van participatie door GGZ-cliënten’ en ‘Het bevorderen van een gezonde leefstijl’. In verschillende sessies gingen gemeente en samenwerkingspartners met inwoners over deze thema’s in gesprek. Marianne Huisman, directeur van Kontext, begeleidde de sessies over participatie door GGZ cliënten en vertelt in de handreiking: ‘Het is zo waardevol om het gesprek met bewoners aan te gaan. Alleen al het feit dat je je doelen meer in gewone taal formuleert is belangrijk. Daarnaast besef ik me door het gesprek met deze bewoners weer meer dat wat voor ons als aanbieders een vanzelfsprekendheid is, voor bewoners een grote stap kan betekenen. Zo kwam uit onze sessies naar voren dat “van de bank af komen” voor sommige cliënten een grote stap is.’

Drie perspectieven

Sandra van der Gouw, manager bij EcoSolEffect, begeleidde in Haarlem de sessie over gezonde leefstijl: ‘Ik vind de meerwaarde echt dat je vanuit drie perspectieven het gesprek aangaat. De inbreng van het klantperspectief ontbreekt vaak toch, wat vindt de cliënt belangrijk? Wat wil hij dat het oplevert? In dat gesprek zie je dat de afstand vanuit een organisatie tot de behoefte van een cliënt best groot is. En die afstand is er ook vanuit de gemeente als opdrachtgever of beleidsmaker. Door juist in de driehoek het gesprek aan te gaan, komt er meer begrip voor de verschillende standpunten.’

Tellen en vertellen

Hanzon denkt dat er behoefte is aan de werkwijze die Movisie ontwikkeld heeft. ‘We merken dat veel gemeenten nog zoekende zijn. Ze willen graag outcome-gericht werken, maar ze zijn nu nog erg gewend aan een vaste werkwijze binnen de bestaande beleids- en begrotingscyclus. Het vaststellen van beleid met burgers, het koppelen van inkoopvoorwaarden aan dat beleid, het monitoren van het beleid en het verbeteren van de kwaliteit is nog niet in die cyclus geïntegreerd. Bovendien zijn gemeenteraden eraan gewend om cijfers gepresenteerd te krijgen die iets zeggen over de output. Om effecten in beeld te brengen is een combinatie van tellen en vertellen een goede werkwijze. De ervaringen en verhalen van bewoners en professionals helpen de cijfers te duiden.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.