Sociale cohesie is de belangrijkste manier om risicojongeren binnen de samenleving te houden. Dinsdag 13 juni wordt een manifest uitgereikt aan Tweede Kamerleden. Daarin staan 10 actiepunten voor lokale overheden tegen polarisatie en inclusie. Jongerenwerk is cruciaal, vooral nu radicalisering de samenleving bedreigt. ‘De jongerenwerker is als enige professional in staat om vanuit de relatie met de jongere preventief te werken’, zegt Gon Mevis, directeur van welzijnsorganisatie ContourdeTwern. Zijn jongerenwerkers staan al jarenlang op hangplekken, op straat, bij het fietsenhok achter school en op andere ‘risicoplekken’ waar jongeren samen komen.
Jongerenwerk
R-Newt heet het jongerenwerk van ContourdeTwern in Tilburg en omgeving, waar zo’n 50 professionals in de gemeenten aan de slag zijn met jongeren. Hun kunst is het, zegt directeur Mevis, om vertrouwd te zijn met de wijk en een vertrouwensband op te bouwen met jongeren. Lukt dat wel met jongeren die afglijden? ‘Deze jongeren zetten zich niet per definitie af tegen volwassenen, maar willen vooral gezien worden. De jongerenwerker is er altijd, hij is een “toffe gast”, heeft wel eens wat voor je gedaan en hij beschaamt je vertrouwen niet.’
Authentieke betrokkenheid
De jongerenwerker is geen vriend, eerder een professioneel maatje, zegt Mevis. ‘Wat opvalt is de authentieke betrokkenheid van de jongerenwerkers. Zij richten zich op het hele plaatje en zien dus ook het talent van de jongere, op wat er wel goed gaat in het leven. Dat kan ook sport zijn, of muziek. Ben je ergens goed in, dan geeft je dat een hoge status.’
‘In Nederland zien we steeds meer tegenstellingen ontstaan. Bijvoorbeeld tussen groepen, arm en rijk en individuen. Deze polarisatie heeft een ontwrichtend effect op de samenleving. Doen we hier niks aan dan voorzie ik een gevaar voor onze samenleving’, zegt Ernst Radius van Sociaal Werk Nederland. Lees meer>>
Radicalisering
Juist de nabijheid van de jongerenwerker kan radicalisering tegengaan. Allereerst omdat de werker tijdig opmerkt dat een jongere verandert. ‘Onze professionals hebben een flinke scholing achter de rug om radicalisme te zignaleren. Er is nooit één kenmerk, altijd een combi van dingen. En een timmermansoog om het te zien’, zegt Gon Mevis. ‘Wij hebben een multicultureel team, het is belangrijk dat je werkers een afspiegeling vormen van de etnische achtergrond van de jongeren.’
Ketenpartner
Werkt het jongerenwerk dan ook de-radicaliserend? ‘Wij hebben in Tilburg al lange tijd geen uitreis meer gehad naar Syrië’, zegt Mevis. ‘We leveren zeker een positieve bijdrage. Wat de jongerenwerker doet is vragen stellen, en nog een keer vragen stellen: “Waarom vind je het goed dat er zoveel slachtoffers zijn gevallen bij die aanslag?” Hij stelt zijn oordeel zo lang mogelijk uit en als het echt risicovol wordt, dan wordt eerst in kleine kring zorgvuldig overlegd. Soms neemt hij contact op met de ouders en met de school. Wij delen zorgen over jongeren met de specialist veiligheid. Vaak is er trouwens een andere verklaring dan radicalisering voor risicogedrag van jongeren.’
Stutten en erbij blijven
Meestal is de jongerenwerker degene die het contact met de jongere en met het gezin weet te houden, volgens Mevis. En hij weet escalatie van radicale ideeën te voorkomen. ‘We proberen bijvoorbeeld via de jongerenwerker begeleiding in het gezin te krijgen. Of als er direct psychiatrische of ander hulp nodig is voor de jongere blijft de jongerenwerker stutten en vooral erbij blijven.’
Reflecteren
Dit werk brengt wel met zich mee dat deze professional sterk in zijn schoenen staat, ‘met een flinke portie zelfinzicht en een blik op je eigen opvattingen’, zegt Mevis. ‘Heel belangrijk voor deze jongerenwerkers is de ruimte om te reflecteren. Om dilemma’s op tafel te leggen en met collega’s, leidinggevende en met onze radicaliseringsdeskundige in de organisatie te overleggen. En het is nodig dat je vertrouwen en de steun van de ketenpartners krijgt in wat je doet. Want het gaat vaak om cruciale besluiten.’
Succesfactor
R-Newt heeft op dit moment zo’n 40 jongerenwerkers in de gemeente Tilburg rondlopen. Hun werk was niet mogelijk geweest zonder ‘een flinke financiële ondersteuning’ van de gemeente. Er is al het hele afgelopen decennium geïnvesteerd in het jongerenwerk door de gemeente, zegt Mevis. ‘Dat maakt het ook mogelijk om kwaliteit op te bouwen.’ Een tweede succesfactor is de samenwerking met de gemeente, zoals de coördinator Veiligheid, en met andere hulpverleningsorganisaties. ‘Dat gaat nog niet altijd vanzelf. Omdat hulpverlening soms een stapje opzij moet doen en het jongerenwerk dan de lead moet krijgen. Maar het gaat wel steeds beter, zij gunnen het jongerenwerk ook het vertrouwen en de verantwoordelijkheid over de risicojongeren’, aldus Mevis.