Moti-4, gesprekkentraject bij middelengebruik, gokken of gamen is ontwikkeld vanuit de behoefte aan een laagdrempelig vroegtijdig interventieaanbod bij middelengebruik door jongeren. Veel jongeren realiseren zich niet wat de gevolgen kunnen zijn van hun gebruik, bijvoorbeeld voor hun ontwikkeling, loopbaan of gezondheid.
Jongerencentrum
Om hen te motiveren om te minderen of te stoppen, worden in het Moti-4 traject vier individuele gesprekken gevoerd. Deze vinden plaats op de ‘vindplaats’: bijvoorbeeld school, jongerencentrum of tijdens een wandeling. Dit maakt het traject zeer laagdrempelig. Zo kan er makkelijker en vroegtijdig worden ingegrepen.
Gamen
Als het gebruik, gamen of gokken zeer problematisch is, is het traject te gebruiken om de jongere te motiveren zich te aan te melden voor verslavingszorg of andere hulpverlening. Soms worden ouders doorgeleid naar aanvullende hulpverlening, zoals opvoedondersteuning.
Effecten
De praktijk wijst uit dat 50 procent van de jongeren na het Moti-4 traject mindert of stopt met het gebruik. In 2011 start Mondriaan Zorggroep wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de interventie. De erkenning ‘Goed beschreven interventie’ door het RIVM duidt op de toepasbaarheid van Moti-4.
Werkbladen
Het draaiboek bestaat uit vier delen: algemene informatie over doelen, werving en werkwijze, gespreksonderdelen, theoretische achtergrond en methodieken en ten slotte het toolbook met werkbladen van activiteiten. Het RIVM heeft het draaiboek opgenomen in haar I-database.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: RIVM/Mondriaan Zorggroep, foto: stock.xchng