Overlastgevende hangjongeren in Maarssen zijn het gesprek van de dag als Marcel van Klaveren en ex-Utrechtspeler Jean Paul de Jong in 2006 besluiten ‘wat te doen’ voor die gasten. ‘We zochten een middel om hen te bereiken. Nuttige vrijetijdsbesteding. Wat wij ze kunnen bieden is sport gecombineerd met voorlichting over bijvoorbeeld drugsgebruik en schooluitval’, vertelt Marcel van Klaveren, bestuurslid van voetbalvereniging O.S.M.
Schooluitval
Via het jongerenwerk komen Van Klaveren en De Jong in contact met de ‘leidertjes’ van deze hanggroepen. Ze leggen hun plannen voor: de jongens krijgen voetbaltraining. En tussen de training door komen rolmodellen vertellen over bijvoorbeeld schooluitval. Van Klaveren: ‘Bij de Ajax-jeugd is betaald voetbal geen garantie. Daarom wordt er veel aandacht besteed aan hoe belangrijk het is je school af te maken. Wanneer dat wordt verteld door een Ajax-trainer, dan maakt dat indruk. Net zoals een ex-rechercheur met dramatische verhalen over drugsincidenten.’
Verlies
Ook tijdens het voetballen valt er wat te leren. ‘Sowieso is sporten beter dan rondhangen. Daarnaast gelden er bepaalde spelregels die ook in de samenleving van pas komen. Samenwerken in een team, doorzetten, omgaan met verlies. Je hoopt dat die jongens die ervaringen ook toepassen buiten het voetbalveld.’ Een voorbeeld van een sterk staaltje doorzettingsvermogen is een Marokkaanse jongen van 140 kilo die met het programma is gestart. Van Klaveren: ‘Hij weegt nu nog 70 kilo, en dat allemaal door het voetbal.’
Een punt van aandacht binnen het project is dat de interesse van de jongeren snel afneemt. ‘We moeten ze telkens triggeren om te blijven komen. We regelen dan bijvoorbeeld dat ze, wanneer het programma is doorlopen, mogen voetballen met FC Utrecht-spelers.’
Overnachten
Ieder jaar helpen de jongens ook mee een groot internationaal toernooi te organiseren. ‘Teams uit heel Europa komen dan naar Maarssen. De jongens helpen als ballenjongen, verkeersregelaar of teammanager. Die teams moeten hier ook overnachten, dus de teammanager kan heel wat voor ze regelen.’
De succesmeter van het project is het aantal jongens dat lid wordt van de voetbalvereniging. Dat is ook het uitgangspunt, meent Van Klaveren. ‘We hebben toch heel veel aanmeldingen. Vaak is de contributie en de sportkleding te duur voor de jongens. Dankzij het sportfonds wordt dat geregeld.’
In 2008 ontving het project een Appeltje van Oranje. De prijs van het Oranje Fonds bedroeg 15.000 euro en is gebruikt om het project voort te zetten.
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn magazine nr 9, september 2009
