De pilot ‘Rotterdamse Projectgarages’ – een initiatief
van de taakgroep Sociale Infrastructuur – moet het zicht vergroten op de
kwaliteit en samenhang van projecten die onder het grotestedenbeleid vallen. is
in die stad. Het is de bedoeling dat eind februari alle 24 projecten een eerste
vrijwillige keuring hebben ondergaan. Het gaat om initiatieven van zowel de
deelgemeenten Feijenoord en Overschie als die van de stedelijke dienst Sociale
Zaken en Werkgelegenheid. Het reparatieadvies aan het eind van iedere keuring
wordt ondersteund met een bonus van maximaal dertigduizend. Over zes tot negen
maanden volgt een herkeuring. Dan wordt onder meer gekeken naar het resultaat
van de reparaties. De pilot van anderhalf jaar moet eind 2002 zijn afgerond.
Vertrouwen winnen
Op een vrijdag in de afgelopen decembermaand gaat in jongerencentrum Plein
3 in de Afrikaanderwijk het project `100 vrienden’ een kleine drie uur op de
brug. Met de ‘100 vrienden’ wordt een groep Marokkaanse jongeren bedoeld, die
twee jaar geleden nogal wat overlast gaf. Destijds is heel actief contact met
die groep gezocht en zijn extra activiteiten met ze in gang gezet. Een aantal
van die jongeren verwelkomt nu de gasten bij de ingang. ‘Ze zien dit als een
examen dat ze af moeten leggen,’ vertelt projectleider Jaap van der Vlugt van
Stichting Welzijn Feijenoord. In het jeugdhonk hebben tafelvoetbal en
tennistafel plaats gemaakt voor vergadertafels. In een ring met tafels en
stoelen zit het keuringsteam met de jongerenwerkers, een aantal jongeren, een
wijkagent, ouders, een onderwijzer en mensen van de deelgemeente. In de ring
eromheen hebben belangstellenden en nog zo’n tien, vijftien jongeren van het
project plaatsgenomen.
‘We waren destijds geen lieverdjes,’ steekt in de binnenring Abdul Marbah
de hand in eigen boezem. Als hij ondeugden uit die tijd opsomt, krullen de
mondhoeken van zijn leeftijdsgenoten. ‘Je moest toch wat om jezelf te vermaken,’
is zijn verklaring waarom het geregeld uit de hand liep. Een eigen plek zoals nu
hadden ze niet. ‘Er vloog in dit jeugdhonk weleens een baksteen door de ruiten,’
herinnert Marbah zich. ‘Er werd niet naar je geluisterd, dat is nu wel anders,’
legt zijn buurman het verschil uit. ‘Wij zagen zo’n steen als een dringend
signaal om contact te zoeken met de afzenders,’ vertelt jongerenwerker William
Miero. Samen met zijn collega Fahrid Boukari wist hij stap voor stap het
vertrouwen bij de jongeren te winnen. Twee korte videofilmpjes en een kort
rap-optreden van de jongeren bieden het keuringsteam een impressie van de
activiteiten. Ibrahim Zerrad vertelt poëtisch hoe hij geketend door drugs en
alcohol dankzij het project toch goed terechtgekomen is. Hij sluit zijn bijdrage
af met twee van zijn gedichten.
‘Dit lijkt wel een sprookje,’ is de eerste reactie van keurmeester en
inhoudelijk deskundige Harry Broekman op de zorgvuldig voorbereide presentatie.
Maar de keurmeester gelooft niet in sprookjes. Dus besluiten hij en de technisch
deskundige om de mensen nader aan de tand te voelen over de inhoudelijke en
technische kanten van het project. Over zaken als de opzet en organisatie, de
methodiek en de financiering.. Tot slot vragen beide keurmeesters zich hardop af
welke formule achter dit succes verborgen ligt.
Brokken maken
Op driehoog in het stadskantoor noemt Bernard Korfker, projectleider
Rotterdamse Projectgarages, de keuring van het ‘100 vriendenproject’ een
bijzondere gebeurtenis. ‘Het was voor het eerst met zoveel mensen.’ De opzet van
de keuringen is in grote lijnen overigens steeds gelijk. Zo worden projecten op
locatie gekeurd. Korfker: ‘ In deze gebiedsgerichte methode betrekken we de
context van een project in de oordeelsvorming. In het ‘100-vrienden’-project zag
je letterlijk wie er dicht om dat project heen staan. René Diekstra, voorzitter
van de taakgroep Sociale infrastructuur, benadrukt ook steeds dat Projectgarages
moeten helpen die frontlinie te versterken.’
Welzijnsprojecten in het pilotgebied Feijenoord kunnen de support overigens
wel gebruiken, want ze liggen onder vuur. Een onderzoek onder 77 jeugdprojecten
in Feijenoord wees uit dat deze aan alle kanten rammelden en langs elkaar heen
werken. Korfker legt uit dat het hier een quick-scan betrof, waarbij met name
kwantitatieve gegevens in kaart zijn gebracht. De Rotterdamse Projectgarages
heeft een andere insteek – een kwalitatieve en inhoudelijke – en is veel
intensiever. Korfker: ‘Ik wil niet op onze bevindingen vooruitlopen, maar het
valt me op dat we juist wèl goede praktijken tegenkomen. Alleen kost het enige
moeite om de kern en de kracht van hun aanpak goed in beeld te krijgen. Veel
projecten adviseren we om te formuleren wat hun aanpak zo goed maakt. Om aan te
geven wat hun “unique selling point” is. Want de presentatie naar financiers en
opdrachtgevers is matig ontwikkeld.’
Ook in de reparatieadviezen komt volgens Korfker niet naar voren dat het
slecht gesteld is met de projecten. Korfker: ‘Soms zeggen we zelfs “laat maar
even zo”. Brokken maken is niet altijd erg, het kan een fase zijn waar je als
project doorheen moet. Soms beperken we ons tot tips op onderdelen.’ Als
voorbeeld noemt hij Somalische jongeren met oorlogstrauma’s binnen een project
voor naschoolse opvang. Dat project is aangeraden een teamcoach te nemen voor de
casuïstiek. Het aantrekkelijke aan de keuringen is dat projecten gratis advies
krijgen en daar bovenop een bonus van maximaal dertigduizend gulden die hen in
staat stelt de geadviseerde reparatie uit te voeren.
Naar de schroot
Ook Jaap van der Vlugt, projectleider van ‘100 vrienden’ is content. Hij
mag voor dat bedrag een documentaire laten maken. Daarin moet hij onder meer
antwoord geven op de vraag waarom zijn project wel slaagt, terwijl het in andere
wijken met deze doelgroep niet lukt. Jongerenwerker William Miero:’De jongeren
vinden het hartstikke leuk om aan zo’n documentaire mee te werken. Het advies
past naadloos bij onze manier van werken met deze jongeren.’ Ook de keuring viel
in goede aarde. Van der Vlugt:’Die kwam precies op het goede moment. Op deze
manier hadden we nog nooit met ze gepraat over het project. Ze hoorden voor het
eerst over zaken als subsidies, hoe dat werkt en de verantwoording die je
daarover af moet leggen. Het samen voorbereiden van de presentatie heeft ons als
`vrienden’ dichterbij elkaar gebracht. Maar ook de aanwezigheid van de politie,
leraren en ouders is een bevestiging geweest dat we er niet alleen voor staan.’
Het tweede advies van de keuringscommissie was om financieel niet op één
paard te wedden, maar te zoeken naar meerdere inkomstenbronnen. Een waarheid als
een koe, zal later blijken. Want achteraf blijkt dat de deelgemeente op dezelfde
dag het besluit nam om per juni van dit jaar een deel van de Strategische Wijk
Aanpak-gelden, waaronder die voor ‘100-vrienden’, in de ijskast te zetten. Het
is nu maar de vraag of ‘100-vrienden’ bij een heroverweging in de prijzen valt.
Van der Vlugt:`Het is wrang om er in een keuring zo goed uit te komen en gelijk
erna te horen dat het voortbestaan aan een zijden draad hangt. Het is zoiets als
“operatie geslaagd, maar patiënt naar de schroot”.’ Ook Korfker is duidelijk
niet gelukkig met deze samenloop van omstandigheden. Hij wijst op de
onafhankelijke positie van de pilot. En het gegeven dat de keuringen losstaan
van een oordeel over subsidiëring of voortgang. Toch legt dit voorval een
achilleshiel bloot. Namelijk de vraag hoe onafhankelijkheid deze pilot zal zijn
als hij eenmaal een vaste voorziening is voor de hele stad. Korfker wil daar
niet op vooruitlopen. Er wordt nog druk aan het project gesleuteld. Binnenkort
wordt de eerste tussenbalans opgemaakt. Na de zomer volgen de resultaten van de
herkeuringen./Jasper Veldhuis