Op de stoep raakt ze verstrikt in fietssturen, de televisie wordt een tweede radio. Het huishouden kenmerkt zich door een ongelooflijke traagheid. Ze stoot bijvoorbeeld veel kapot. En als blinde is het bijvoorbeeld niet zo eenvoudig om een eetlepel bloem af te meten. Of soms staan de blaren op haar vingertoppen nadat ze net iets te lang heeft gevoeld of de dooier van het ei in de koekenpan zacht is.
Naast praktische ongemakken is er ook de verstoorde biologische klok – want die werkt niet goed zonder licht –, het missen van een schaduw, de beklemming, de opsluiting in de huid. Toch is de ik-figuur in Ruw niet zielig. De algehele duisternis, veroorzaakt door een verkeersongeval, heeft haar innerlijke kracht kennelijk niet aangetast. ‘Mijn vrienden zijn zo goed geweest me van het begin af aan heel weinig te hulp te schieten; ik heb ze wat dat betreft ook op rantsoen gezet’, schrijft ze. En tegen een vriend die haar nodeloos geruststelt: ‘Luister eens jongen, wie niet kan zien, kan nog wel zelfstandig ademen!’ Een prachtig geschreven boek, en daarnaast een rijke bron voor wie wil weten wat het is om blind te zijn.
Titel: Ruw
Auteur: Marie Kessels
Uitgever: De Bezige Bij
Prijs: € 18,50