door Carolien StamLokale organisaties voor zorg en welzijn kunnen op een andere manier samenwerken om kwetsbare mensen beter en sneller te helpen. Door één professional de ruimte te geven alle hulpvormen die nodig zijn te organiseren – integrale hulp. Die intentie hebben elf landelijke organisaties uitgesproken.
Verbinding
Het gaat om: Aedes, Divosa, GGZ Nederland, MOVISIE, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Raad voor Werk en Inkomen, Stimulansz, TNO, Verwey-Jonker en VNG. Ze zijn samengekomen op initiatief van MOVISIE. Het kenniscentrum deed onderzoek naar de combinatie tussen Wmo en andere participatiebevorderende wetten. In de praktijk bleek dat het niet goed lukte om de verbinding te maken tussen de verschillende soorten ondersteuning voor kwetsbare groepen.
Movisie nodigde de directeuren van de verschillende koepels van betrokken instanties uit voor een ‘diner pensant’ (diner om na te denken). Daaruit ontstond een intentieverklaring van de elf koepels om iets te doen aan integrale hulpverlening.
Experimenten
De organisaties willen gezamenlijk een aantal experimenten ontwikkelen die de hulpverlening aan burgers sneller en beter maakt. ‘Instanties hebben de neiging burgers op te knippen naar de problemen die ze hebben en elk probleem apart te behandelen,’ verklaart Tof Thissen. Hij is directeur van
Divosa, koepel van samenwerkende sociale diensten. ‘Maar mensen hebben vaak velerlei problemen, die met elkaar samenhangen.’
Ruimte
Tof Thissen vindt dat professionals de ruimte moeten krijgen om ‘meer te doen dan wat hun instantie met de subsidiegever heeft afgesproken. Als bijvoorbeeld een medewerker van de sociale dienst bij een cliënt komt die verslaafd is, schulden heeft en ook psychische problemen, dan kan hij alle verdere hulp regelen en de collega-professionals aansturen.’
Handen jeuken
Of dat werkt tussen professionals onderling is voor Tof Thissen geen vraag, meer een weet: ‘Hun handen jeuken om eindelijk iets te doen dat werkt. Bovendien werkt het wederzijds, bij de ene cliënt komt de sociale dienst als eerste over de vloer, bij de ander de woningcorporatie. Dan heeft die medewerker het recht om de hulpverlening te sturen.’
Beklijven
‘Tijdens de bijeenkomst van directeuren was voor iedereen duidelijk dat de urgentie groot was om verbindingen te leggen tussen organisaties,’ zegt Marjoke Verschelling van Movisie. Of de intenties beklijven en uitgroeien tot daadwerkelijke actie, is volgens haar ook afhankelijk van welk vervolg er aan wordt gegeven. ‘Er zullen lokaal experimenten worden ontwikkeld. Wij zullen onze kennis inzetten om die te laten slagen.’