Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Samenwerking zorg- en welzijnssector activeert verstandelijk gehandicapten: De brug tussen zelfstandig wonen en samenleven

In Friesland hebben instellingen uit de welzijnssector en de gehandicaptenzorg de samenwerking gezocht om cliënten van Talant, de Friese organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, buitenshuis actief te maken. Terwijl de nieuwe partners cultuurverschillen moeten overwinnen, slaat het project bij de Talant-cliënten aan.

Laurens lijkt de afgelopen maanden zijn vleugels uit te slaan. In zijn appartement vertelt hij honderduit over zijn hobby’s, de boerderij van zijn ouders, de vakantie in Zwitserland waarbij hij door zijn rug ging, terwijl hij een bord spaghetti at. In april hielp hij mee bij de bouw van de praalwagen voor Koninginnedag. Bovendien vertelde hij cultureel werker Miranda Tamminga van Miks, die peilt voor welke activiteiten de cliënten van Talant belangstelling hebben, dat hij wel graag in de bediening zou werken. Dat hij niet zo goed is in geld tellen, lijkt hem geen probleem. De juffrouwen bij de kassa zeggen immers ook altijd wanneer hij genoeg geld heeft gegeven. In zijn huidige werk heeft Laurens het trouwens ook nog altijd naar zijn zin. In de wasserij in de sociale werkplaats vouwt hij elke dag washandjes en doekjes. En van Laurens hoor je geen klachten – hij doet dat werk zonder mopperen.
De afgelopen maanden is Laurens samen met Arnold, Diana, Wolfphaerd – vier Talant-bewoners met een verstandelijke beperking – flink actief geworden. De vier bewoners gingen aan de slag als vrijwilliger bij de Straatspeeldag in hun buurt, de wijk Zuiderveld in Joure. Wolfphaerd stortte zich op het vissen en helpt de visclub bij de organisatie van de viswedstrijd. Via de activiteitencommissie doet hij inmiddels mee met de Jouster computerclub en hij heeft belangstelling voor het klaverjasgebeuren.

De activiteiten van de bewoners van de Iepensteinlaan in Joure zijn een primeur. Dankzij de stimulans die ze krijgen door het samenwerkingsproject ‘Gemixt Talent’ van welzijnsinstelling Miks en zorgorganisatie Talant werden ze voor het eerst actief buiten de instelling. Talant heeft sinds begin jaren negentig twee woonvormen in Joure, waar deze cliënten met begeleiding, zoveel mogelijk zelfstandig wonen. De meesten gaan overdag naar dagbesteding en komen nauwelijks in contact met hun directe omgeving.

Netwerken

Opbouwwerker Gerry Broersma kwam de Talant-bewoners tegen bij een ruzie rond het speelveldje naast hun woningen. ‘Ik had wel eens van pestgedrag gehoord op het speelveld, over jongeren die Talant-cliënten zouden pesten. Dat speelveld hadden we helemaal opgeknapt, maar toch ontstond er niks tussen de cliënten en de buurtbewoners. Dat was het begin. Als opbouwwerker heb ik netwerken in de buurt, buurtbewoners die ik gelijk kan activeren in zo’n project. Ik wilde dat de cliënten meer aan gewone activiteiten zouden meedoen en introduceer vrij makkelijk nieuwe dingen in de buurt. Een aantal buurtbewoners reageerde daar heel positief op.’

Bij gesprekken rond de wijkvernieuwing en de voorbereiding van een brede school in Zuiderveld kwam Broersma een manager van Talant tegen. ‘We stelden samen vast dat hoewel die mensen daar al zo’n twaalf jaar wonen, ze eigenlijk nog altijd op een eiland zitten. We besloten te kijken of we mijn kennis over de netwerken in de buurt, ook konden benutten voor meer contacten van de cliënten in de buurt.’

Miks wil graag demonstreren hoe een instelling als Talant kan samenwerken met de netwerken in het dorp. ‘We doen het als het ware voor,’ zegt Miranda Tamminga, die een groot deel van de uitvoering voor haar rekening neemt. ‘We zetten de persoonlijk begeleiders op het spoor van clubs waar ze makkelijk mee kunnen samenwerken. We nemen ze bijvoorbeeld mee naar het ‘Skarster Treffen’, een dag waarop de 150 verenigingen zich presenteren. Dan kunnen ze daar met hun cliënten naartoe, zodat ze zien wat er allemaal te doen is en kunnen ze hun kennis van de sociale kaart uitbreiden.’
Het project zit midden in de uitvoeringsfase, waardoor de resultaten nog moeilijk aanwijsbaar zijn. Duidelijk is wel dat de bewoners als Laurens, Diana, Wolfphaerd en Arnold enthousiast zijn. Dat begon al toen Tamminga ze interviewde. ‘Ik probeer een gezellig gesprek met ze te hebben. Zij willen meer het huis uit, meer een gewone plek in de samenleving. We proberen boven water te halen hoe hun sociaal netwerk er op dit moment uitziet. Waar liggen de kansen? Wat interesseert die cliënt, wat houdt hem bezig? De meeste activiteiten vinden nog binnen de eigen organisatie plaats. De meesten zijn hartstikke blij dat er iemand bij hun op visite komt, interesse in ze heeft en daar ook nog iets mee doet.’

Cultuurverschillen

Het komende jaar, tot mei 2005, organiseert ‘Gemixt Talent’ wijkactiviteiten om het contact tot stand te brengen tussen instellingen, verenigingen, clubs en de wijkbewoners met een beperking. Een publiciteitscampagne brengt het project binnenkort opnieuw onder de aandacht en roept verenigingen en clubs op hun openheid te vergroten. De medewerkers van Talant moesten erg wennen aan het extra werk dat op ze af kwam, is de ervaring van amminga en Broersma. ‘Dat is niet onlogisch, want het is nog heel nieuw en je wilt van beide kanten een gedragsverandering bewerkstelligen. We willen van elkaar leren: welzijn van zorg en zorg van welzijn.’

Zelf moest Tamminga ook wennen aan de omgang met de nieuwe doelgroep. Sommige cliënten houden zich ‘groter’ dan ze zijn, zo bleek, en een ander laat plotseling lange stiltes in gesprekken vallen. ‘De persoonlijke begeleider legde me uit dat diegene zich soms beter voordoet dan hij zich eigenlijk voelt. Ik moest soms ook wennen iemand die steeds stiltes laat vallen. Daar wen je aan, ik weet nu dat hij zo is. In het begin denk je wat duurt dat lang. Zou hij nog wel weten waar de vraag over gaat? Geleidelijk voel je deze mensen beter aan.’

Broersma vindt dat het cultuurverschil tussen gehandicaptenzorg en welzijnswerk duidelijk naar voren komt. Hij heeft wel begrip voor de afwachtende houding van de persoonlijk begeleiders. ‘Dat zit niet vast op onwil. Talant zit in een grote bezuinigingsronde en dat betekent ook extra druk op het uitvoeringsniveau. We zetten nogal wat nieuwe dingen op touw. Een persoonlijke begeleider zei: “Hartstikke goed dat jullie een vrijwilliger voor onze cliënt vinden, want dat is voor ons ontlasting en verbreding voor onze cliënt”. Vanuit hun is dat goed geredeneerd, maar wij zeggen: “Het doel van het project is niet om vrijwilligers te vinden, maar om een langetermijnperspectief aan de cliënt te bieden, zodat hij uitgebreider netwerk krijgt”.’

Van begeleiders van Talant vergt dat een flinke investering: meedenken bij de begeleiding buitenshuis en de nieuwe dingen die de cliënt tegenkomt. Broersma: ‘Wat kom je tegen als de cliënt bij de jeux-de-boules vereniging actief wordt? Je kunt moeizame reacties krijgen en hoe ga je daar mee om? Wij zijn alleen maar bruggenbouwers naar de samenleving. De begeleiding is voor hun. Wij zijn natuurlijk niet goed in het begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking. Is netwerken nou een taak voor welzijn of een taak van Talant?’ Medio 2005 volgt de nazorgfase en de overdracht van ‘Gemixt Talent’ aan Talant. Dan schrijft de afdeling ‘Participatie en support’ van NIZW Zorg de methodiek uit waarmee het project kan worden voortgezet of elders herhaald.

Inmiddels maakt ‘Gemixt Talent’ al het een en ander los in Joure. De Talant-locatie aan de Marie-Louisestraat, waar oudere bewoners zitten, liet weten ook graag deel te nemen aan het project, vertelt Miranda Tamminga. ‘Zij hebben ook behoefte van de contacten. Ik heb toen het verzorgingshuis benaderd of ze niet meer kunnen doen met hun koffieochtenden, borreluurtjes, handwerkclubjes en uitjes. Het verpleeghuis staat er open voor: in overleg mogen de Talant-bewoners aan alle activiteiten mee doen. Zo kun je dus ook organisaties in de maatschappij stimuleren mee te doen.’

Ook begeleiders van de woonvorm voor meervoudig gehandicapte kinderen toonden belangstelling, vertelt Gerry Broersma. ‘Die vroegen of wij vrijwilligers voor ze konden vinden, want ze zitten ontzettend omhoog. Ze wilden graag de kinderen de Jouster Ballonfeesten laten bezoeken. Het was een schrijnend verhaal. Ik zei: kom maar, dan haal ik er iemand bij van het Vrijwilligersservicepunt. De Jouster Courant schreef een verhaal en binnen een week hadden we zes vrijwilligers. Het staat helemaal los van ‘Gemixt Talent’, maar het blijkt indirect ook een manier om de gemeenschap en de mensen met een verstandelijke beperking bij elkaar te brengen.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.