Vier jaar lang was Ahmed Aboutaleb bestuurder van
Forum, instituut voor multiculturele ontwikkeling, een functie die hij samen met
Tineke van den Klinkenberg bekleedde. Met ingang van 1 oktober gaat Aboutaleb
werken voor de Bestuursdienst Amsterdam, als directeur van de sector
Maatschappelijke, Economische en Culturele Ontwikkeling (MEC).
Een ongelukkig moment voor vertrek, zo lijkt het. De verhoudingen in de
samenleving verharden zich, het multicultureel bewustzijn lijkt verder weg dan
ooit. De discussies spitsen zich toe op het falend integratiebeleid, de antihomo
uitspraken van imams en de verstoorde verhoudingen na 11 september 2001. ‘Het is
nooit een goed moment om te vertrekken’, zegt Aboutaleb. Er zijn zelfs hele
goede en rationele redenen om dat niet te doen. We gaan over naar een ander
soort kabinet en het is de vraag wat daar allemaal uit voort gaat komen en hoe
Forum daarop in moet spelen. Dat pleit voor continuïteit. Je kunt echter ook
zeggen: er heerst een ander politiek klimaat, er waait een andere wind.
Misschien is het goed als hier een andere persoon komt te zitten. Je moet er
voor oppassen dat je jezelf niet gaat herhalen. Of dat je denkt dat je onmisbaar
bent voor het maatschappelijk debat.’
Tijdens de formatie werd Aboutaleb door de LFP benaderd voor een post in
het nieuwe kabinet. Hij ging er niet op in. En daar is hij niet rouwig om. Zeker
niet na de uitspraken van de nieuwbakken minister voor Vreemdelingenzaken en
Integratie Hilbrand Nawijn. ‘Ik ben er de man niet naar om gauw kwaad te worden
of te gaan schelden,’ zegt Aboutaleb. ‘Maar het scheelde weinig toen ik meneer
Nawijn hoorde zeggen dat ‘Nederland goed voor zijn gasten zorgt, maar dat ze
zich wel moeten gedragen’. Ik had hem toe willen roepen: hoe durf je mijn
kinderen gasten te noemen! Ze zijn hier geboren. Ze zijn medeburgers die hier
hun thuis hebben. Gasten zijn mensen die weer horen te vertrekken. Dat was de
filosofie van de jaren zestig en zeventig. En dan te bedenken dat de LPF mij,
een gast, een passant, voor het kabinet heeft gevraagd. Terwijl hun minister
Nawijn toch weet dat een gast net zolang vers blijft als vis: na drie dagen gaat
hij stinken!’
De voorstellen die Nawijn de afgelopen weken heeft geuit over het uitzetten
van Marokkaanse jongeren en het uitzetten van allochtonen mannen die hun vrouw
mishandelen, noemt Aboutaleb ‘losse flodders, die niet haalbaar zijn en in
strijd met internationale verdragen’. ‘Meneer Nawijn is minister van
Vreemdelingenzaken en Integratie. Ik heb vurig gehoopt dat hij met inzichten
over integratie zou komen. Ik heb hem er nog niet over gehoord. Hij zou er
verstandig aan doen wat minder directeur van de IND (Immigratie- en
Naturalisatiedienst, Nawijns vroegere functie/ red.) te zijn en wat meer
minister. Alles wat hij voorstelt, heeft met toelaten en uitwijzen te maken. Hij
zou de dialoog aan moeten gaan met groepen in de samenleving en moeten zeggen:
dit is mijn koers, daar wil ik uitkomen, hoe gaan we dat samen regelen. Maar hij
hoort niemand, hij roept alleen maar. Daarmee draagt hij bij aan het beeld dat
politiek voornamelijk bestaat uit het uitslaan van holle frasen en dat het niet
uitmaakt wie er nu zit.’
Is wat u betreft een koppeling tussen criminaliteit en
verblijfsrechtelijke status uit den boze?
‘Nee, als mensen zich bezighouden met staatsgevaarlijke activiteiten, zoals
de Libische imam uit Utrecht, dan vind ik het niet onterecht dat iemand het land
wordt uitgezet. Maar niet vanwege een tasjesroof. En zeker niet als mensen een
Nederlands paspoort hebben. Je verbant De Hakkelaar toch ook niet naar Siberië?
Elke samenleving heeft zijn problematische hoek. Dan is het verstandig om te
zeggen: we erkennen het probleem, dat beschouwen we als een probleem van onze
samenleving en daar gaan we wat aan doen. We worden in toenemende mate
geconfronteerd met ontoelaatbaar gedrag van jongeren die in Nederland zijn
geboren. Dan moet je stevig ingrijpen, maar niet uit het oog verliezen dat ze
het verkeerde gedrag in Nederland hebben geleerd. Daar mag je een ander land
niet mee opzadelen. Marokko heeft niet gezegd: gaan jullie maar lekker plunderen
in Nederland.’
Stevig ingrijpen, bijvoorbeeld door ze in heropvoedingskampen te
plaatsen, zoals minister Nawijn wil?
‘Alles wat kan helpen, is meegenomen. Er is niets tegen als er meer
faciliteiten komen om deze jongeren uit een bepaald circuit te halen. Binnen een
legerachtige setting, zoals een project voor Marokkaanse risicojongeren in Zeist
dat doet, of door ze in een bepaalde instelling te plaatsen, bij voorkeur op
vrijwillige basis in overleg met de ouders. Onorthodoxe problemen vragen om een
onorthodoxe aanpak en wat mij betreft is alles bespreekbaar. We moeten er wel
voor oppassen dat de Marokkaanse gemeenschap niet wordt gesepareerd. Die zit de
laatste jaren al in de hoek waar publicitair alle klappen vallen. Wat heeft de
Marokkaan met zijn winkeltje in Groningen te maken met de criminaliteit van
Marokkaanse jongeren in Amsterdam-West?’
Is in de afgelopen vier jaar de multiculturele samenleving een stapje
dichterbij gekomen?
‘De multiculturele samenleving is een feit, of je dat nu wilt of niet.
Multicultureel betekent niet meer of minder dan dat je een veelheid van culturen
hebt. De vraag is hoe we het zo kunnen managen dat we naar elkaar toegroeien in
een dynamische samenleving. Ik heb het nooit als mijn taak gezien de
multiculturele samenleving te verkopen als het grootste goed, maar om mensen die
ermee worden geconfronteerd te helpen dat goed te managen. Interactie tussen
verschillende culturen is een zaak van veel meer tijd. De meeste migranten zijn
in de laatste dertig jaar naar Nederland gekomen. De Nederlandse
migratiegeschiedenis was gestoeld op profijt: door eenzijdige werving van
laagopgeleiden wilden werkgevers maximale arbeid tegen een minimum aan geld
binnenhalen. Dan moeten we er nu niet verbaasd over zijn dat de appel niet ver
van de boom valt en er nog geen grote groepen intellectuele migranten hier
rondlopen. Van de huidige generaties Turken en Marokkanen moet je geen
exercities verwachten over de verlichting van de islam in Europese context. Dat
is een brug te ver. Er is geen kritische massa om een doorbraak te forceren.
Vaak wordt gewezen op de joden die daartoe wel in staat zijn geweest. Maar de
Nederlandse joden hebben hier een geschiedenis van vierhonderd jaar. Mijn vader
is 39 jaar geleden naar Nederland gekomen.’
Vanaf uw aanstelling is u verweten rechtse geluiden te laten horen en
de belangen van allochtonen te hebben verkwanseld.
‘Dat is mij verweten, maar daar heb ik nooit mee gezeten. Ik heb nooit weg
willen lopen voor de feiten en met de kop in het zand gezegd: de samenleving is
schuldig. Als allochtonen deel zijn van het probleem, dan zijn ze ook
verantwoordelijk voor een deel van de oplossing. Instituten en
belangenorganisaties van allochtonen hebben lange tijd hoog gehouden dat
migranten slachtoffers waren van het systeem, van de veranderingen in de wereld
die hen tot migratie dwong en van discriminatie. Natuurlijk komen die zaken
voor. Maar als wij werkgevers en het onderwijs aanspreken op hun tekortschieten
ten aanzien van migranten, dan spreken wij allochtonen net zo goed aan op hun
eigen rol daarin. Zij zijn niet gebaat bij het instandhouden van die
slachtofferrol.’
Zijn de verhoudingen tussen moslims en autochtone Nederlanders voorgoed
verstoord door 11 september?
‘Dat zal de geschiedenis uitwijzen. Maar het is een feit dat sinds die
datum de islam als gevaar wordt beschouwd en er extra wordt gelet op
gezagsdragers binnen die religie. De verhouding is in ieder geval ernstig
verstoord. Ik ben nog nooit zo vaak ondervraagd over mijn moslim-zijn als sinds
11 september. Kennelijk is dat opeens relevant.’
Dat stoort u?
‘Niet als dat gebeurt vanuit inhoudelijke nieuwsgierigheid. Maar wel als
vorm van wantrouwen, om te beoordelen of je nog wel loyaal bent aan de
Nederlandse rechtsbeginselen. Daar heb ik moeite mee. Ik kan heel goed
gelijktijdig leven met de islam en de Nederlandse rechtsbeginselen, en ik heb
toch echt geen schizofrene neigingen.’ /Eric de Kluis