Onderzoek van drie jaar geleden toonde aan dat één op de vijf Nederlandse huishoudens problematische of risicovolle schulden heeft. Van deze mensen komt maar een klein deel bij de schuldhulpverlening terecht. Het gemiddeld schuldenpakket is dan inmiddels opgelopen tot 40.000 euro verdeeld over vijftien schuldeisers. André Moerman, manager bij welzijnsinstelling Bindkracht10, eigenaar www.schuldinfo.nl en voorzitter van de signaleringscommissie van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (Sociaal Werk Nederland): ‘Een veelvoorkomend probleem is op dit moment dat de manier van innen van schulden ervoor zorgt dat mensen onder het bestaansminimum terecht komen.’
Beslagvrije voet
Dit komt volgens Moerman omdat de beslagvrije voet, het deel van het inkomen dat schuldenaren mogen houden, vaak verkeerd berekend wordt. ‘Om tot een juiste beslagvrije voet te komen, moeten schuldenaren zelf heel veel informatie aanleveren. In de praktijk blijkt dat driekwart van de mensen uiteindelijk te weinig geld ontvangt omdat er te weinig informatie is aangeleverd. De deurwarader berekent dan dus een te laag bedrag voor de beslagvrije voet, wat eigenlijk een absoluut bestaansminimum is, zodat mensen dus te weinig geld overhouden om rond te komen. Dan kan de ene schuldeiser misschien afbetaald worden, maar komt er dus weer een nieuwe bij. Zo lopen de schulden verder op. Gemiddelde schulden van 40.000 euro ontstaan niet omdat mensen gewoonweg te veel geld uitgeven. OP deze manier geld innen, draagt daar zeker ook aan bij.’
Nieuwe wetgeving
Nieuwe wetgeving maakt het mogelijk dat deurwaarders zelf de beslagvrije voet kunnen berekenen, zonder dat schuldenaren daar gegevens voor hoeven aan te leveren. Op basis van gegevens uit de basisregistratiepersonen en op basis van beschikbare inkomensgegevens, kan een deurwaarder nu zelf aan de slag. Moerman: ‘Dit is op zich goed. Hierdoor gaat de beslagvrije voet vaker kloppen, houden schuldenaren voldoende over om te kunnen leven en krijgen schuldeisers minder geld.’
Beslag op inboedel
Dat klinkt mooi, maar het probleem zit volgens Moerman bij dat laatste stukje: schuldeisers krijgen minder geld. Het gevolg daarvan is dat zij op zoek gaan naar alternatieve manieren om hun geld te krijgen. ‘En daar hebben we nog niet voldoende maatregelen tegen ingebouwd. Schudeisers kunnen bijvoorbeeld beslag leggen op de inboedel of op een bankrekening. Wanneer het gaat om inboedel, hebben we te maken met een regel uit 1838 bepaalt wat mensen mogen houden om te leven, namelijk de kleding die ze aan hebben, hun bed, beddengoed en eten en drinken voor een maand. Verder niets. Dat betekent bijvoorbeeld dat je wel je voedsel mag houden, maar dat de koelkast verkocht kan worden. Deze regelgeving moet nodig gemoderniseerd worden zodat je op een normale huisraad, zoals een koelkast, televisie en eettafel, geen beslag kunt leggen. Er is drie jaar geleden een wetsvoorstel gemaakt om een voor ons normale huisraad beslagvrij te stellen, maar dat is nog steeds niet naar de Tweede Kamer gegaan.’
Bankbeslag
Ook het beslag wat gelegd kan worden op de bankrekening is nog niet goed geregeld. Wanneer de beslagvrije voet bepaald is, gaat het deel van het inkomen dat niet beslagvrij is naar de schuldeisers, de rest wordt gestort op de eigen bankrekening omdat is bepaald dat dit is wat iemand minimaal nodig heeft om te kunnen leven. Maar vervolgens kan een deurwaarder via een bankbeslag toch beslag leggen op dat geld. ‘Dit wordt wel gezien door de overheid, maar er is nog geen goede oplossing voor. Hier maak ik me wel zorgen om. Er wordt nagedacht over betere bescherming, maar het zal nog lang duren voor die ook daadwerkelijk geldt.’
Simpelweg doorverwijzen is onvoldoende
Maar de manier van het innen van schulden, is niet de enige reden dat de gemiddelde schuld van mensen die aankloppen bij schuldhulpverlening 40.000 euro is. Moerman: ‘Het komt ook omdat schuldenaren niet op tijd worden bereikt en dus ook niet op tijd hulp krijgen. Het duurt zo’n vijf tot zeven jaar voor mensen met schulden echt hulp krijgen. Ben je er al binnen een jaar bij dan hebben mensen misschien een schuld van 2.000 of 3.000 euro, dat is met wat hulp af te lossen. Het is dus van belang dat we meer aan preventie doen en beter inzien dat mensen die in de problemen zitten, moeilijk de stap naar hulp zetten. Uit schaamte of omdat ze denken het nog wel zelf op te kunnen lossen. Dit laatste blijkt vaak niet realistisch. Iedereen die in contact komt met mensen met schulden moet dit beseffen. Met name professionals in wijkteams. Zij krijgen vaak te maken met cliënten die financiële problemen hebben. Weet dat simpelweg iemand doorverwijzen niet voldoende is. Maak het probleem bespreekbaar, sta er goed bij stil en zorg voor een warme overdracht. Dan help je mensen echt in plaats van dat je eraan bijdraagt dat de problemen verder oplopen.’
Het lijkt me wel handig om aan te stippen dat schuldeisers dat niet voor niks zijn. Ik vind de titel van dit stuk wat dat betreft niet positief. Alsof schuldeisers niet moeten denken dat ze in hun recht staan – en mensen met schulden dus vooral moeten doorgaan met lenen.