Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Schuldproblematiek neemt toe na invoering nieuwe munt: ‘Mensen geven euro’s uit als guldens’

De gevolgen van de invoering van de euro worden hoe langer hoe duidelijker. Steeds meer mensen kampen door de euro met ernstige geldzorgen, zo blijkt uit de enquête van het Nibud die in augustus werd gehouden. Het CBS meldt meer roodstand en inmiddels trekken ook de kredietbanken aan de bel. Moeten schuldhulpverleners hun borst natmaken?

‘Forse groei roodstand’, ‘Meer mensen in geldnood door

euro’, ‘Recordaantal schuldenaars’. Dit is slechts een kleine greep uit de

koppen die de laatste maanden in de kranten zijn verschenen. De Nederlandsche

Bank heeft onlangs toegegeven dat met de euro het winkelen 1,5 procent duurder

is geworden, maar voor het gevoel van de gemiddelde Nederlander zijn de prijzen

met maar liefst 7,5 procent gestegen, zo blijkt uit onderzoek van het Nationaal

Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Dat mensen moeite hebben zich aan hun

budget te houden, blijkt wel uit het aantal bezoekers dat het instituut op hun

website krijgt en van hun kasboekprogramma Geldmanager zijn een recordaantal

verkocht.

Prijsgevoel

Het Nibud heeft inmiddels drie enquêtes gehouden naar de gevolgen van

de invoering van de euro. De eerste meting vond plaats in januari, de tweede in

april en de laatste in juli en augustus. Gaf 80 procent van de respondenten in

april aan meer geld uit te geven, in de zomermaanden was dat zelfs 85 procent.

Opvallend veel invullers gaven aan dat ze vaker of meer rood staan dan voorheen.

De jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bevestigen

dit. Stonden Nederlanders vorig jaar juni nog voor minder dan vijf miljard euro

rood op privé-rekeningen, dit jaar is dat gestegen tot 5,4 miljard. Volgens

Caroline Sodenkamp van Nibud zijn veel mensen nog niet gewend aan de euro.

‘Sommigen geven euro’s uit als guldens en daarnaast is ook nog alles duurder

geworden. Een percentage van vijf tot acht procent kent financiële problemen en

heeft schulden door de euro. Tenminste, dat gaven ze zelf als oorzaak aan.’ Op

de enquête hebben weinig laagopgeleiden gereageerd, maar Sodenkamp voorziet daar

nog grotere problemen. ‘Mensen met een goed inkomen geven aan dat het financieel

minder gaat, terwijl er bij de mensen met een minimum inkomen geen rek is. Ik

denk dat je de trend versterkt kunt doortrekken bij deze groep.’

In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (Nvvk) gaat

het Nibud onderzoek doen naar de gevolgen van de euro bij mensen met een minimum

inkomen. Willy Pietersen, voorzitter van de Nvvk, ziet het aantal klanten dat

binnenkomt bij kredietbanken nu al met vijf tot tien procent stijgen, maar

waarschuwt voor een nog grotere toestroom. ‘Mensen zijn hun prijsgevoel kwijt,

waardoor ze sowieso meer geld uitgeven. Voor de één hoeft dat geen probleem te

zijn, maar sommigen leefden al op het randje en zij komen nu echt in de knoei.

Door de gemakkelijke vorm van financieren, zoals bij thuiswinkels, zal een deel

echt in de problemen komen. En wat als de groeiende groep mensen door

reorganisaties of ziekte hun baan verliezen?’

Druk

Pietersen zegt niet zeker te weten of de toename van schulden

daadwerkelijk door de euro komt. Om erachter te komen wat de relatie is tussen

de euro en het aantal schulden, organiseert de Nvvk op 7 november het congres

‘Euro en schuld’. Maar, hoe druk hebben de schuldhulpverleners het eigenlijk op

dit moment? Saskia Groeneveld, coördinator schuldhulpverlening van de Utrechtse

kredietbank, is wat verbaasd over alle commotie rond de euro. ‘We hebben tot nu

toe evenveel aanvragen voor schuldhulpverlening als vorig jaar rond deze tijd.

Dus waarom de Nvvk nu aan de bel trekt? Of mensen door de euro in de problemen

komen, dat kan ik in ieder geval niet zien. Ik merk wel dat mensen die in het

budgetbeheerprogramma zitten wat meer problemen hebben met de euro. Die krijgen

via het maatschappelijk werk speciale trainingen aangeboden. Bij deze klanten

valt de problematiek mee, omdat we er vroeg bij zijn. Maar of we meer zware

schuldenaars kunnen verwachten? Als er problemen komen dan verwacht ik die niet

voor het eind van het jaar. Het duurt vaak een tijd voordat problemen echt

zichtbaar worden, omdat men veel te laat hulp inroept.’

Dat de Utrechtse kredietbank nog geen problemen kent, is volgens Willy

Pietersen niet vreemd, aangezien er lokaal veel verschillen zijn. ‘In sommige

gemeenten loopt het budgetbeheer erg goed. Het aantal klanten dat in zo’n

programma zit is gestegen van 8000 vorig jaar tot 14.000 nu. Mensen die in

budgetbeheer zitten, kennen een lichtere problematiek. Dat een aantal

kredietbanken nog geen toename merkt van het aantal aanvragen van mensen met

echt problematische schulden, geeft aan dat budgetbeheer eindelijk zijn vruchten

afwerpt.’

De gemeentelijke kredietbank in Groningen heeft, in tegenstelling tot

Utrecht, het aantal klanten in de schuldhulpverlening zien stijgen met twintig

procent. Schuldhulpverlener Kitania Meijering van de Groningse kredietbank denkt

dat het aantal nieuwe klanten te maken heeft met de laagdrempeligheid. ‘Normaal

gesproken duurt het een hele tijd voordat men hier terecht komen. Dat zijn we nu

vóór, doordat we veel aan naamsbekendheid hebben gedaan en het probleem

bespreekbaar hebben gemaakt. Je kunt nooit met zekerheid zeggen dat de euro de

boosdoener is van de problemen, want de mensen die hier komen konden ook met de

gulden al moeilijker rondkomen. Toch speelt het zeker een rol en dus bieden we

cursussen aan over hoe om te gaan met de euro.’

Laatste taboe

De voorzitter van de Nvvk is ook van mening dat publiciteit kan helpen

om de problemen boven water te krijgen. Hij noemt het hebben van schulden ‘één

van de laatste taboes van Nederland’. ‘Mensen proberen er zelf mee aan te

modderen tot het niet meer gaat en bedreigende situaties ontstaan. Het

belangrijkste dat de kredietbanken kunnen doen, is goed samenwerken. Ook met

bijvoorbeeld het maatschappelijk werk en de sociale dienst. Daarnaast moeten we

beter registreren. De Nvvk is een overkoepeling van 35 gemeentelijke

kredietbanken, waar we alles goed van bijhouden. Maar wij hebben geen cijfers

van de overige kredietbanken. We zijn daarom in overleg met het ministerie voor

een centrale registratie, zodat problemen eerder aan het licht komen. Ook

onderzoeken we of het mogelijk is een landelijk meldpunt voor achterstanden in

betalingen op te zetten.’

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt een nationaal

actieplan op om het aantal problematische schulden over vier jaar terug te

dringen met tien procent. Pietersen is benieuwd hoe het ministerie dit gaat

organiseren. ‘De regie over de schuldhulpverlening ligt bij gemeenten, maar ik

vind dat er landelijke ondersteuning en regelgeving nodig is. Gelukkig beginnen

gemeenten steeds meer begrip te krijgen voor de verborgen problematiek. Het is

nu al duidelijk dat een steeds groter wordende groep moeilijkheden heeft om rond

te komen. Daarom zeg ik: pas op. We moeten niet wachten tot de problemen al tot

aan de lippen zijn gestegen.’/Ester Mijnheer

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.